Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: “Je had als getrouwde vrouw geen mallemoer te vertellen”

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden

Interview met mevrouw L.M.S. Gerlings op 4 januari 2018

Louise Margaretha Stephania Gerlings – roepnaam Louky – werd op 5 maart 1928 geboren in Soerabaja, Nederlands-Indië, als dochter van twee “ras-Nederlanders”. In 1935 repatrieerde het gezin, met inmiddels twee dochters, naar Nederland. Op de boot van Indië naar Nederland verbaasde Louky zich over het feit dat ook blanke mensen fysieke arbeid verrichtten. Tot op dat moment had ze alleen donkere mensen zien werken. Aanvankelijk werd ze “gedropt” bij haar grootmoeder in Aerdenhout, “een doortastende tante”. De reden daarvoor was waarschijnlijk dat haar vader enkele maanden naar Zwitserland ging om te herstellen van een ziekte. Grootmoeder was een freule, een chique dame, die graag verbleef in het kuuroord Domburg. Louky had het bij haar oma naar haar zin. Toen vader was teruggekeerd, vestigde het gezin zich – na een jaar in Voorschoten – aan de Leidse Lorentzkade. Er woonden veel kinderen in de buurt waarmee verstoppertje werd gespeeld in de brandgangen. Auto’s waren er nauwelijks. Aan de Lorentzkade stonden er twee, waarvan er een van vader Gerlings was. Als ondernemer was hij onder meer importeur voor Java Kawi Thee Import. Mevrouw Gerlings herinnert zich hoe de benedenverdieping vol stond met grote kisten; de kinderen hielpen met het verpakken van de thee in doosjes. Ze had daar geen moeite mee: “Daar was nooit discussie over; zo lag het feit.” In de oorlog zette vader Gerlings een worteljamfabriek op, gelegen aan de Oude Vest. Doordat er suiker nodig was voor de fabriek leed het gezin tijdens de oorlog geen honger.

Een soort deftige school
Samen met haar zus ging Louky naar de ELS (Eerste Leidse Schoolvereniging): “Dat was wel een soort deftige school, maar ik had geen idee wat de vaders van die kinderen allemaal deden.” Het schoolgebouw stond aan het Noordeinde tegenover het Leidsch Dagblad aan de Witte Singel. Aanvankelijk werden ze met twee kinderen uit de buurt met de taxi naar school gebracht. Daarna legde ze de route met haar zus af op de step, totdat ze naar de middelbare school ging. In de oorlogsdagen van 1940 deed ze toelatingsexamen voor het Stedelijk Gymnasium aan de Fruinlaan. Ze kwamen met z’n tienen (allemaal van de ELS) een kwartier te laat voor het toelatingsexamen. In de tweede klas bleven ze met z’n tienen zitten. Mevrouw Gerlings schrijft dat toe aan de feesten en partijen. In de eerste jaren was er in de Professoren- en Burgemeesterswijk niet veel te merken van de oorlog. Met twinkelende ogen vertelt ze dat ze waarschijnlijk wel een lastige puber was: “Ik was een feestnummer; ik had regelmatig vriendjes. Dan was de avondklok wel vervelend. Om acht uur moest je binnen zijn. Maar ik heb het leuk gehad in de oorlog; ik kan er niks aan doen!” Haar ouders gingen tijdens de oorlog uit elkaar; ook daarover is ze laconiek: “Het feit lag er. Als je er niks aan kunt veranderen, moet je het aanvaarden.” De middelbare school rondde ze niet af: “In de vijfde klas bleef ik weer zitten. Ik zei tegen mijn moeder dat ik ermee stopte.” Ze ging als hulpkracht bij de tandarts aan de slag en volgde een secretaresseopleiding bij Pont in de Breestraat. Haar eerste administratieve functie was bij de Leidse uitgeverij Stafleu. Ze redigeerde onder meer vertalingen van informatieve boeken. Haar gymnasiumkennis van het Engels, Frans en Duits kwam daarbij goed van pas. Omdat ze meer wilde verdienen ging ze solliciteren en trad ze in dienst bij de Exportmaatschappij Achterhoek en Lijmers in Wassenaar.

