Erfgoed Leiden en omstreken

Info

#VVDW: een middeleeuwse lommerd aan de Papengracht

Aan de Papengracht is 750 jaar oud metselwerk gevonden. We ontdekten dat het resten zijn van een middeleeuwse bank van lening: het Lombardenhuis, een lommerd. Hier kon je tegen een onderpand geld lenen van Lombarden, uit Noord-Italië afkomstige geldhandelaren. Het was een van de weinige stenen gebouwen in die tijd. Door deze bijzondere vondsten weten we nu meer over middeleeuws Leiden.

Het metselwerk kwam tevoorschijn bij het ontpleisteren van een muur in Papengracht 7. Tijdens een opgraving onder de stoep op de hoek met de Langebrug, vonden archeologen muurresten uit dezelfde periode. Zij konden de opgraving in 2015 doen omdat daar toen een ondergrondse container werd geplaatst. Middeleeuwse documenten geven aan dat op deze plek aan de Papengracht in de dertiende eeuw het Lombardenhuis stond.

Papengracht 7 in 2019. Foto: Erfgoed Leiden en Omstreken.

Ontdekkingen tijdens een verbouwing in Papengracht 7
Het Leids kleermakersgilde liet Papengracht 7 in 1671 bouwen als hun gildehuis. De gevelsteen met de gekroonde schaar herinnert hier nog aan. Maar in het huis zitten veel oudere bouwdelen. Al in 2001 kwam tijdens een verbouwing middeleeuws metselwerk tevoorschijn. Dat bestaat uit grote bakstenen uit de middeleeuwen, zogenaamde kloostermoppen. Toen konden de bouwhistorici dit metselwerk niet precies dateren. Nu weten we dat het om metselwerk uit de dertiende eeuw gaat.

Gevelsteen van Papengracht 7. Foto: Erfgoed Leiden en Omstreken.

 Bij het ontpleisteren van de linker bouwmuur in Papengracht 7, kwam dertiende-eeuws metselwerk tevoorschijn. Het gaat om restanten van het Lombardenhuis. Foto: Erfgoed Leiden en Omstreken, 2001.

 Detailfoto van het in 2011 ontdekte muurwerk in Papengracht 7. De onderste muurlagen zijn opgebouwd uit kloostermoppen, restanten van het Lombardenhuis uit de dertiende eeuw. Daarboven zit later metselwerk uit de tijd van het Barbaraklooster. Kloostermoppen zijn veel groter dan de vroegmoderne of de huidige baksteenformaten. Ze werden toegepast in de middeleeuwen. 

Ontdekkingen tijdens opgravingen aan de Papengracht
In 2015 deden archeologen onderzoek onder de stoep op de hoek met de Langebrug. Het plaatsen van ondergrondse afvalcontainers maakte dit onderzoek mogelijk. De archeologen vonden resten van muren uit de dertiende eeuw, uit dezelfde tijd als de resten in Papengracht 7. De muur onder de stoep zou dan haaks op de muur in Papengracht 7 hebben gestaan. We denken nu dat ze beide deel uitmaakten van hetzelfde gebouw: het Lombardenhuis.

 

In 2015 troffen archeologen tijdens een opgraving onder de stoep bij Papengracht 7 dertiende-eeuwse muurresten aan. We denken nu dat ook deze deel uitmaakten van het Lombardenhuis. Foto: RAAP. 
Het gaat om zeventien lagen muurwerk. De grootste bakstenen hadden een formaat van 30-32 x 15,5/16 x 7/8 cm (tienlagenmaat: 90 cm). Het metselwerk neigt naar Vlaams verband en bestaat uit kistwerk met een rommelige kern. Ook zijn er drieklezoren in verwerkt én er is een varken (een taps verlopende niveleringslaag) waargenomen. Deze kenmerken zijn typisch voor de dertiende eeuw. Het lijkt erg op metselwerk dat eerder is aangetroffen in Breestraat 90. Hier stond in de dertiende eeuw het grafelijk klokhuis.

