Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Sint Salvatorshofje

  • Leiden
  • Geschiedenis 1601-1700
  • Gebouwen

Gevelteken Steenstraat 17


Foto W. Devilee


GT_1245 foto Wikipedia.

Steenstraat: St. Salvatorshofje.
Opschrift:
S. Salvators hoff
Gesticht ende Doen Bouwen
by H. Pouwels Claeszoon
De Goede Anno 1636


Pauwels Claeszoon van de Velde, telg uit een voornaam en rijk burgemeestersgeslacht en vicaris van de O.L. Vrouwenkerk, bepaalde in zijn testament van 1625 dat een hofje gesticht diende te worden na zijn dood, dat Sint Salvator of Salvator Mundi zou moeten gaan heten.
In 1639 werd het hofje voor 'eerlijke maagden of weduwen' voltooid. Opvallend in de bouwstijl zijn de spitse bogen boven de ramen.

Pauwels volgde in Utrecht de opleiding tot katholiek geestelijke en keerde later terug naar zijn geboortestad Leiden om zich er als priester te vestigen. Hoewel men het katholieke geloof in die dagen niet erg gunstig gezind was werd hij niet gehinderd bij de uitoefening van zijn ambt. Het werd hem zelfs toegestaan in priestergewaad in het openbaar te verschijnen, iets dat normaal gesproken verboden was.
Pauwels overleed op 90-jarige leeftijd in het Bethaniënhofje, dat hij behoorlijke som geld naliet.
Na zijn dood kochten zijn executeurs-testamentair een oude kaatsbaan en bouwden op het terrein een complex van twaalf huisjes. Na de Reformatie was dit de eerste katholieke stichting in Leiden. De bouw van het hof kwam in 1639 gereed.
Regelmatig kregen de bewoonsters brood en kaas en in het voorjaar een ruime hoeveelheid turf. Op de naamdag van Petrus en Paulus werd een extra wit broodje verstrekt. Maar uiteraard moest er, als tegenprestatie, ook worden gebeden voor het zielenheil van de stichter.
Jarenlang werd het hofje bestuurd door leden uit het geslacht van Pauwels van de Velde. Toen de familie aan het eind van de 18e eeuw uitgestorven was werd een rentmeester aangesteld.

In 1809 werden 4 van de 14 huisjes gesloopt wegens bouwvallige staat. Er was geen geld voor nieuwbouw en pas in 1884 werden ze herbouwd. In 1891 werd men aangesloten op de gasleiding en in 1895 op de waterleiding, de kwaliteit van het put water zou zeer slecht zijn geweest. In plaats van de waterpomp kwam er één waterkraan.
In de jaren 1931-1932 volgde een grondig herstel waarbij het oude aanzien, met de spitsbogen boven de ramen en deuren en enkele kruiskozijnen, bewaard bleef.
Door verval was het hofje in de jaren '60 van de 20e eeuw niet meer geschikt voor bewoning.
In 1978-1979 voerde de nieuwe eigenaar, de Stichting Leidse Studentenhuisvesting, een totale renovatie uit.

Bronnen :

H. Kleibrink en R. Spruit, Hofjes in Leiden, Boekhandel de Kler Leiden, 1979.
Leidsche Courant, 3 januari 1940, pagina 2
Website Leiden Stad van Ontdekkingen

Dit verhaal is opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden. Voor meer informatie zie ons colofon.
kaart