Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: “De cariës tierde welig”

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden

Interview met de heer A. van der Vorst, 1 juni 2022

De heer A. (Arnoud) van der Vorst werd in het voorjaar van 1942 geboren in Wateringen. Vader was werkzaam op een kwekerij, maar vond de dood drie maanden voor Arnouds geboorte. Moeder hertrouwde en kreeg nog een dochter. Maar ook moeder overleed jong. Arnoud was toen zes jaar. Hij werd opgenomen door een oom en tante in Gouda. Ze waren fijne pleegouders; hij had er een goede jeugd in het harmonieuze gezin. Tante was huisvrouw. Oom, een broer van moeder, werkte op het kantoor van De Producent, destijds een Goudse zuivelfabriek.

Kerkhoven
Arnoud wilde graag geneeskunde gaan studeren, maar bij de oriëntatiedagen in Amsterdam werd dat afgeraden omdat er in die jaren - het was 1960 - een overschot aan artsen was. Hij koos voor tandheelkunde. Het was een pittige studie. Naast de medische colleges waren er de hele week door practica. Sommige studiegenoten vonden het te zwaar en stapten over naar de medicijnenstudie. Arnoud kwam erdoorheen en kon zich gemakkelijk vestigen als tandarts omdat er een groot tekort was. De wachtkamers waren vol, er moest hard gewerkt worden, want de cariës tierde welig na de oorlog. Pas door het gebruik van fluoridetabletjes en -tandpasta verbeterde de situatie. Ook de halfjaarlijkse controle die onder invloed van de ziekenfondsen werd ingesteld betekende een grote vooruitgang.

Arnoud kwam in Leiden terecht door de militaire dienst. In de Morspoortkazerne was een kleine kliniek waar hij samen met collega’s militairen behandelde. Er ontstond wel een rel doordat ze constateerden dat de koks van de koksschool zulke slechte gebitten hadden. Er werd gezegd: “Die staan met hun kerkhoven boven de kookpotten, daar moet wat aan gedaan worden”. De rekruten raakten daarop in paniek door de gedachte dat er misschien massaal kiezen getrokken zouden worden.


Eerste luitenant (tandarts) in Morspoortkazerne

Snelle boren
Na twee jaar diensttijd nam Arnoud waar in de praktijk van tandarts Steinz. Dat was zwaar; er zaten ’s avonds wel 50, 60 mensen in de wachtkamer. Maar tussen hem en de assistente bloeide iets op. Ze trouwden.
Samen met ‘zijn’ assistente begon hij een praktijk in hun woonhuis aan de Warmonderweg in Oegstgeest. Contacten met collega-tandartsen waren goed, maar niet heel nauw. “Kijk, tandartsen, dat zijn een beetje solitaire mensen.” Wel was er de Leidse Tandartsenvereniging, waar Arnoud een tijdje in het bestuur zat. De laatste 15 jaar van zijn praktijk was hij lid van een Alfagroep, waar collega’s bijeenkwamen om het vak te bespreken en de kwaliteit te verbeteren.

De technische ontwikkelingen en de nieuwe materialen zorgden na de oorlog voor grote verbeteringen. Oude elektroboren werden vervangen door de snelle boren, er kwamen witte composietvullingen in plaats van amalgaam en kronen werden niet langer van goud gemaakt, maar van porselein. De administratie in de kaartenbakken werd overgezet in aanvankelijk zeer dure computers.

Tweemaal heeft de heer Van der Vorst korte tijd als vrijwilliger in het buitenland gewerkt. Eerst in een kliniek in Jeruzalem waar arme kinderen een tandheelkundige behandeling kregen, later met een paar Nederlandse collega’s in Kenia. Daar werd een klaslokaal voor hen ontruimd en kwamen dorpelingen uit de omgeving naar hen toe om kiezen te laten trekken.


Vrijwilliger in Kenia

De totaal andere cultuur was boeiend, maar het was schrijnend om te zien dat de kinderen wel allemaal een schooluniform droegen, maar dat er nauwelijks boeken waren en dat er kinderen rondliepen met een bilharzia-ontsteking aan hun benen, waar niets aan werd gedaan.

Complexe geest
In 2004 stopte de heer Van der Vorst met de praktijk. Vier ochtenden per week ging hij werken bij het tandtechnisch laboratorium Bergers en zo kreeg hij tijd om een wens te vervullen: schrijven. Onder het pseudoniem Paul Dentz schreef hij intussen twaalf boeken met geschiedenisonderwerpen, zoals De verdwenen koning van Frankrijk, over het tragische leven van een zoon van Lodewijk XVI.


Een van de boeken onder pseudoniem Paul Dentz

Daarnaast kwamen er vier verhalenbundels. Bij zijn onderzoek voor het schrijven van de geschiedenisverhalen stuitte hij geregeld op historische figuren met machtswellust zoals Napoleon. Ook heden ten dage zijn ze er, ziet hij, dictators met een opgepompt ego en een soort gevoel van almacht waarbij hun zicht op de realiteit verdwijnt. In het interview gaat de heer Van der Vorst daar uitgebreid op in, met een uitstapje naar de Nederlandse bestuursvorm.

Ook verdiepte hij zich in de kunst, met name in wat het neo-symbolisme werd genoemd, waarbij de wisselwerking tussen de kunstenaar en zijn intuïtie een belangrijke rol speelt.
Door zijn belangstelling voor de complexiteit van de geest, waarover hij ook veel las, heeft de heer Van der Vorst zelf op verschillende manieren geëxperimenteerd met geestverruimende middelen. Een doorbraak waarbij hij een verhelderend inzicht kreeg over de werking van de geest heeft dat niet opgeleverd. Wel gelooft hij in het voortbestaan na de dood: “Die dimensie waar je een heel andere kijk op de realiteit krijgt, inzichten.”

Tijd om het nu wat rustiger aan te doen, neemt de heer Van der Vorst niet. Hij is met een nieuw boek bezig, hij leest veel, schildert bij BplusC, zit in verschillende clubs en heeft een vriendin die hij niet wil verwaarlozen.
Eigenlijk zou hij een soort maatschappelijk-filosofische essays willen schrijven. “Maar ja, de tijd is ook een punt. Je moet uitkijken dat je niet verdrinkt in je eigen ambities. Je wordt ouder en je spankracht wordt wel minder. Dus zolang als het allemaal nog gaat lukken…”

De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.

Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.

Interview door de commissie De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de Opleiding Geschiedenis van de Universiteit Leiden.

Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl

Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.

kaart