Een stenen gebouw in dertiende-eeuws Leiden
De vroege datering van de stenen muurresten maakt deze vondsten heel bijzonder. In de dertiende eeuw stonden er nauwelijks stenen gebouwen in Leiden. De Leidenaren van die tijd kenden onder andere het Gravensteen, toen een gevangenistoren van de graaf van Holland (ca. 1200) en de Burcht. Van Breestraat 113 weten we dat het er in de tweede helft dertiende eeuw al als stenen huis stond. Het Lombardenhuis was dus een belangrijk gebouw.

Middeleeuwse oorkondes en de Lombarden
Door archiefonderzoek weten we dat aan de Papengracht het Lombardenhuis stond. Het Lombardenhuis was een bank van lening, beheerd door de Lombarden: Noord-Italiaanse geldhandelaren afkomstig uit Lombardije, voornamelijk uit de regio Piëmonte. Zij introduceerden het belenen met pand. Ons woord lommerd is er vanaf geleid. Als onderpand accepteerden de Lombarden zowel roerende als onroerende goederen, en zelfs gijzelaars. In een oorkonde van 18 april 1289 lezen we: Graaf Floris V beveelt schout, schepenen en raad van de stad Dordrecht om aan Pieter de Lombard van Leiden of diens gewaarde bode de 100 pond te betalen die zij de heer van Wassenaar schuldig zijn in verband met de tol die deze te Vlaardingen bezat.
Blijkbaar waren de Lombarden in de 13de eeuw actief in Leiden.

De locatie van het Lombardenhuis
Een grafelijke oorkonde uit 1416 geeft aanwijzingen over de locatie van het Lombardenhuis: huyse en de erve dat den Lombairden plach te wezen staende bynnen onser Stede van Leyden in die Crepelstege. Het woordje ‘placht’ geeft aan dat de Lombarden in 1416 niet meer op deze plek hun handel dreven, maar er dus wel hebben gezeten. De Creupelsteeg verbond de Papengracht die toen tot aan de huidige Langebrug liep, met de Breestraat. Een akte uit 1426 beschrijft heel precies waar het pand stond: een huys ende erve dat der Lombairde huus plach te heeten ghelegehn in de Creupelsstegh, streckende voir van der steech voirs. afterwairts op die Oude Vest ende heeft beleghen an die een side Jacob Zellen erfgnamen ende an die ander side die Volresgraft, die daer onder gaet. Met de Oude Vest wordt hier bedoeld het Rapenburg, eerder nog de vestgracht met stadswal. Het Lombardenhuis had dus de ingang in de Creupelsteeg. Aan de zuidzijde grensde het gebouw aan de Voldersgracht (huidige Langebrug), aan de noordzijde aan het perceel van ene Jacob Zellen.
En zo weten we dat de beide gevonden muurresten in de dertiende eeuw deel uitmaakten van het Lombardenhuis.

Het lombardenhuis lag tussen de toenmalige Creupelsteeg (nu Papengracht), de Voldersgracht (nu Langebrug) en Oude Vest (nu Rapenburg). Uit: Lunsingh Scheurleer, ThH., C. Willemijn Fock & A.J. van Dissel. 1987. Het Rapenburg : Geschiedenis Van Een Leidse Gracht, deel II. Leiden: Rijksuniversiteit Leiden Afdeling Geschiedenis van de Kunstnijverheid, p. 163-165.

Van Lombardenhuis naar Barbaraklooster en Prinsenhof
Op de plek van het Lombardenhuis kwam in de vijftiende eeuw het Barbaraklooster te staan. Na een grondige verbouwing ging dat eind zestiende eeuw dienst doen als Prinsenhof, een logement waar de prins van Oranje en ander hoog bezoek konden logeren. Het terrein van dat complex werd in de zeventiende eeuw opnieuw verkaveld. Op een van de kavels liet het kleermakersgilde in 1671 hun gildehuis bouwen: Papengracht 7. Al die tijd bleven de muurresten van het Lombardenhuis in gebruik.

