Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: VLUCHTELINGEN UIT ONZE STREKEN IN DE LAAT ROMEINSE TIJD

  • Genealogie
  • Hillegom
  • Gebouwen

-

VLUCHTELINGEN UIT ONZE STREKEN IN DE LAAT ROMEINSE TIJD

Vandaag de dag worden we geconfronteerd met mensen die vluchten voor wapengeweld en de zee oversteken om in veiligheid te komen. Vanaf het einde van de derde eeuw is dat ook mensen die bij ons in de buurt woonden overkomen.

Groei en leegloop
Het kustgebied bij de monding van de Rijn is vanaf de steentijd bewoond. Zo'n twee eeuwen voor het begin van onze jaartelling ontstonden woonplaatsen langs de oevers van de rivieren. Nadat de Romeinen Gallie en het Bovenrijngebied hadden ingenomen kregen ze ook het Rijnmondgebied in handen. Door het echec in het Teutoburgerwoud besloot de keizer Engeland te veroveren en werd de Rijn rijksgrens.
Tussen Rijn en Maas werd een kanaal gegraven met een grote haven. In het jaar 69 werd op Roomburg een groot fort gebouwd. In enkele eeuwen groeide de Rijnmond tot een relatief welvarend gebied.
Gaandeweg werd het land echter moeilijker bewoonbaar. De grote vraag naar voedsel door het Romeinse leger leidde tot uitputting van de kwetsbare gronden aan de kust en de ontgonnen veengebieden begonnen te vernatten.
Daarnaast werd het ooit zo machtige Romeinse Rijk van alle kanten aangevallen en riep zijn legers terug Noordelijke stammen trokken naar het Zuiden en liepen onze streken omver.
Uiteindelijk bleef onze omgeving schaars bevolkt achter. (4)

Bevolkingsontwikkeling
Voor de bevolkingsontwikkeling van de Rijnmonding zijn de volgende cijfers berekend:
vroeg romeinse tijd, 0 - 70 : 2100 -4200 inwoners
midden romeinse tijd 70– 260 : 10.000 – 16.000 inwoners
laat romeinse tijd na 260 - 450: circa 300 inwoners
Deze aantallen betreffen de inheemse bevolking samen met het Romeinse leger.
Waar trok de bevolking in de Laat-Romeinse tijd en daarna heen? Veel mensen hadden verwanten en kennissen elders in het Romeinse Rijk. Men deed op hen een beroep om een nieuw bestaan op te bouwen. Dit laat zich vergelijken met de huidige migrantenstromen richting fort Europa. Aristrocraten met hun volgelingen konden profiteren van hun contacten om nieuwe landbouwgronden te vinden. Misschien dat sommigen terecht kwamen in de grote steden als Keulen of Trier.Velen werden ook aangetrokken door het welvarende Brittannia.

Scheepvaart over de Noordzee
Brittannia lijkt ver weg, maar ook toen was de verbinding over de Noordzee al een druk bevaren route.
Vanaf onze kust kon men in een tot anderhalve dag de oversteek maken, terwijl men van hier naar Dorestad (Wijk bij Duurstede ) al gauw drie dagen onderweg was.(4)
Men beschikte in die tijd al over behoorlijk zeewaardige schepen. In North Ferribly inYorkshire werden een drietal prehistorische schepen gevonden. De oudste was een roeiboot van 16 meter die plaats bood aan 18 roeiers. Deze boot dateerde van ongeveer 2000 voor Christus. Bij Dover werd een iets jonger exemplaar aangetroffen dat op zijn minst ook 18 roeiers kon bevatten.
Een gave afdruk van een schip waarmee van ca. 600 AD werd gevonden in een graf bij Sutton Ho (niet ver van Harwich). Een complete roeiboot van rondom 350 na Christus is het Nijdamschip uit Sleeswijk Holstein. Al deze schepen waren van eikenhout gemaakt.


Een Engelse legende
De oversteek van vluchtelingen heeft een belangrijke plaats in de Engelse legenden gekregen. De monnik Beda vertelt dat Angelsaksen in drie lange schepen naar Brittannie kwamen.. Ze kregen van Vortigern land onder voorwaarde de bevolking te beschermen tegen de Picten. Hun aanvoerders, zo wordt gezegd, waren de broers Hengist en Horsa. Ze versloegen de invallers uit het noorden, maar ze gingen daarna niet terug maar lieten steeds meer verwanten overkomen. Ze eisten een hogere beloning voor hun hulp.Toen ze dat niet kregen maakten ze gemene zaak met de Picten. Er brak een oorlog uit waarbij de Angelsaksen werden verslagen bij Mons Badonicus en Horsa sneuvelde. Na verloop van tijd trokken de verslagen Angelsaksen er plunderend op uit. Ze verdreven de Britten en vormden eigen koninkrijken.
Zo is het beeld ontstaan dat grote oorlogsvloten met Germaanse stammen aangeland zijn en de Keltische bevolking hebben verjaagd. Bij dit beeld zijn wel wat kanttekeningen te maken. Dit verhaal van Beda monnik uit Noordhumberland, is ontleend aan dat van de abt Gildas uit de 6 e eeuw die naar Bretagne was gevlucht. Het kwam Beda goed uit om de Angelsaksische rol slecht af te schilderen want zij haddan zijn berekening van de datum van het paasfeest verworpen.

