Erfgoed Leiden en omstreken

Info

#VVDW 40 Leidse dakpan

Om het dak te bedekken zijn in het natte, winderige Nederlandse klimaat door onze voorouders veel verschillende materialen gebruikt. Vergankelijke zoals riet, stro en hout en duurzamere als lei, lood en de gebakken keramische dakpan.  De tentoonstelling in de vitrine bij de entree van Erfgoed Leiden en Omstreken toont deze gebakken dakbedekkingsmaterialen. 
Op donderdag 27 oktober geeft bouwhistoricus Edwin Orsel een lezing over de ontwikkeling van de Leidsche Dakpan van 0-1850. U bent van harte welkom om 13 uur aan de Boisotkade 2A in Leiden! Graag vooraf aanmelden via info@erfgoedleiden.nl 

Tegulae en tegels
In de Romeinse tijd werd in de buurt van Leiden al dakbedekking gebakken met lokale klei. De rivierklei die langs de Oude Rijn gevonden werd, was daarvoor zeer geschikt. Tevens was er veen als brandstof voorhanden en de rivier functioneerde als transportroute. De Romeinse dakpan bestaat uit een platte onderpan, de ‘tegulae’ en een halfronde bovenpan, de ‘imbrice’.
In de middeleeuwen werden daken in Leiden met keramische dektegels (platte tegels met een nokje) gedekt. Maar veel Middeleeuwse huizen waren gedekt met brandgevaarlijk riet, de zogenoemde ‘weke’ daken. Met regelgeving, ‘keuren’, en subsidies probeerde het Leidse stadsbestuur deze ‘weke’ daken te laten vervangen door brandveiliger ‘harde’ dakbedekking, zoals leien en keramische tegels of pannen.

Oud-Hollandse pan
In het oosten van Nederland bestond de dakbedekking uit halfronde boven- en onderpannen, monniken en nonnen. Deze pannen werden daarna gecombineerd tot een golfvormige pan, de zogenaamde Quack pan. Uit deze enkel dekkende pan ontwikkelde zich weer de oudhollandse pan, die in Leiden vanaf het midden van de 16de eeuw tot ver in de 19de eeuw het meest gebruikte type bleef. De oud-Hollandse dakpan lijkt op het eerste oog heel gewoontjes, maar het was een revolutionaire uitvinding, die vandaag de dag nog steeds uitstekend voldoet als dakbedekking. Een dakpan wordt gemaakt van rivierklei en kleurt na het bakken rood. Met glazuur kan de pan beter waterbestendig gemaakt worden.

Vanaf het einde van de 17de eeuw kwamen er zwart geglazuurde pannen. Het zogenoemde smoren, waarbij zuurstofarm gestookt wordt leverde grijszwarte pannen. Er was een voorkeur voor de donkere pan, omdat deze door zijn kleur leek op de kleur van de duurdere en dus voornamere leiendaken.

Van muldenpan tot Oegstgeesterpan
Tot in de 20ste eeuw heeft de dakpanindustrie langs de Oude Rijn gefloreerd. Met de industrialisatie vanaf omstreeks 1850 kwamen machines voor het kneden van de klei en het persen in gebruik. De moderne technieken maakten maatvaste pannen met betere, geprofileerde aansluitingen mogelijk. Bekend zijn de muldenpan, de kruispan, de tuille du Nord, de verbeterde Hollandse pan en de opnieuw verbeterde Hollandse pan. Minder bekende voorbeelden zijn de platte Friese pan, de gegolfde Friese pan en de Oegstgeesterpan.

Openingstijden van de mini-expositie
van 4 oktober tot 30 december tijdens kantooruren aan de Boisotkade 2A in Leiden.

 

kaart