Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Sociale betrokkenheid en vrouwenemancipatie

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden

Interview met mevrouw E. Rutgers-van der Loeff-Ober, 21 juni en 11 juli 2018

Mevrouw Elsa Janneke (Els) Rutgers van der Loeff-Ober werd op 17 juli 1938 geboren in Leeuwarden. Na haar kwam nog een (inmiddels overleden) broer. Het was een warm gezin, religieus, maar op een open manier. Els had vooral een goede band met haar invoelende vader.

In de oorlog waren er twee Joodse onderduikers in huis, maar door verraad moest het gezin vluchten naar een schuiladres in Drachten. Via verschillende adressen kwamen ze uiteindelijk in Bloemendaal terecht waar vader werk vond.

Els maakte er op het Kennemer Lyceum het gymnasium af. Daarna schreef zij zich in Leiden in bij de universiteit voor haar studie sociologie. Dat was een ratjetoe van bij elkaar geraapte vakken. Aanvankelijk zag ze het als tussenjaar voor ze aan een zware studie medicijnen zou beginnen, maar het Sociologisch Instituut bleek een prettig, klein gezelschap. Ze voelde zich er thuis en bleef. Veel druk stond er niet op het afronden van de studie, ook niet van thuis. Ze
heeft er zo’n tien jaar over gedaan. Dat kon destijds. Pas toen ze ging solliciteren, bleek de noodzaak om af te studeren, wat ze zo snel mogelijk deed.

Intussen was ze lid van de VVSL. Ze was er actief, onder andere in de Sinterklaascommissie die een programma organiseerde voor de Leidse kinderen. Op het Instituut werd ze gevraagd zitting te nemen in het studentenfaculteitsbestuur. Ze deed dat samen met Bram Rutgers van
der Loeff. Ze verzorgden lezingen, gingen bij professoren op bezoek en organiseerden het jaarlijkse feest voor alle sociologiestudenten.


VVSL

In Leiden woonde Els in verschillende studentenkamers: in de Mariënpoelstraat, de Bilderdijkstraat en ten slotte op de Papengracht. Ze had daar een kamertje op een zolder waar je door de kieren in het dak de buitenlucht kon zien. Bram kwam er helpen schilderen en klussen, en van studievrienden werden ze geliefden.

Op de Papengracht woonden ze een tijdje samen, wat hoogst ongebruikelijk was in die tijd. Maar er was geen hospita voor het toezicht en de wederzijdse ouders hadden er geen problemen mee. Om woonruimte te krijgen moest je getrouwd zijn. Dus huwde het paar in 1963 en betrok een ruime benedenetage aan het Plantsoen.

Een getrouwde vrouw werkt niet. Els ging uitkijken naar een baan, wat als getrouwde vrouw ook al niet vanzelfsprekend was. Dat werd haar duidelijk te verstaan gegeven bij het Arbeidsbureau, maar ze zette door en werd adjunct-directeur van een private school met één klas in een villa op de Rijnsburgerweg
86. Er was een internaat aan verbonden. De kinderen kregen in de achterkamer les en sliepen boven.

Naast het lesgeven over gezin en samenleving, had Els avond- en nachtdiensten.
Buiten de school gaf ze bovendien handenarbeidlessen, waarvoor ze getuigschriften haalde.

Nadat haar eerste dochter was geboren, mocht ze parttime gaan werken, maar de functie van adjunct raakte ze daarbij kwijt. Het dochtertje ging mee naar de school, waar ze door de dames van de huishouding verzorgd werd. Later, toen ze de wieg ontgroeide, ging echtgenoot Bram ook minder werken en met een oppas erbij liep alles op rolletjes. Een handige bijkomstigheid was dat de meisjes in de school ook leerden wassen en strijken. Els nam haar wasgoed dus mee achter op de fiets.

Raadsherenbuurt
Vlak voor de geboorte van de tweede dochter, Brecht, verhuisde het gezin naar de Fagelstraat. Door haar lessen ‘gezin en samenleving’ was Els al op het spoor gekomen van de feministische geschriften van Joke Smit, een van de oprichtsters van de Vereniging Aktiegroep Man Vrouw Maatschappij (MVM). Een broer van Joke Smit woonde ook in de Fagelstraat. Dat wekte vertrouwen en maakte de stap om aan te sluiten bij de Leidse MVM groep makkelijker.