Dateren van metselwerk
We kunnen Leids metselwerk tegenwoordig goed dateren door te kijken naar het baksteenformaat en naar de zogenaamde tienlagenmaat: de hoogte van tien lagen bakstenen inclusief voegen. Door het gebruik van de grote kloostermoppen is die tienlagenmaat in de dertiende eeuw een stuk groter dan in latere tijden. Nu zou het kunnen dat de kloostermoppen in het gevonden metselwerk in Papengracht 7 later zijn hergebruikt. In de middeleeuwen en ook nog daarna was er een levendige handel in gebruikte bouwmaterialen. Dan zou de ontdekte muur niet uit de dertiende eeuw dateren. Maar door de archeologische vondst aan de Papengracht weten we nu vrij zeker dat de muur echt zo oud is.

Vuistregels voor de relatieve baksteenchronologie in Leiden. Uit: Orsel, E.D. 2007. Bodemonderzoek in Leiden 20: Rijswijkers in Leiden: Algemeen Overzicht van bakstenen en metselwerk in Leiden En signalering van zestiende- en zeventiende-eeuwse kenmerken. Leiden: Gemeente Leiden. Dienst Bouwen en Wonen Bureau Monumentenzorg en Archeologie.
Omdat het metselwerk in Papengracht 7 gedeeltelijk was weggehakt, konden alleen de "koppen" van de bakstenen worden gemeten - dat wil zeggen, alleen de breedte en hoogte van de stenen. De onderste rijen bakstenen hadden een breedte van 14 cm en een dikte van 7,5 - 8,5 cm. Wanneer de afmetingen van de metsellagen geëxtrapoleerd werden, komt men tot een tienlagenmaat van 85 cm.

Vondst van de Week
Vondst van de week (#VVDW) is een rubriek van de erfgoedexperts van Erfgoed Leiden en Omstreken. Zij doen daarin verslag van opmerkelijke vondsten en ervaringen. Via deze websiteTwitterInstagram en Facebook houden zij u op de hoogte.

Pieter-Jan de Vos
4 november 2023 

 

Om verder te lezen

-De Vos, P.J., 2020. Bouwhistorisch onderzoek Papengracht 7, Bouwhistorisch Archief Erfgoed Leiden en Omstreken [niet gepubliceerd].
-Van Rooden, J. 2001. “Papengracht 7: een glimp van het Sint Barbaraklooster”, in: Jaarboekje voor geschiedenis en oudheidkunde van Leiden en Omstreken (31), Leiden.
-Orsel, E.D. 2007. Bodemonderzoek in Leiden 20 : Rijswijkers in Leiden : Algemeen Overzicht Van Bakstenen En Metselwerk in Leiden En Signalering Van Zestiende- En Zeventiende-Eeuwse Kenmerken. Leiden: Gemeente Leiden. Dienst Bouwen en Wonen Bureau Monumentenzorg en Archeologie.
-Orsel, E.D. 2011. ‘Stenen van de Graaf’, in: Westerheem, jrg. 60, nr. 4, 184-192.
-Van Oerle, H. 1975. Leiden Binnen En Buiten De Stadsvesten : De Geschiedenis Van De Stedebouwkundige Ontwikkeling Binnen Het Leidse Rechtsgebied Tot Aan Het Einde Van De Gouden Eeuw. Leiden: Brill, p. 75-76.
-Lunsingh Scheurleer, ThH., C. Willemijn Fock & A.J. van Dissel. 1987. Het Rapenburg : Geschiedenis Van Een Leidse Gracht. Leiden: Rijksuniversiteit Leiden Afdeling Geschiedenis van de Kunstnijverheid, p. 163-165.
-Conceptrapport - RAAP-RAPPORT 4402 Plangebied Ondergrondse afvalcontainers in de historische binnenstad van Leiden - Gemeente Leiden Een geo-archeologisch booronderzoek en een opgraving, variant archeologische begeleiding, p. 80.

 

 

 

kaart