Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Schoon genoeg van de huishouding

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden

Interview met mevrouw J.B.M. Schmidt-Laken, 13 maart 2019

Mevrouw Johanna Bernardina Maria (Jos) Schmidt-Laken werd op 31 augustus 1933 geboren op de Hoge Rijndijk in Leiden als oudste van acht kinderen, drie jongens en vijf meisjes.

Moeder was de oudste van twaalf kinderen. Vader - uit een gezin van negen - werkte aanvankelijk op de tuinderij van zijn vader, in de buurt van de Meerburgkerk in Zoeterwoude. Veel leverde dat niet op. In de crisisjaren stond hij een paar maal per week om vier uur op om met een schuit groente naar de veiling te varen. Hij kreeg er acht gulden voor, waar de onkosten nog af moesten. Toen bovendien zijn bank failliet ging, hield hij het voor gezien.

Hij kon kiezen uit een baan als koster van de Hartebrugkerk of opzichter van de Begraafplaats Zijlpoort. Hij koos het laatste omdat hij buitenwerk gewend was.
Het gezin verhuisde naar een ruim huis bij de begraafplaats, aan de Haven. Jos was toen twee jaar. In de grote woonkeuken stond een kolenfornuis waardoor het er ’s winters warm was. Verder werd alleen de woonkamer verwarmd met een kachel.


Huis op de R.K. begraafplaats Zijlpoort

Al op jonge leeftijd werd Jos ingeschakeld bij het huishouden: afwassen en strijken. Eenmaal per jaar, met de grote schoonmaak, als alle kamers leeggehaald moesten worden, hielpen de jongens ook wel. Naar de kleuterschool is Jos maar een paar weken geweest. Moeder hield haar liever thuis om de kleintjes bezig te houden. Jos vond het niet prettig op die school; thuis was het vrijer met veel ruimte om te spelen. Naar de lagere school, de Heilig Hartschool aan de Herensingel, ging ze wel met plezier. Ze heeft goede herinneringen aan juffrouw Pleij, die vriendelijker was dan de nonnen. Alleen zuster Geertruida in de vierde, dat was een hele lieve non.

Financieel had de familie het niet slecht, al was het geen rijkdom. Vader verdiende 100 gulden per maand en voor de woning hoefde hij geen huur te betalen. Naast het werk op de begraafplaats had hij een paar akkertjes van de tuinderij aangehouden. ’s Morgens vroeg ging hij vaak aardappelen, groente en fruit halen.

Op je knietjes voor het bed
Vader kwam uit een streng katholiek gezin. Zelf hield hij de touwtjes ook strak. Hij informeerde of je wel gebiecht had, er werd gebeden bij het eten, en ’s avonds moest je op je knietjes voor je bed voor het avondgebed. Op zondagochtend was er natuurlijk de kerkgang en ’s middags werden de kinderen naar het Lof gestuurd. De katholieke schooldag begon altijd met een mis. In de eerste en tweede klas werd je voorbereid op je eerste communie en bij afsluiting van de lagereschoolperiode deed je je plechtige communie. Het hoorde er allemaal bij. De vriendinnetjes deden hetzelfde.

In de winter van 1944 -’45 sloot de school voor de laatste twee trimesters. Er kon niet meer gestookt worden. Die winter kwam de familie redelijk door. Op de begraafplaats hielden ze een paar geiten waar ze wat melk en vlees van hadden en de tuin bracht nog groente en fruit op.

Een akelige herinnering is dat er op zekere dag een NSB-vrouw begraven werd.
Zie artikel in bijlage. In plaats van de gebruikelijke stoet koetsen liepen er zeker 100 NSB’ers van de WA (Weerbaarheidsafdeling) in zwarte uniformen door de straat. De kerk verbood de begrafenis, maar vader werd gedwongen de sleutels van het hek af te geven en er moest een graf klaargemaakt worden. Van de begrafenis en de plaats van het graf is niets terug te vinden in de boeken.

Bombardement
Een traumatische ervaring voor Jos was het bombardement door de Engelsen op 10 december 1944, bedoeld voor het Spoortje. Ze liep onder begeleiding met een groepje meisjes naar Zoeterwoude waar ze bij een boer een maaltijd zouden krijgen. Juist kwamen ze langs de Sint Josephkerk aan de Herensingel toen daar de bommen vielen. Er was een enorm kabaal, kletterend glas en geschreeuw, waarna huilende en gewonde mensen naar de kerk kwamen rennen. Het groepje heeft de tocht naar Zoeterwoude desondanks voortgezet, maar wat ze te eten kregen weet mevrouw Schmidt niet meer. De emoties waren te heftig die dag.

