Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Doelenpoort

  • Leiden
  • Geschiedenis 1601-1700
  • Geschiedenis 1801-1900
  • Geschiedenis 1951- heden
  • Gebouwen

Gevelteken Arsenaalstraat 1

.......
GT_1025

Zandstenen poort uit 1645, ontworpen door Arent van 's Gravensande.
De poort gaf toegang tot de Doelen, het oefenterrein van de Leidse Schutterij.
Het ontwerp van de poort was van de stadsbouwmeester Arent van 's-Gravesande, die in Leiden ook de Marekerk, de Lakenhal en de Bibliotheca Thysiana ontwierp.
De beschilderde zandstenen poort is voorzien van Dorische halfzuilen en versierd met wapens en oorlogsattributen.
Het beeldhouwwerk stelt Sint-Joris met de draak voor geflankeerd door twee kanonnen.
In de metopen van het fries zijn v.l.n.r. een kruithoorn, een kruitvat, in het midden het wapen van Leiden, dan weer een kruitvat en een kruithoorn te zien.


GT_1025 foto: W. Devilee

Onder het fries zijn de volgende namen gegraveerd:

DEECKEN + M.W PAEDTS + HOOFTMAN + L.W. LEEUWEN + I LUCQ + S. HOOGHBOOT
C.V. LEEUSVELT + M.V. WALWYCK + I.V. STAVEREN + M D C X L V

Aangezien de poort na de restauratie aanzienlijk smaller is geworden kan het zijn dat er letters verloren zijn gegaan.
In de boog van de poort zijn trofeeën aangebracht van wapens die gebruikt werden door de schutterij.
Aan weerszijden van de poort zijn reliëfs van trofeeën aangebracht die bestaan uit lansen, wapenschilden en ander wapentuig.


GT_1025

Het 17e eeuwse beeldhouwwerk is van de hand van de Haagse beeldhouwer Pieter Adriaensz. ’t Hooft (1610-1650) die werkzaam was in Den Haag, Utrecht en Leiden in de periode 1639-1645.
De heilige Georgius (Joris) van Cappadocië wordt traditioneel afgebeeld met een draak, symbool voor het heidendom, die hij volgens de overlevering zou hebben gedood. Hij was een Romeins legerofficier die weigerde deel te nemen aan de vervolging van christenen, waarop keizer Diocletianus hem liet vermoorden.
Als patroonheilige van onder andere soldaten, militairen, strijders in elke vorm en tegen oorlogsgevaar, was hij ook de schutsheilige van het gilde van de voetboog-, later kloveniersschutters. Kloveniers, ook wel kolveniers of busschieters genoemd, hanteerden de zogenaamde klover, een musketachtig wapen.

Op een schilderij van Hendrik van der Burgh uit ca. 1655, dat zich in de Lakenhal bevindt, staat de poort in volle glorie afgebeeld.

De poort is een Rijksmonument.

Het Doelenterrein werd gebruikt door de twee Leidse schuttersgilden: het St. Jorisgilde, en het St. Sebastiaangilde. De schutterij bestond uit gewapende burgers. Zij verdedigden de stad in oorlogstijd en speelden een belangrijke rol bij het handhaven van de openbare orde.