Raadsherenbuurt

In de buurt, de Raadsherenbuurt waar het gezin 30 jaar woonde, begon zich een nieuwe saamhorigheid te ontwikkelen. Aanvankelijk gevoed door het verzet tegen het plan van een wethouder een busbaan door de naburige Leidse Hout aan te leggen. Er ontstonden verschillende initiatieven op het gebied van de verkeersveiligheid in de buurt, maar ook voor gezellige activiteiten en beurtdiensten om kinderen naar school te brengen.

Bijzonder was de kraakwagenruilbeurs. Eenmaal per maand kwam de kraakwagen langs om
afgedankte zaken op te halen. De buurt zette dan hun spullen bij een bepaalde particuliere garage voor de deur. Daar kon je kijken of er iets van je gading bij was voordat het in de kraakwagen verdween. Het werd een gezellig trefpunt waar van allerlei te vinden was: van leuke kinderkleertjes tot klein meubilair en waar koekjes werden uitgedeeld. De kraakwagenruilbeurs heeft jarenlang gefunctioneerd.


Kraakwagenruilbeurs

Langzamerhand ontstond een echte buurtvereniging, waarbinnen verschillende werkgroepjes gevormd werden. Eén daarvan was de werkgroep Leidse Hout-theater, waar mevrouw Van der Loeff een belangrijke rol in speelde. Er werden onder andere kindervoorstellingen georganiseerd.


Leidse Houttheater

Verder was er de maandelijkse kookclub met vijf gezinnen, waarbij de mannen kookten. Ingewikkelde recepten, want ze wilden laten zien wat ze konden.
3 oktober werd in de buurt groots gevierd met kinderspelen, een optocht en opgetuigde kramen waar de heerlijkste hutspot gegeten kon worden. Buurtgenoten die zich opgaven om te koken, kregen aardappelen en wortelen thuisbezorgd. De lekkerste hutspot won de gouden stamper, een wisseltrofee: een echte vergulde stamper.

Mantelzorg
Op 53-jarige leeftijd ging mevrouw Van der Loeff met pensioen. Het lesgeven, inmiddels op verschillende scholen, was organisatorisch ingewikkelder geworden en met de zoveelste fusie kon ze boventallig uitstappen.
Naast de zorg voor haar vader, die met moeder naar Oegstgeest was verhuisd, werd ze vrijwilliger bij het vrouwengezondheidscentrum HARA. Ze verzamelde er informatie en hield die up-to-date. Via HARA kon ze deelnemen aan verschillende vrouwennetwerken. Er was saamhorigheid bij de gezamenlijke activiteiten. Het opzetten van mantelzorgondersteuning was een intensieve onderneming waar mevrouw Van der Loeff uitgebreid over vertelt. Ze werd bestuurslid van de nieuw opgerichte Leidse Vereniging van Mantelzorgers. Tot op de dag van vandaag houdt ze zich bezig met het maken van nieuwsbrieven ten behoeve van mantelzorgers en met het organiseren van bijeenkomsten. Ook is ze betrokken bij het Mantelzorgcafé in Oegstgeest.


Nieuwsbrief LVvM

De eigen mantelzorg, voor vader, werd intussen steeds intensiever, zeker nadat moeder overleden was. Echtgenoot Bram van der Loeff nam met veel toewijding een deel van de zorg op zich. Ze werkten als een team tot vader in 1996 overleed.

Mevrouw Van der Loeff schrijft graag. Nieuwsbrieven voor mantelzorgers, maar ook stukjes uit haar eigen leven met een schrijfgroep. Ze doet dat met veel plezier mee met andere vrouwen in de praatclub ‘De dansende grootmoeders’.
Sociale betrokkenheid en vrouwenemancipatie lopen als een rode draad door haar leven.
Haar buitengewone activiteiten als vrijwilliger zag ze beloond toen op de Dag van de Mantelzorg de burgemeester haar in de Regenboogkerk in Leiden een lintje kwam opspelden.

De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.

Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.

Interview door de werkgroep De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de Opleiding Geschiedenis van de Universiteit Leiden.

Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl

Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.

kaart