Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Zo rood als een kroot

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden

Interview met de heer A. Wetselaar op 8 januari 2018

De heer Abraham Wetselaar werd als derde van vier kinderen geboren op 6 april 1931 in de voormalige (Lange) Vrouwenkerksteeg in Leiden. Het was een grauwe buurt. Vader was arbeider bij Zuurdeeg Wollendekenfabriek op de Oude Singel, waar hij werd vernederd en uitgeknepen door de directie. De leefomstandigheden waren erbarmelijk, maar als kind nam Bram de dingen zoals ze waren. Het gezin was hecht, zijn ouders waren krachtige mensen met innerlijke beschaving, al waren ze getekend door het arbeidersleed van die tijd.
Op zondagochtend gingen ze naar de Pieterskerk of de Hooglandse Kerk. Alleen was de kerk niet zo’n vriendelijke gastheer voor socialistische leden, zoals zij. “Er was spanning tussen de verschillende bevolkingsgroepen en we waren zo rood als een kroot.”
Eén jaar ging hij naar de streng christelijke Tijmstraschool, de lagere school op de Hoge Morsweg 12. De andere jaren bracht hij, net als zijn broers en zus, door op de Leidse Buitenschool in Katwijk aan Zee, in verband met de heersende tbc. Dagelijks met de tram heen en terug. Mooie herinneringen heeft de heer Wetselaar aan die school. Het was er prettig en er werd goed onderwijs gegeven; in de buitenlucht, met tussen de middag anderhalf uur rusten.

Tijdens de oorlog werd de school verplaatst naar Katwijk aan den Rijn en later naar het Leidsche Volksgebouw op de Heerengracht. Een groot voordeel was dat de kinderen in de laatste oorlogswinter er ook eten kregen. Zo had Bram al iets in de maag als hij thuis met een pannetje naar de gaarkeuken in de Potgieterlaan moest. Zijn portie gaf hij aan zijn broers die op de kunstacademie zaten.
Schaarste was er op allerlei gebied. Zo liep Bram op meisjesschoenen. Hij bofte nog, want sommigen liepen op blote voeten in de stad. Kort na de oorlog kreeg hij andere schoenen. Hij mocht ze uitzoeken in Volkenkunde, waar het schoeisel van omgekomen Canadezen verzameld werd.

Flora en fauna
Bram had veel belangstelling voor planten en nadat hij de lagere school in Katwijk had afgerond, stapte hij naar de Leidse Hortus met de vraag of hij er kon werken. Hij werd aangenomen, werkte er met plezier, maar stapte op zijn vijftiende over naar de Rijksplantsoenendienst om zijn ervaring uit te breiden en een opleiding te volgen.
Zes jaar later moest hij in militaire dienst, 21 maanden in Ossendrecht. Verschrikkelijk vond hij het, vooral het schieten, al was hij er wel goed in. Het was geweldig om ten slotte de poort uit te lopen, terug naar het normale leven, waar hij opnieuw een baan vond bij de Hortus.
Al voor zijn diensttijd leerde de heer Wetselaar zijn vrouw kennen. Via de duivensport. Een van zijn postduiven was tijdens een wedstrijd de weg kwijtgeraakt en landde op een huis in Franeker. Ergens, bij het ophalen van de duif, sloeg de vonk over. Na acht jaar verkering op afstand, “een prachtige tijd”, vond het paar een etage met twee kamers te huur aan de Damlaan 2 in Leiden en kon er getrouwd worden.

Hoge ladders
De ouders van de heer Wetselaar stimuleerden de kinderen om hun talenten te ontplooien en hun ambities na te streven, ook al konden ze daar zelf financieel niet aan bijdragen. Het waren hoge ladders om te beklimmen, maar met veel doorzettingsvermogen lukte het de kinderen. Eén broer werd postzegelontwerper, één medailleur, de zuster werd modeontwerpster en Bram klom op bij de Hortus, met steun van hortulanus Veendorp aan wie hij warme herinneringen heeft. In tegenstelling tot aan de toenmalige directeur, die de werknemers kleineerde. Ook de opvolger van Veendorp was zo’n type en er waren nog meer “rotzakjes” die hem het leven zuur maakten. Een goede gelegenheid om - na dertig jaar - weg te gaan, kwam toen prof. Schilperoort van de vakgroep Moleculaire Plantkunde hem vroeg op zijn laboratorium te komen werken met plantenzaden, een materie waarin de heer Wetselaar bij de Hortus gespecialiseerd was geraakt. Tot zijn pensioen heeft hij er met plezier gewerkt.

De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.

Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.

Interview door de werkgroep De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de opleiding Geschiedenis van de Universiteit Leiden.

Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl

Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.
kaart