Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Slager aan de Janvossensteeg

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden

Interview met de heer G. Filippo op 21 april 2015

Vanaf zijn dertiende tot aan zijn 80ste levensjaar zat hij in het slagersvak. Hij werd in 1934 geboren op de Haarlemmerstraat, in het gedeelte tussen de Haven en de Pelikaanstraat. Zijn vader kwam uit Zoeterwoude, en zijn moeder was een Goudse.

Uiteindelijk werden er zeven kinderen geboren, van wie hij de middelste was. In de jaren dertig van de vorige eeuw verhuisde het gezin naar de Janvossensteeg.
In de mobilisatietijd ging hij naar de gereformeerde school aan de Hooglandse Kerkgracht. “De klassen waren groot, met 40 kinderen”, vertelt hij. Terugkijkend verklaart hij de best wel agressieve spelletjes op het schoolplein als een gevolg van de oorlog. “De jongens liepen naast elkaar en veegden dan stampend iedereen opzij.”
In de polder bij Leiderdorp bivakkeerden in de oorlog onderduikers en werd clandestien geslacht. Zie ook Slagers in Leiden 1940-1945 Dirk van Eck Stichting.

De Janvossensteeg en de Van der Werfstraat vormden zijn buurtje. Het was er bedrijvig. Er zat een parapluwinkel, een schoenenwinkel, een eierhandel en een logement voor marskramers. Ook een kapper en kroegen ontbraken niet. De winkeliers woonden boven hun zaken.
De jongens voetbalden op straat met een zelfgemaakte bal van samengedrukt papier met elastieken of met een gevonden ‘bledder’ (blaas) gevuld met water.

IJsstaven
In zijn achtste leerjaar stopte hij met school om zijn vader te helpen in de slagerij. Wat later ging hij bij een collega-slager in de leer. “Daar heb ik het vak geleerd; uitbenen, worst maken en schoonmaken. Dat schoonmaken, dat is echt heel belangrijk, dat leer je eigenlijk als eerste.”
Koeien kwamen in stukken binnen, net als varkens. Een vleesrijder van het slachthuis bracht ze. De ijsfabriek van Leiden zorgde voor ijsstaven die bovenin de koelkast werden gelegd zodat de kou kon zakken. Beesten werden gekocht op de veemarkt in Leiden of in Rotterdam. Die dag betekende extra vroeg opstaan. Zelf slachten gebeurde soms, in het slachthuis.
“Ik had een wijk van vaste klanten. Ik reed de hele stad door op een transportfiets, ook naar Oegstgeest en Leiderdorp. Ik kwam overal.”


In 1951: 25 jarig jubileum Slagerij Filippo.
Rechts grootouders Jo en Gerdbrand Filippo; links zoon Ger die toen 17 jaar was.


In 1959 trouwde hij en vond het bruidspaar in de Zeeheldenbuurt twee kamertjes om te wonen. Twee zoons en een dochter zagen het levenslicht. Wat later gingen ze zelf boven de zaak wonen. Daarna belandden ze in Leiderdorp.

Paardenslager
De omgang met studenten, dat vond hij prachtig. “Ze gaven zo’n levendigheid. Had er een zijn propedeuse gehaald dan werden mijn vrouw en ik gevraagd op het feest. Ik heb heel wat nachten doorgebracht op studentenkamers. Eens kreeg ik een plek op tafel aangeboden, daar stond een speciale stoel voor de slager!”
Met 3 October hield vader de slagerij open tot 12 uur. Moeder maakte dan een waskit vol hutspot. Zijn vader speelde die dag klarinet bij Concordia. “Later gingen we met z’n vijven, ons eigen gezin, feestvieren die dag en nog later als opa en oma met de kleinkinderen.”
Het slagersvak veranderde gedurende zijn leven. “Vroeger had je in Leiden een paardenslager, een runderslager, een Joodse slager en ook een slager die alleen vlees van nuchtere kalveren verkocht. Maar de grootste verandering is natuurlijk de machinerie geweest.”

De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.

Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.

Van dit interview is op 3 augustus 2017 een artikel in het Leidsch Dagblad verschenen.

Interview door de werkgroep De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de Opleiding geschiedenis van de Universiteit Leiden.

Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl

Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.
kaart