Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Pancras en Philips

  • Genealogie
  • Hillegom
  • Gebouwen

Pancras en Philips

Pancras en Philips


Een gotisch koor met ranke boogramen geflankeerd door twee ronde torens, bekroond door een dakruiter en als tegenwicht een brede houten klokkentoren. Bijna zeven eeuwen markeert dit gebouw het Hogeland. Begonnen als een hulpkapel van de kerk van Leiderdorp is ze in ruim twee eeuwen uitgegroeid tot een fraai voorbeeld van gothiek, dat net als veel van haar verwanten onvoltooid bleef. Hoog uitreikend boven de toch niet lage huizen van de Nieuwstraat levert de Pancras een schitterend stadsbeeld op.


Meer dan dertig jaar was dit het eerste wat ik van de buitenwereld zag als ik de gordijnen van de slaapkamer opende. Soms leken schimmen van mensen die in en rond dit gebouw gewerkt en geleefd hebben op te doemen. De meesten zullen altijd onbekend blijven. Van sommigen weten we nog de naam en misschien zelfs een paar details uit hun leven. Een enkeling is tot de dag van vandaag in herinnering gebleven. Dat geldt zeker voor Philips van Leiden, die vergeleken is met Machiavelli, en wordt beschouwd als erflater van onze beschaving.

Philips Pieterszoon van Gobburge werd in 1328 geboren op de Breestraat. Zijn ouderlijk huis was een van de weinige stenen huizen in Leiden. Het stond recht tegenover het Stadhuis. Hij kwam uit een belangrijke familie. Zowel zijn vader als zijn ooms waren schepen van Leiden en burgemeester geweest. Hij moest een goede opleiding krijgen en werd daarom als zeventienjarige naar Orleans gestuurd. Daar behaalde hij een licenciaat in het kerkelijk recht en liet zich priester wijden.
Terug in Holland kon hij met zijn opleiding aan de slag. Graaf Willem V wilde de jonge Leidenaar graag op zijn kanselarij hebben. Hij werd al snel ingezet bij belangrijke bestuurstaken. Zo werd hij met Gerard Alewijnsz, het hoofd van de kanselarij, naar Zeeland gestuurd om een slepend conflict te beslechten.
Philips had intussen zijn gedachten in een boek vorm gegeven. Hij heeft dit boek: ' over de zorg voor het algemeen belang' aan Willem V aangeboden . De graaf bleek er zeer mee ingenomen. De schrijver beklemtoonde dat het de taak van de bestuurders is het welzijn van de burgers te bevorderen. De bestuurder is er ten dienste van de bestuurden. Anders dan veel graven meenden zijn de burgers er niet om de landsheer een vorstelijk inkomen te bezorgen. Over de adel toonde Philips zich erg kritisch. Studeren doen ze niet. Van recht hebben ze geen kaas gegeten. Dus moeten ze zich ook niet met het bestuur bemoeien. Hun handwerk is de strijd. Laten ze zich daar dan in bekwamen en alleen optreden als het nodig is bij conflicten. En waarschijnlijk zou men met een beroepsleger beter af zijn.
De instemming met deze gedachten pakten voor Willem V slecht uit. Zijn familie liet hem in 1358 krankzinnig verklaren. Hij werd afgevoerd naar Henegouwen en werd de rest van zijn leven opgesloten in het kasteel van Quesnoy. Zijn broer Albrecht kwam de zaken waarnemen.
De rol van Philips in de grafelijke bureaucratie was voorlopig uitgespeeld. Hij vertrok naar Parijs en ging doceren aan de Sorbonne. Maar in de loop van de jaren zestig toonde hij zijn gezicht weer in Leiden en liet zich weer in met bestuurszaken.
De Pieterskerk was de belangrijkste kerk van Leiden. De pastoor van deze kerk viel onder de verantwoordelijkheid van de Duitse Orde. Deze
hield bij beslissingen naar de mening van de burgerij te weinig rekening met Leidse belangen. Philips zag als oplossing de versterking van het belang van de Pancraskerk. Dat kon door aan die kerk een kapittel te verbinden.Een kapittel is een college van geestelijken, kanunniken, dat regelmatig bijeenkomt om te bidden. Maar die kanunniken krijgen ook het recht om over allerlei kerkelijke en soms ook niet kerkelijke zaken te beslissen. En daarvoor ontvangt het kapittel een royale vergoeding.
Om het plan te verwezenlijken moest er onderhandeld worden. Maar dat viel mee. De pastoor van Leiderdorp,die nog steeds het gezag over de Pancras had, was enthousiast over het plan. De bisschop van Utrecht ging accoord als het hem geen cent zou kosten. En verder waren er allerlei belanghebbenden die alleen tegen betaling in wilden stemmen. Philips schrijft dat hij hieraan bijna een jaarinkomen kwijt was.
Nu moest ook nog voor het salaris van de kanunikken gezorgd worden. De rechtsgeleerde stapte toen in de sponsorwerving wat hem blijkbaar ook goed afging. In 1366 was alles rond en werd het kapittel ingesteld. Philips kreeg daarin de rol van penningmeester.
Al snel werd een overwinning op de Pieterskerk geboekt. De bewoners van het gebied rond de Burcht werden als parochianen van de Pieters overgeheveld naar de Pancras .
Drie jaar later promoveerde Philips van Leiden aan de Sorbonne. De bisschop van Utrecht haalde de jonge doctor naar de Domstad
en stelde hem aan als vicaris generaal. Lang heeft hij deze functie niet vervuld. Mogelijk tussen de drie en vijf jaar.
Hij keerde terug naar Leiden en betrok een huis aan de Kloksteeg dat ' de tempel van Salomon ' werd gedoopt. Hij had ondertussen een voor de middeleeuwen kolossale boekenverzameling opgebouwd, wel 50 stuks. In zijn huis begon hij de eerste openbare bibliotheek van Leiden. Studenten konden tegen borchtocht een boek lenen.
Als rechtsgeleerde had hij een grote reputatie opgebouwd. Als er ergens bestuursconflicten waren werd Philips al snel als arbiter gevraagd.
De verhouding met het graafschap was weer warmer geworden. Ook Albrecht vroeg hem meerdere malen te bemiddelen.
Tegen de jaren tachtig besloot Philips het kalmer aan te doen. Zijn aandacht ging vooral naar de herziening van zijn hoofdwerk, het boek 'over de zorg'. Vooral het goed beschrijven van praktijkvoorbeelden over de oplossing van conflicten hield hem bezig.
Hij stierf op 9 juni 1382 en werd begraven in de Pieterskerk.

Ook nu woon ik in de schaduw van een kerk. Als ik de gordijnen open zie ik hoe Kropholler zich in 1935 een romaans kerkgebouw voorstelde. De massieve torenromp van grote bakstenen en het rode pannendak van de Petruskerk drukken zwaar op de omringende eengezinshuizen. Ik vraag mij dan wel eens af, zou deze kerk er over zeven eeuwen nog zijn en zou men zich dan nog mensen van vandaag herinneren?


Met dank aan de auteurs: Fruin,Romein,Leverland


kaart