Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Oude Universiteitsbibliotheek en Faliede Begijnhof

  • Leiden
  • Geschiedenis 1500-1600
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Gebouwen

Gevelteken Rapenburg 70


foto de Sterke
GT_1618
Bibliothecae Academiae

Dit gebouw is in 1917 neergezet als universiteitsbibliotheek en is als zodanig tot 1983 in gebruik geweest. Uitbreiding met vleugels, oude situatie.
Tegenwoordig wordt het gebruikt door het College van Bestuur van de universiteit.

De op 8 februari 1575 opgerichte universiteit was oorspronkelijk gevestigd in het Barbaraklooster dat op de hoek van het Rapenburg en de Langebrug stond.
Al in 1577 bleek het Barbaraklooster te klein voor de universiteit waarna men verhuisde naar deze locatie.
Kort na de stichting van de universiteit werd een bibliotheek gevestigd op de bovenste verdieping van de Sint Agneskapel van het Faliede Begijnhof. Onder een falie verstond men in de middeleeuwen een soort regenmantel die vrouwen om zich heen sloegen. De begijnen droegen dit soort jassen, vandaar de naam Faliede Begijnhof.
Het eerste boek van de bibliotheek was de Polyglot Bijbel, gedrukt door Christoffel Plantijn en geschonken door Prins Willem van Oranje aan de bibliotheek in 1575. De presentatie van dit boek wordt beschouwd als de basis waarop de bibliotheek is gebouwd. De bibliotheek werd in gebruik genomen in het gewelf van het huidige Academiegebouw op Rapenburg op 31 oktober 1587.
In de 16e/17e eeuw waren het Anatomisch Theater, de Universiteitsbibliotheek en de Schermschool op deze plaats gehuisvest. Afbeelding atlas van Blaauw

In 1914 werden plannen gemaakt voor de uitbreiding van het gebouw en in 1915 besloot men verder te gaan dan alleen een verbouwing. Er werden leeszalen voor de afzonderlijke faculteiten gepland, zoals ook in het buitenland gewoon was, maar niet iedere hoogleraar was overtuigd van het nut van deze zalen.
De bouw werd in opdracht van het Rijk gedaan met als als uitvoerder de Rijksbouwkundige voor de gebouwen van Onderwijs de heer Vrijmans. De hoofdopzichter was P.M.J. van Oerle en als opzichters fungeerden de heren H.M. Baggerman en B. Bijkerk. Jan de Quack zorgde voor de decoratie van het interieur.
In dezelfde periode werd ook het Anorganisch Chemisch Laboratorium in de Hugo de Vriesstraat gebouwd.
De Eerste Wereldoorlog vertraagde de afwerking van het gebouw danig en in mei 1919 bericht het Leidsch Dagblad dat de verhuizing van het oude naar het nieuwe gebouw in de vakantie plaats zal vinden.
Bij de restauratie van het Groot Auditorium werd een aantal zerken opgegraven uit de 17e eeuw, de tijd dat het gebouw in gebruik was door de Engelse gemeente. Deze werden overgebracht naar de Pieterskerk.
In 1581 bleek ook dit gebouw weer te klein, waarna de universiteit verhuisde naar het Witte Nonnenklooster aan de overkant, maar de Begijnhofkerk werd ingericht als Universiteitsbibliotheek.

Tegenwoordig is de Universiteitsbibliotheek gevestigd aan de Witte Singel.

..
GT_1492. foto (r) Stiel
AEDIFICATA MCMXVII
Deze versierde steen zit op de hoek van de tuin van de oude Universiteitsbibliotheek. Het geeft aan, dat het pand in 1917 gebouwd is.

...
GT_1557 foto (l) de Sterke en (r) STIEL

CONDITA MDLXXXVII
Deze steen zit in de gevel aan het Rapenburg, links van het toegangshek.
Hij komt uit een huis dat hier vroeger heeft gestaan. Het heeft de vorm van een natuurstenen schild met guirlandes en opschrift MDLXXXVII. Het betekent " gesticht anno 1587".
In 1822 werd het complex uitgebreid met een nieuw voorgebouw. Voor een representatieve entree werden een aantal begijnhofwoninkjes gesloopt. Daardoor ontstond de tuin aan het Rapenburg.


GT_1563
In de tuin het wapen Minerva.

Bronnen:

Leidsch Dagblad 18 november 1915, blz. 1
Leidsch Dagblad 21 december 1918, blz. 1
Leidsch Dagblad 13 mei 1919, blz. 6
Wikipedia


Dit verhaal is opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden. Eventuele aanvullingen voor dit verhaal kunt u sturen naar geveltekens@oudleiden.nl. Voor meer informatie of contact met de commissie raadpleeg ons colofon.
kaart