Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Hoe een gouden tijd begon met de radiogids

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden

Interview met de heer L.W.J. van Kesteren, 5 juli 2019

De heer Leo van Kesteren werd geboren op 1 mei 1932, mevrouw Jannie van Kesteren-Bavelaar op 24 juli 1935, beiden in Leiden.
De heer van Kesteren zag het licht in de Van Speykstraat. Hij had een broer en een zus. Moeder zorgde thuis voor het gezin. Vader was smid, in dienst van de gemeente, waar hij met name aan het repareren van bruggen werkte.
Spelen op straat kon je uitgebreid. Er waren nog vrijwel geen auto’s; ruimte genoeg dus voor touwtjespringen en tollen.
Er waren veel buurtwinkels, en de groenteboer en melkboer kwamen aan de deur, net als de petroleumman. De Haarlemmerstraat was al een echte winkelstraat waar vooral veel slagers te vinden waren.
De parochiale jongensschool op de Haarlemmerstraat, hoek Pelikaanstraat waar Leo naartoe liep, was vrij ver weg, maar via de nieuwe brug over de Zijlsingel was dat te doen. Tekenen vond hij het leukste vak. Het werd de basis voor zijn beroepsopleiding.

Huilende Duitser
Leo was 8 jaar toen de oorlog uitbrak. Het gezin woonde toen op de Zijlsingel. Tegenover hen lagen boten met tarwe die Duitse bewakers aan boord hadden. Elke avond kwamen ze twee emmers water halen. Het gebeurde wel dat een oudere militair huilend aan tafel zat omdat hij berichten kreeg over bombardementen in het thuisland. In ruil voor het water gaven ze een rode zakdoek vol tarwe, die moeder in de koffiemolen maalde en waarvan ze een broodje bakte. Het hielp, maar er was honger in het laatste oorlogsjaar. Vader zat ondergedoken, dus liep moeder alleen naar de dorpen in de omgeving om wat eten te vragen. Leo ging soms mee. Hij weet nog goed hoe zwaar dat was.

Knuppel onder de toonbank
Via een buurman kwam hij op zijn zestiende bij de Zilverfabriek in Voorschoten. Daar werkte hij en volgde er vier jaar lang een opleiding tot goudsmid. De 6 kilometer van huis naar werk en terug deed hij op de fiets. “Dat was normaal in die tijd.” Hij verdiende 12 gulden in de week. Met een man of twintig zat hij in een zaal gouden sieraden te maken, wat hij met veel plezier deed, tot er te veel saai seriewerk kwam. Vijf jaar na zijn komst bij de Zilverfabriek stapte hij over naar juwelier Bink op de Hooigracht. De inkomsten gingen iets omhoog. Na vier jaar maakte hij weer een overstap, nu naar van de Water op de Haarlemmerstraat.

Aanvankelijk werkten daar vijf goudsmeden, maar doordat er steeds meer sieraden uit het buitenland kwamen en mensen minder bij de juwelier kochten, werd ook het aantal medewerkers minder, tot de heer van Kesteren er nog alleen was. Eenmaal maakte hij een overval mee. Op klaarlichte dag kwamen mannen de winkel binnen, sloegen een vitrine kapot, graaiden spullen weg en verdwenen. De heer van Kesteren, die boven aan het werk was, hoorde de meisjes beneden gillen. Een dure verzekering of een beveiligingsknop die signaal doorgaf bij de politie, was er nog niet. De enige beveiliging was een knuppel onder de toonbank.
--
Juwelier van de Water in 1972 op Haarlemmerstraat 185+183+181

Radiogids
Mevrouw van Kesteren herinnert zich de welvaartsgroei na de oorlog. Er verschenen voorwerpen in de winkels van een nieuw materiaal: plastic. Als kind stond je daarbij te kijken, maar je kon niets kopen want je had geen geld.
De vader van mevrouw van Kesteren was wever. Hij was vaak werkloos, daarom deden haar ouders veel thuiswerk en bezorgden kranten en de radiogids. Vanaf haar veertiende werkte Jannie op het naaiatelier van V&D, later was ze er verkoopster. Als ze om half zeven thuiskwam, stond haar eten op het oliestelletje in de keuken. Ze at het snel op en hielp dan met de bezorging waarvoor haar zware tas al klaar stond in de gang.
Een van de adressen waar de radiogids afgeleverd werd en betaald moest worden, was het huis van Leo van Kesteren. Hij hoefde geen 4 cent wisselgeld van het kwartje dat hij gaf. Dat viel op. Op een dag, toen Jannie weer van haar werk bij V&D naar huis liep, haalde Leo haar in op de fiets. “Spring maar achterop, joh”, zei hij. En zo is het gekomen. Ze gingen samen dansen bij Evert Castelein en ze zeilden met de boot van Leo.
Na twee jaar trouwden ze, waardoor Jannie haar baan kwijtraakte bij V&D. Eerst trouwden ze voor de wet en, na een vergeefse zoektocht naar woonruimte, een jaar later in de kerk. Pas toen kon er volgens de katholieke tradities worden samengewoond. Ze trokken in bij een lieve oma van Jannie. Op de bovenverdieping hadden ze twee kamers en voerden er een eigen huishouding. Toen een jaar later een dochter geboren werd, kwamen ze in aanmerking voor een huurhuis. Het werd een bovenwoning met twee verdiepingen. Na het wandelen met de baby, paste de kinderwagen precies in het kleine gangetje, maar als Leo thuiskwam, moest de wagen in twee delen naar boven gebracht worden, zodat zijn fiets er kon staan. Een dagelijks ritueel.


De heer van Kesteren in 1993 in het boek: Het ambacht. Leidse vaklieden aan het woord.

“Wat heb je het goed”
Financieel ging het ze goed. Het salaris bij van de Water was niet slecht en ze konden langzamerhand een radio kopen, een wasmachine, een koelkast, een tv, en na een paar jaar een auto, een DAF.
Als de moeder van mevrouw van Kesteren kwam, zei die wel eens: “Jeetje, wat heb jij het toch goed.” En zo was het. Ze gingen veel met vakantie, reisden door Zwitserland en Italië. Maar ook Tsjechië, Praag en Polen werden bezocht.
Het zijn herinneringen geworden. De behoefte aan reizen is er niet meer. Ze hebben een gouden tijd met z’n tweeën; wandelen veel en doen samen de huishouding.
Mevrouw van Kesteren draagt met trots nog sieraden die haar man met de hand heeft gemaakt. Ooit zullen ze voor hun dochter zijn. Maar nu nog niet.


Sieraden gemaakt door de heer van Kesteren voor zijn vrouw

De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.

Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.

Interview door de commissie De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de Opleiding Geschiedenis van de Universiteit Leiden.

Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl

Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.
kaart