Assimilatie
Archeologisch onderzoek wijst helemaal niet op het verjagen van bevolkingsgroepen. DNA onderzoek wijst uit dat de bevolking van Oost Engeland verwant is aan die van Noord Nederland, maar ook dat er een integratie heeft plaats gevonden met de Keltische bevolking. Merkwaardig genoeg werden ook Egyptische wortels aangetroffen.
Ook de omvang van de oorlogsvloten moet wat afgezwakt worden. De totale migratie over de Noordzee was ongeveer 100.000, maximaal 200.000 mensen in een eeuw.

Aanvankelijk hebben de migranten wel gebruik gemaakt van verlaten Romeinse nederzettingen. De meeste Angelsaksische nederzettingen waren aanvankelijk te vinden bij bosranden dicht bij een rivier of een stroom. Gaandeweg ontstonden dorpen op geografisch gunstig gelegen plaatsen. De blik werd meer naar buiten gericht en men ging produceren voor een markteconomie De landbouw ontwikkelde zich van een systeem met vierkante omwalde velden (celtic fields) tot een systeem van dorpsgemeenschappen met langgerekte akkers. Ook veen en zware kleigronden werden in gebruik genomen.
De Angelsaksen raakten verwikkeld in een machtsstrijd met de Keltische Britten. In 600 kregen zij de macht over hun gebied met uitzondering van het westen. De Angelsaksische cultuur en taal werden langzamerhand aangenomen.

Onder de Angelsaksen was weinig eenheid.De Juten beheersten het Isle of Wight, Kent en Hampshire, de Saksen Sussex, Essex en Wessex en de Angelen East Anglia, Northumbria, en Mercia.
Northumbria was tijdelijk het machtigst.
De woelingen hebben hun sporen nagelaten. In Oost Engeland is nog een aantal verdedigingswallen en greppels terug te vinden met namen als Black Ditches en Devils Dyke. Begraafplaatsen van Angelsaksische krijgers met veel schatten zijn gevonden in Sutton Hoo, ten Westen van Harwich en bij Lichfield in Noord Staffordshire. Bij de laatste vondst ging het om vijf kilo gouden sieraden en anderhalve kilo aan zilver.
Temidden van de woelingen kreeg het Christendom vaste voet in Groot Brittannie. Het noorden werd bekeerd vanuit Ierland het zuiden vanaf het continent. En hoewel beide met Rome verenigd waren bestonden er sterke verschillen in de religieuze praktijk. In 664 na Christus wordt geprobeerd met de synode van Whitbey de verschillen te overbruggen , maar de monniken van de noordelijke kloosters, waaronder Beda liepen kwaad weg. Pas vijf eeuwen later zou door koninlijk ingrijpen eenheid ontstaan.

Stabilisering
Aan het strijdgewoel kwam langzamerhand een einde. In 760 na Chistus noemde Offa zich koning van heel Engeland. Maar het duurde nog enige tijd voor de situatie daar stabiel werd, en vluchten velen naar het inmiddels stabiel wordende continent Die migratie nam dusdanige vormen aan dat de Merovingers er aanspraken op Brittannia aan meenden te kunnen ontlenen. De retourmigatie bleef waarschijnlijk tot het Frankische gebied beperkt, maar mogelijk waren er ook wat afstammelingen van eerdere vluchtelingen uit het Rijnmondgebied bij.
Gaandeweg liep het aantal inwoners in het Rijnmondgebied op zodat hier in de tijd van Karel de Grote ongeveer 900 mensen woonden.

Bij Dorestad ontstond een handelscentrum van meer dan lokale betekenis. . De handel bleef niet tot Dorestad beperkt, ook de toenmalige bewoners van de omgeving van de Profburgwijk namen deel.


Voor dit artikel werden verschillende auteurs geraadpleegd o.a.:
M.E.P. Dijkstra Leiden, 2011
Peter Donelli, Nature 2015
H.Harke: Mediaevel Archeology 2011,


onderschriften

Al voor de Romeinse tijd werd de Noordzee druk bevaren
De helm behoort tot de schatten van Suton Hoo
In de 6 e eeuw na Christus ging men in Engeland stenen kloosters en kerken bo
kaart