Poetsen en breien en zulke stomme dingen
Haar man leerde ze kennen tijdens de bevrijdingsfeesten. Hij woonde in de Burgemeesterswijk. Toen ze trouwden, in 1952, verdiende hij 400 gulden in de maand en zij 300 gulden. “Maar toen ik trouwde, moest ik stoppen met werken. Je had geen mallemoer te vertellen! Toen moest ik gaan poetsen en breien en zulke stomme dingen.” Aanvankelijk woonde het stel op een benedenverdieping in Wassenaar; daar werd in 1954 hun oudste dochter geboren. Later in dat jaar verhuisden ze naar de Lorentzkade; ze trokken in bij haar moeder. De benedenverdieping kwam vrij doordat zus Hetty ging trouwen en het huis verliet. Moeder woonde met een vriendin op de bovenverdieping. Aan de Lorentzkade werden nog twee dochters en een zoon geboren. In 1958 verkasten ze naar de Moddermanstraat en van 1968 tot 2008 woonde mevrouw Gerlings aan de Van den Brandelerkade. Haar man overleed in 1994. Nu woont ze in een comfortabel appartement. Mevrouw Gerlings vertelt hoe ze in de loop van de jaren steeds feministischer werd: “Ik vind gelijkwaardigheid van man en vrouw logisch, nuttig en noodzakelijk.” En zo besloot ze in de tachtiger jaren, toen ze inmiddels 50 was, om te gaan studeren. Omdat ze haar middelbare school niet had afgemaakt, moest ze toelatingsexamen tot de universiteit doen, het colloquium doctum. Toen ze zich daar op voorbereidde, ging haar man alleen met de kinderen op vakantie. Ze slaagde en ging Rechten studeren in Utrecht. Ze koos voor die stad, omdat je daar niet – zoals in Leiden – je hele jaar over moest doen als je een of twee vakken niet haalde. Na het behalen van haar kandidaatsexamen koos ze voor de opleiding Bedrijfskunde in Delft. Zij had een auto en reed met vier of vijf medestudenten dagelijks heen en weer. Toen een gebroken been – als gevolg van een onhandige hond - haar het autorijden onmogelijk maakte, rondde ze uiteindelijk de hbo-opleiding Bedrijfskunde in Dordrecht af: “’s Avonds was ik in een half uur thuis, want je mocht op dat stuk snelweg 170 rijden.”

Verzet tegen gemeentelijke plannen
Inmiddels heeft mevrouw Gerlings ook haar sporen verdiend in het vrijwilligerswerk. Ze vertelt hoe ze lid werd van de Vereniging van Vrouwenbelangen, die al voor 1900 was opgericht. Een van de activiteiten was gezamenlijk beleggen: “Niet omdat ik zo geïnteresseerd ben in geld, maar omdat ik het interessant vind hoe financiële zaken in elkaar grijpen.” Ze vond het uiteraard niet erg dat ze toch een aardig bedragje ontving toen ze er na tientallen jaren uitstapte. Toen ze de tijd daar rijp voor achtte, heeft ze de vereniging ‘Man-Vrouw 50/50’ opgezet. Deze vereniging was erop gericht dat vrouwen meer invloed zouden krijgen in de gemeentepolitiek. En ook op andere fronten is ze actie gaan voeren. Zo was er in de jaren zeventig het plan van de gemeente om een rondweg te creëren die ook over de De Sitterlaan en de Burggravenlaan zou lopen: “Hoe verzinnen ze het! Daar fietsten en liepen dagelijks wel duizend kinderen naar lagere scholen, maar ook naar het Stedelijk Gymnasium en naar de katholieke hbs.” Ze was al lid van de oudercommissie van de openbare Oppenheimschool. De leden van de oudercommissies van de andere scholen werden op de plannen van de gemeente attent gemaakt. Er werden officiële brieven geschreven en vervolgens wendde ze zich tot wethouder Kret, die vier huizen bij haar vandaan woonde. Het resultaat was dat de plannen van tafel gingen. Iets soortgelijks gebeurde met het idee om een flatgebouw neer te zetten tegenover de Vredeskerk aan de Van Vollenhovenkade. Daar spande mevrouw Gerlings de dominee voor haar karretje. Ze zorgde ervoor dat er veel bewoners aanwezig waren bij de bijeenkomst die de gemeente in de Vredeskerk had georganiseerd en ze liet de – uiteraard welbespraakte – dominee het woord voeren. Het flatgebouw is er niet gekomen. Op de vraag of mevrouw Gerlings – nu ze 90 is – nog steeds haar stem laat horen, geeft ze het verwachte antwoord. Natuurlijk heeft ze zitting in de bewonerscommissie van het appartementencomplex waar ze woont!

De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.

Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.

Interview door de werkgroep De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de opleiding Geschiedenis van de Universiteit Leiden.

Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl

Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.
kaart