Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: “Dit wordt het pakkie-an voor jou, hoor”

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden

Interview met de heer J.J. Gijsman op 12 december 2016

Joop Gijsman werd op 21 december 1928 geboren in een familie van huisschilders en verfhandelaren. Vader Gijsman, die een schildersopleiding had, is na zijn diensttijd in de Eerste Wereldoorlog verf gaan verhandelen. Aanvankelijk vanuit de voorkamer van zijn ouderlijk huis en na zijn huwelijk met Joops moeder in hun huis aan de Hogewoerd 125.
Het ging hem goed, want in 1929 kon hij een verffabriek bouwen aan de Dwars Bolwerkstraat 1-3 met een doorloop onder de huisjes door naar het nog niet gedempte Levendaal. Zie gevelreclame in artikel van Geveltekens.


Verffabriek Gijsman - foto HVOL Niek J. Bavelaar

Er werden spelletjes gedaan in het gezin waarin Joop met zijn broer en zusje opgroeide; monopoly, ganzenbord, sjoelen, maar er waren strenge huisregels. Zo werd er elke zondag gekerkt, meestal in de Hooglandse Kerk, en ging hij naar de School met de Bijbel op het Noordeinde 40, viermaal daags een goed kwartier lopen.


Het gezin van vader H. Gijsman

Zwemles kreeg hij in De Zijl, een open bad, maar als het kouder dan 4 °C was, hoefde hij niet. Vriendjes had hij in die tijd niet. Dat werd anders toen hij naar de christelijke hbs ging in de Kagerstraat.


Schoolklas in 1940

Verboden chocola
In die periode brak de oorlog uit. Het gezin overleefde de hongerwinter voornamelijk door een voorraad suikerbieten die vader in de garage had laten storten nadat zijn auto was gevorderd door de Duitsers. Drie-in-de-pan van suikerbieten aten ze, en ook onsmakelijke tulpenbollen, gegaard op een potkacheltje dat was gemaakt van een verfblik. Op school werden er geregeld maaltijden verstrekt. Kapucijners met puree, herinnert dhr. Gijsman zich.
Toen er gebrek aan stroom en water kwam, ging hij naar het badhuis in de Van der Werfstraat, waar je voor een klein bedrag lekker warm kon douchen. Dat was wel opschieten, want na 10 minuten werd op de deur geklopt dat je tijd om was.
Volksbadhuis aan de Van der Werfstraat

Korte tijd is er inkwartiering geweest van twee Duitse militairen. Vriendelijke jongens, die de kinderen chocola aanboden, maar de ouders verboden het om dat aan te nemen.
De overburen brachten de Hitlergroet. Veel middenstanders kozen de Duitse zijde omdat ze geloofden dat het ze een betere toekomst zou brengen. Joop bracht intussen illegale blaadjes rond.
Later kwam er inwoning van een echtpaar met een dochter die weggebombardeerd waren uit Rotterdam. Aanvankelijk vonden ze onderdak aan de Boulevard in Katwijk, maar toen daar de huizen gesloopt werden voor de bouw van de Atlantikwall, suggereerde hun ‘huisbaas’: “Ga maar naar Gijsman, die heeft een groot huis.” De bovenverdiepingen werden aangepast en de mensen zijn de hele oorlogstijd gebleven. Huur wilde vader Gijsman niet vragen, daarmee zou de indruk kunnen ontstaan dat de zaken slecht gingen, wat in feite ook wel zo was. In ruil voor de inwoning kregen de kinderen pianoles van de Rotterdammer.
Er voegde zich ook nog een vriend bij hen die moest onderduiken om te voorkomen dat hij voor de Arbeitseinsatz naar Duitsland werd gestuurd. Als er aangebeld werd, verdween hij snel door een luik onder de vloer, samen met de broer van Joop die bijna 18 jaar was en hetzelfde risico liep.
Driemaal is er huiszoeking geweest. Onder andere omdat ‘Oom Rien’ gezocht werd, dominee M.D. Gijsman, die mogelijk onderduikers had geholpen of een ‘verkeerde’ preek had gehouden, duidelijk is dat nooit geworden. Hij stond op zolder achter de verfblikken en werd niet opgemerkt.

Alleskunner
Na de oorlog, toen de productie van materialen weer op gang kwam, ontstonden er ook nieuwe, synthetische verven die de lijnolie- en standolieverven gingen vervangen.
“Dit wordt het pakkie-an voor jou, hoor”, zei vader Gijsman en Joop ging opleidingen volgen, wel vier of vijf, want hij moest een alleskunner zijn. Voor zijn opleiding Chemisch Analist fietste hij heen en weer naar Scheveningen. In Brussel leerde hij hout- en marmerimitatie schilderen aan de Academie de Peinture, in Manchester bij de ICI leerde hij alles op het gebied van specifieke kleurstoffen en synthetische verven, bij TNO in Delft deed hij laboratoriumonderzoeken. Een bewuste keuze was zijn loopbaan niet, maar een duidelijke voorkeur had hij ook niet, dus liet hij zich gewillig in de verfindustrie opnemen.
In 1946 werd hij gekeurd voor militaire dienst. Waarschijnlijk maakte hij een te verlegen indruk waardoor hij buitengewoon dienstplichtig werd. Daarmee ontsnapte hij aan de verschrikkingen van de zogenaamde politionele acties in Nederlands-Indië: “Ja, ik word er wel week van als ik daaraan denk.”

Eerste relatie
In 1960 werd Joop door een vriend meegevraagd om te gaan zeilen met een aantal studentes van een medisch dispuut: “Daar was een studente bij, die was even lang als ik, prachtig zwart haar en hele donkere ogen. En ik zie die donkere ogen nog iedere dag, alleen is ze een beetje grijs geworden. Maar vier jaar later zijn we getrouwd ja.” Op zijn 32e was het zijn eerste relatie.

Intussen had dhr. Gijsman in de vijftiger jaren de zaak overgenomen van zijn vader. Na verloop van tijd is hij zich gaan richten op epoxyharsen. Een dieptepunt was de periode dat hij werd opgelicht door een zakenpartner.
Op zijn 63e ging hij met pensioen en begon zijn tweede leven, waarin hij onder andere zijn bestuursactiviteiten bij de roeivereniging Die Leythe voortzette: “We hebben bij de Spoorwegen nog een keer voor mekaar gekregen dat ze bij de hogesnelheidslijn de brug vlak naast de roeivereniging een stuk hoger maakten. Die roeivereniging kon niet onder de brug door. Dat kostte ze drieënhalve ton en dat hadden ze nog liever dan dat wij een bezwaarschrift in gingen dienen.”

Joop Gijsman is op 12 september 2023 overleden.

De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.

Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.

Interview door de werkgroep De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de opleiding Geschiedenis van de Universiteit Leiden.

Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl

Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.
kaart