Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Paard en koets; Fietsen en treinen

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden

Interview met de heer L. Nieuwenhuis in april 2015

De heer L. Nieuwenhuis, in 1931 geboren in de Hoefstraat waar vader een fietsenzaak had, groeide op aan de Jan van Houtkade in een gezin waar veel kon, met nog een zus.
Jan van Houtkade
Rond de Hoefstraat was er veel bedrijvigheid door de variëteit aan winkels. Wel was er een strikte scheiding bij het doen van boodschappen. Protestanten, zoals de ouders van dhr. Nieuwenhuis, kochten bij protestanten. In de ‘katholieke’ V&D mocht niet gekocht worden, hoewel hij er natuurlijk wel rondkeek.

Niet veel geheimen
Dhr. Nieuwenhuis was een kind in de oorlogsjaren, maar sommige herinneringen zijn nog levendig, zoals het vorderen van fietsen door de Duitsers in de zaak van zijn vader, de plek waar de mannen zich verstopten bij een razzia, en de verschrikkelijke geschiedenis van de jongen die een paar Duitse broden stal…
De opa van moeders kant woonde in het Bos van Krantz in Warmond. Hij was daar chauffeur en huisknecht. Als kind was dhr. Nieuwenhuis er vaak, mocht mee met paard en koets waarmee de oude mevrouw Krantz naar de kerk gereden werd. En naar het klokkentorentje in het kasteel om de klok op te winden. Overal wist hij de weg.
Ook de stad Leiden heeft niet veel geheimen voor hem; 18 jaar lang was hij stadsgids bij het Gilde. Zijn verzameling boeken over Leiden is groot, evenals het aantal foto’s, die hij grotendeels zelf afdrukte.

Afwisseling!
Na de lagere school ging dhr. Nieuwenhuis naar de hbs, waar met harde hand orde werd gehouden. In de oorlog was de school anderhalf jaar gesloten, waarna het moeite kostte om het ritme te hervinden.
Met het diploma op zak begon hij aan administratief werk, onderbroken door militaire dienst. Maar het kantoorleven zinde hem niet en in 1955 maakte hij de overstap naar de Spoorwegen. Dat bracht afwisseling: van lokettist tot verkeersleider, van rangeerder tot perronopzichter.
In 1956 trouwde dhr. Nieuwenhuis. Er kwamen twee dochters en een zoon.
Door de woningnood woonde het jonge echtpaar in, aanvankelijk bij de ouders van dhr. Nieuwenhuis, maar via de protestants christelijke woningbouwvereniging werd een flat gevonden in de Beethovenlaan.
De salarissen waren laag, dus het was financieel een heel krappe tijd. Wel gaf het werk bij de Spoorwegen de mogelijkheid om veel te reizen. Medewerkers kregen vrij vervoer, ook in het buitenland. Geld voor couchettes was er niet, maar op de banken slapen lukte toch, met de kleinste in het bagagenet.

Zelfmoorden
Vrijwilligerswerk deed dhr. Nieuwenhuis al ruimschoots tijdens zijn werkzame leven, bijvoorbeeld in het bestuur van de CNV, of praktisch: het helpen invullen van belastingaangiften.
Tot voor kort was hij ook actief bij de zangvereniging Vox Humana, waar hij zong, maar ook voorzitter was. Hij verliet het koor als erelid. Een lintje had hij al eerder van de burgemeester gekregen voor zijn vrijwilligerswerk.
Op zijn zestigste ging dhr. Nieuwenhuis met de VUT, voornamelijk omdat hij genoeg had van de wachtdiensten, die vaak een aanslag waren op zijn nachtrust. En van de zelfmoorden. Steeds maar weer die mensen die voor de trein sprongen. “Ze hebben voor me uitgerekend dat ik minimaal 250 lijken uit het spoor heb geraapt.”

De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.

Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.

Interview door de werkgroep De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de Opleiding Geschiedenis van de Universiteit Leiden.

Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl

Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.
kaart