Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Opzendingen van wezen, bedelaars, landlopers naar Hoorn, Ommerschans en Veenhuizen 1819-1851

  • Genealogie
  • Hillegom
  • Leiden
  • Leiderdorp
  • Noordwijk
  • Rijnsburg
  • Sassenheim
  • Voorhout
  • Voorschoten
  • Warmond
  • Zoeterwoude
  • Geschiedenis 1801-1900

Sociale zorg. Weldadigheid. SA III. Inv.nrs. 1815-1817

  • DownloadOpzendingen van wezen, bedelaars, landlopers naar Hoorn, Ommerschans en Veenhuizen 1819-1851.pdf
Om de pdf te openen en/of downloaden klik op bovenstaande pijl. Na opening is het bestand met CTRL+F of CMD+F doorzoekbaar.

Maatschappij van Weldadigheid en Veenhuizen
Op 1 april 1818 werd de Maatschappij van Weldadigheid opgericht, met als doel armlastige Nederlanders door boerenarbeid te verheffen. In datzelfde jaar werd op het landgoed Westerbeeksloot, gemeente Vledder, de kolonie Frederiksoord gesticht, later gevolgd door Willemsoord en Wilhelminaoord. In deze koloniën werden hoeves gebouwd waar geselecteerde gezinnen uit heel het land geplaatst werden.

De Maatschappij verkreeg daarnaast het vruchtgebruik van de vesting Ommerschans, die in eerste instantie gebruikt werd om zich misdragende kolonisten op te sluiten.

Kort daarna werden de vrije koloniën aangevuld met onvrije koloniën, toen het bestuur van de Maatschappij contracten afsloot met de overheid voor de opvang van weeskinderen, landlopers en bedelaars. In de buurschap Veenhuizen, gemeente Norg, verrezen drie gestichten (Veenhuizen I, II en III), terwijl ook de Ommerschans inmiddels gebruikt werd voor de huisvesting van bedelaars. Veteranen en arbeidershuisgezinnen, uit eigen beweging gekomen, bewoonden de huizen aan de buitenzijde van de gestichten.

Toen de Maatschappij van Weldadigheid in 1859 financieel aan de grond zat, werden de gestichten (Veenhuizen I t/m III en de Ommerschans) overgenomen door het ministerie van Binnenlandse Zaken. Later, in 1875, nam het ministerie van Justitie het beheer over en werden de gestichten officieel Rijkswerkinrichtingen. Het (deels) vrijwillige karakter verdween, evenals de vrouwen, die werden overgeplaatst.

Vanaf de Eerste Wereldoorlog kreeg de status van penitentiaire inrichting langzamerhand de overhand. Veroordeelde smokkelaars en Belgische vluchtelingen waren de eerste vreemde bewoners, maar ook gevangenen met andere vergrijpen dan bedelarij en landloperij op hun kerfstok, werden in Veenhuizen geplaatst.

De Maatschappij van Weldadigheid bleef na 1859 bestaan. De overheid heeft subsidiegelden beschikbaar gesteld om het historische erf- en gedachtengoed van de Maatschappij van Weldadigheid te beschermen en het gebied te ontwikkelen (Erfgoed Westerbeeksloot).
Bron: http://www.drentsarchief.nl/drentse-armenkolonies

RAL
De oorspronkelijke index in Dbase III is vervaardigd door R. van Rossenberg.
De bron is daarna door ondergetekende begin 1997 omgezet naar een bruikbaar printformat en geplaatst op de studiezaal van het RAL.

Staat van opzendingen Delen A, B en C.
W staat voor waarschijnlijk het Archief Mij Weldadigheid
A= SA III Stadsarchief 1816-1929 Inv.nr. 1815 (1829-1837)
B= SA III Stadsarchief 1816-1929 Inv.nr. 1816 (1838-1843)
C= SA III Stadsarchief 1816-1929 Inv.nr. 1817 (1844-1851)

Bron
NL-LdnRAL, SA III (1816-1929), 516, inv.nr. 1815-1817. Repertoria van ingekomen stukken betreffende de sociale zorg, 1829-1851.

Literatuur
Wil Schackmann, De bedelaarskolonie. De Ommerschans, het eerste landelijk gesticht voor luilevende armen (Amsterdam 2013).

Voorhout, 8 augustus 2013
Emiel van der Hoeven
kaart