In 1945 ging Jos naar de meisjes-mulo op de Haarlemmerstraat. Dat was zo’n 20 minuten lopen. Soms, als ze vijf centen bezat, ging ze twee haltes met de Gele Tram, die zijn eindpunt had bij de Grote Havenbrug.

Plank en borstel
Ze was 15 jaar toen zich weer een kind aandiende en moeder zei dat ze van school af moest om thuis te helpen. Jos was in tranen, maar voegde zich, zoals ze altijd deed. Het huishouden was zwaar, bijvoorbeeld als ze de was voor het hele gezin moest doen in een tobbe met een plank en een borstel. Maar het was ook wel gezellig. Er was vaak aanloop van de pastoor of kapelaan die even koffie kwamen drinken na een begrafenis. Ook de koetsiers van de rijtuigen stopten weleens voor een praatje.

Moeder stuurde Jos naar naailes waar ze leerde patroontekenen en kleding maken. Zelf bedacht ze dat ze wilde leren typen. Moeder vond het goed. Ze haalde ook diploma’s steno en later handelscorrespondentie in verschillende talen.

Na zes jaar had Jos schoon genoeg van de huishouding en wilde een baan buitenshuis. Gesteund door een tante legde ze het voor aan haar ouders. Die konden er begrip voor opbrengen, ze namen een hulp voor een dag per week, en Jos begon aan haar baan bij de Marine in Wassenaar. Ze ging er met de Gele Tram naartoe. Het was leuk werk, maar toch solliciteerde ze naar een baan in Leiden. In 1954 werd ze bij de Grofsmederij aangenomen op de administratie. Ze werkte er tien jaar met een onderbreking van 16 maanden toen ze als au pair in Engeland woonde. Daar ging ze naar een avondschool en haalde een certificaat Engels van de University of Cambridge.

Retourbiljet
Op een dag ontving ze een brief van de Grofsmederij met de vraag of ze daar secretaresse wilde worden. Jos reageerde niet, waarop er een tweede brief kwam, met een ingesloten retourbiljet. Ze ging terug naar Nederland en kwam bij de Grofsmederij op de verkoopafdeling.


Kantoor Grofsmederij aan de Zuidzingel

Naast het kantoor was de tekenkamer waar zo’n 40 mannen aan het werk waren. Eén van hen was de heer Schmidt. En zo is het gekomen.

Via de Grofsmederij kon een gunstige hypotheek verkregen worden en er werd getrouwd. Het huis dat de heer Schmidt had gekocht - waar het echtpaar nog steeds woont - was nog niet klaar, zodat het nog even duurde voor ze samen konden wonen. Tot die tijd kwam hij af en toe een nachtje slapen. Jos kon blijven werken, wat ook voor de aflossing van de schuld heel prettig was.

Altijd actief
Er kwamen twee kinderen, een zoon en een dochter. Mevrouw Schmidt bleef altijd actief. Bij de gymnastiekvereniging kwam ze in het bestuur, en het kerkblad bracht ze op de fiets rond tot ze 84 was en het voortdurend op-en-afstappen niet meer zo soepel ging.

Bij de Vereniging van Huisvrouwen (nu NVVH-Vrouwennetwerk) is ze hoofdredacteur van het maandblad en doet de advertentieacquisitie. Samen met een zus maakt ze het blad op. En ze organiseert lezingen. Ze is zo’n 20 - 25 jaar lid van het bestuur, maar ziet de vereniging vergrijzen. Ze heeft nog wel veel contacten die via de vereniging tot stand gekomen zijn. Mevrouw Schmidt vertelt daar uitgebreid over.

In 2008 verscheen het boekje ‘Een oase van rust – 180 jaar R.K. Begraafplaats Zijlpoort’.

Mevrouw Schmidt opent het op de pagina waar het volgende geschreven staat over haar vader:
‘Toen per 1 april 1960 opzichter-grafdelver Th. Laken zijn zilveren jubileum vierde, leek er weinig aan de hand met de Zijlpoort. Toch moet deze stille werker in Gods wijngaard, zoals dergelijke functionarissen vaak werden genoemd, geweten hebben dat het ruimtegebrek steeds nijpender werd. Wie 5.000 mensen ter aarde heeft besteld, heeft daar een aardig inzicht in. Hij zal er derhalve niet vreemd van opgekeken hebben dat op 1 augustus 1969 het bericht afkwam dat de Zijlpoort ging sluiten. Het kerkhof was vol.’

De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.

Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.

Interview door de werkgroep De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de Opleiding Geschiedenis van de Universiteit Leiden.

Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl

Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.

kaart