In de stadsuitleg van 1386 werd in het bon Noord-Rapenburg een stuk grond gereserveerd om te dienen als nieuw oefenterrein voor de doelen. Het was gelegen tussen de Stadsbuitengracht (Witte Singel), de Groenhazengracht, de Doelengracht en de Doelensteeg. Het oefenterrein dat de schutterij voor die tijd gebruikte was gelegen in de driehoek Levendaal, Zijdgracht en de stadsbuitengracht . De Sint Jorissteeg herinnert nog aan de aanwezigheid daar van de Sint Jorisdoelen.
De St.Jorisdoelen vestigden zich in 1452 op het nieuwe oefenterrein en de
Sebastiaansdoelen volgden in 1477. De terreinen werden door een smalle sloot van elkaar gescheiden. Beide genootschappen hadden er hun eigen huis, ook 'doelen' genoemd. Het St. Jorisgilde kreeg bij de stadsuitbreiding van 1386 dit terrein ter beschikking en in 1477 ging het St. Sebastiaangilde hier ook oefenen. Beide schuttersgilden werden enkele jaren na Leidens Ontzet samengevoegd, waarbij ze ook de beschikking kregen over musketten in plaats van de hand- en voetbogen waarmee ze tot dan toe waren uitgerust. De schuttersgilden werden opgeheven in 1798 ten tijde van de Bataafse Republiek.
In de loop der eeuwen werd er veel vertimmerd aan deze huizen en aan de verschillende bijgebouwen. In 1692 werd een houten stal gebouwd ten behoeve van de beoefening van de paardrijkunst. Wellicht is het hieraan te danken, dat in de 18e eeuw de dragonders in Leiden werden gevestigd en in de negentiende eeuw de artillerie.
In 1730 werd het huis van de Sebastiaansdoelen gesloopt, in 1818 dat van de St.Jorisdoelen. Van het oude Doelencomplex bleef alleen de poort ontworpen door Arent van 's Gravensande uit 1645 over. Jacob Timmermans maakte in 1788 een tekening van de situatie.
In de eerste helft van de negentiende eeuw werd het Doelenterrein kazerne. Vanaf 1820 werd er gebouwd aan de verschillende delen van het complex, waaronder het arsenaal. In 1822 werd de infirmerie aan de
Groenhazengracht uitgebreid. Tot in de jaren '70 van de twintigste eeuw is het complex in gebruik geweest bij het ministerie van Defensie.
Van 1818 tot 1980 gaf de poort toegang tot de Doelenkazerne.

Aan het begin van de jaren '80 werd een groot deel van de kazernebebouwing gesloopt om plaats te maken voor woningbouw en nieuwbouw ten behoeve van de universiteit. Het arsenaal en de voormalige infirmerie bleven over. De laatste werd geschikt gemaakt voor woningbouw, de eerste werd na een grondige verbouwing door de architect Tjeerd Dijkstra, waarbij de westelijke binnenplaats werd overdekt, door de universiteit in gebruik genomen.

In 1984 werd de poort gerestaureerd en volledig gedemonteerd. Na de restauratie is het bouwwerk onoordeelkundig in elkaar gezet. Bij het opnieuw opbouwen werd de maatvoering verstoord en tevens werd de poort los gezet van het naastgelegen Arsenaal. Ook bleek er een gebrekkige deklaag aangebracht en daardoor kreeg zoutaanslag de kans de poort aan te tasten.
Om deze fouten te herstellen werd de Doelenpoort daarom in 2012 ingrijpend gerenoveerd, waartoe ook het beeld van 'Sint-Joris en de Draak' tijdelijk werd verwijderd. De directe aanleiding voor de restauratie was de duidelijk zichtbare schade aan de poort. De verf was op veel plaatsen afgebladderd en delen natuursteen waren beschadigd, o.a. door mechanische invloeden. Ook was veel zoutuitbloei zichtbaar op het natuursteen; het gehele object was zwaar zoutbelast en zeer vochtig. Doordat de bovenzijde van het hoofdgestel niet waterdicht was kon regenwater gemakkelijk binnendringen.

Om de schade en de fouten in de maatvoering te herstellen werd de gehele poort gedemonteerd en in de werkplaats gereinigd en gespoeld om de zouten te verwijderen. Daarna werd de poort weer in de correcte maatvoering, tegen het Arsenaal aan, opnieuw opgebouwd. Na voldoende droging werd de poort beschilderd in een passende kleurstelling.
Burgy bouwbedrijf en Bam Bam Steenhouwers restaureerden het rijksmonument grondig en herstelden de fouten van voorgaande restauraties. Ook bij deze restauratie ging er iets niet helemaal goed. Eén van de zandstenen kanonnen die bovenop de poort staan moest grotendeels worden nagemaakt na een onfortuinlijke val in de werkplaats van Burgy. Het is zo mogelijk hersteld, op kosten van Burgy en zonder dat de gemeente er in tijd last van had.

Dit verhaal is opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden. Zie verder colofon
kaart