Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Saamhorigheid in De Kooi

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden

Interview met de mevrouw Maria Vlieland-Hartman, 13 november 2017

Mevrouw Maria (Rie) Vlieland-Hartman werd als derde van vijf kinderen geboren op 10 oktober 1931 aan de Rijndijkstaat in Leiden. Toen Rie vijf jaar was, werd het kleine huis verruild voor een woning aan de Nipponstraat (nu Floresstraat) in De Kooi. Zo woonde het gezin dicht bij overgrootmoeder die verzorging nodig had.

De familie was belijdend katholiek en Rie ging naar de meisjesafdeling van de Heilig Hartschool. Veel plezier had ze er niet in. Ze kreeg les van nonnen die bepaald niet gemakkelijk waren en het leren kostte haar moeite. Vooral aan de breuken had ze een hartgrondige hekel, ze waren altijd fout. De sfeer in de school was niet prettig. Er zaten er brutale meiden in de klas die vochten, zelfs met de nonnen.


De doopbeloften van Rie Hartman

Na de lagere school ging Rie naar de rooms-katholieke huishoudschool aan het Galgewater. Daar had ze het naar haar zin omdat ze er meer met haar handen kon doen. Koken, strijken en kleding maken leerde ze daar. En er was een turnclubje waar ze enthousiast aan meedeed.

Maar op een ochtend aan tafel zei moeder: “O, Rie, wat ik even wilde zeggen. Eh, ik heb een baantje voor je, bij Beuth in de Kaiserstraat.” Zelf had ze niets in te brengen. Ze ging. Beuth was een dekenfabriek waar ze gewatteerde dekens in elkaar moest zetten en machinaal borduren. Leuk werk vond ze dat.


Op het plat bij Beuth

Hongeroedeem

Van de oorlog herinnert mevrouw Vlieland zich de door de straat marcherende Duitse troepen, het geluid van de laarzen en het zingen. Ook de vliegtuigen die in massa’s overkwamen, maakten veel indruk. Vader was lid van de Luchtbeschermingsdienst. Hij werd naar het stationsgebied gestuurd toen dat gebombardeerd was door de geallieerden. Eenmaal thuis, grijs van het stof, heeft hij zitten huilen aan tafel.

Een broer werd opgepakt en per legerwagen weggevoerd naar Duitsland om te werk gesteld te worden, maar voor de grens wist hij uit de auto te springen en te ontsnappen. Vanuit Brabant liet hij weten dat hij veilig was. Na de oorlog kwam hij terug - met vriendin.

De hongerwinter was een ramp voor het gezin van zeven mensen. Rie kreeg hongeroedeem. Ze werd met haar zus uitgezonden naar het oosten van het land. Maar dat gebeurde pas toen moeder op haar poot had gespeeld bij de kapelaan, nadat bij de kerk gezegd was dat er geen plaats was voor de meisjes.


Rie en An Hartman

De kinderen werden met overdekte vrachtwagens naar Twente gebracht, waar ze werden opgewacht door kapelaans die hen achter op de fiets naar hun adressen bracht. Rie en haar zusje kwamen op een boerderij in Albergen. Het was gezellig in het boerengezin met dertien kinderen. En eten was er genoeg. Na drie maanden, toen de oorlog voorbij was, gingen ze per vrachtwagen weer naar huis, waar moeder haar ontving met een kus, wat bijzonder was voor haar doen.

Stoelen van de buren

Aan het wonen in De Kooi heeft mevrouw Vlieland goede herinneringen. