Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: St. Stevenshofje

  • Leiden
  • Geschiedenis voor 1500
  • Geschiedenis 1601-1700
  • Geschiedenis 1701-1800
  • Gebouwen

Gevelteken Haarlemmerstraat


GT_1249

Gevelsteen St. Stevenshofje

Het Sint Stevenshofje of het Convent van Tetterode ligt aan de Haarlemmerstraat en is misschien wel het oudste hofje van Leiden.
Het hofje, in de buurt 'De Camp', is in 1487 gesticht door de rijke brouwer Willem Aerntsz. van Tetrode en zijn vrouw Cristijn (of Christina) Arentsdr. Bruinen en vernoemd naar de patroonheilige van het Leidse brouwersgilde, Sint Steven.
Al in 1484 kocht Willem Aerntsz. het huis met erf van zijn buurman. Wellicht was het kinderloze echtpaar toen al van het plan een hof te stichten. De akte voor de stichting van het hof werd op 27-11-1487 opgemaakt. Willem was op dat moment al ziek.
Het woonhuis van de buurman werd als plek bestemd waar het hofje moest komen. Hun eigen huis kreeg de bestemming van administratiekamer, "tot spraeck- ende beraet camer, om rekeninghe daerinne te doen, brieven, ghelden ende boeken in te sluten ende legghen".
Ook schonk het echtpaar landerijen en huizen aan het hof. Onder de schenkingen was de Sint Stevenspolder ten westen van Leiden, waar nu een woonwijk is. De straatnamen aldaar dragen de namen van vrouwen onder wie de echtgenotes van stichters van hofjes.

Uit de opbrengsten van de bezittingen kregen de bewoners bier, brood, kaas, boter, vlees, turf, zout, kaarsen, kousen, pantoffels, hemden en geld.
Dertien arme eerbare mannen mochten in het hofje trekken. Getrouwde mannen mochten hun vrouw meenemen, maar wanneer zij kwamen te overlijden moest hun vrouw een nieuw onderkomen zoeken.
Het toezicht op het hofje was in handen van de zangmeesters van de Onze Lieve Vrouwekerk. Van deze kerk is tegenwoordig alleen nog een muur over.
De bewoners van het hof moesten op vrijdag verplicht naar de mis om bij het altaar van Sint Steven, de beschermheilige van de brouwers, te bidden voor het zielenheil van de stichter en zijn vrouw.

Cornelis Floris van Tetrode bepaalde in 1634 dat de bewoners van het hofje voortaan witte bollen kregen uitgedeeld op 3 oktober, wanneer de inwoners van Leiden herdenken dat de geuzen hen in 1573 bevrijdden van de Spanjaarden.

Pas in 1761 durfen de bewoners het aan te protesteren tegen de regel dat vrouwen het hofje moesten verlaten wanneer de man kwam te overlijden. "Dat de vrouw niet alleen verliest haar man ook teglijk haar broot en wooninge het welk meest alle overkomt asse oudt en onmagtig zijn om iets tot haar onderhout te kunnen bekoomen; een saak die soo hart en bedroeft is voor die geene die dat te beurt valt dat het niet is uyt te spreeken".
De regenten besloten de regel af te schaffen.
Maar toen bewoner Jan van de Maas drie jaar later, in 1764, wilde hertrouwen, werd de voorwaarde gesteld dat, mocht hij overlijden, zijn weduwe het hof moest verlaten en geen recht meer op de preuven zou hebben.

Tussen 1771 en 1778 werd het hofje ingrijpend gerestaureerd. Veel later, in de jaren 1983 en 1984, werd het interieur van het monumentale complex opgeknapt. Dat gebeurde nadat het college van burgemeester en wethouders van Leiden het hof had overgedragen aan de stichting tot Exploitatie van Bejaardencentra. De stichting Sint Stevenshofje bleef gehandhaafd.

Het interieur van het hofje is tijdens de laatste restauratie ingrijpend veranderd. Van elke drie huisjes werden twee nieuwe woningen gemaakt. Er zijn beneden- en bovenwoningen, waar nu ouderen en jongeren wonen. Maar de poort aan de Haarlemmerstraat gaat nog steeds om tien uur `s avonds op slot, al hebben de bewoners wel allemaal een sleutel.

Opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden, zie verder ons colofon.
kaart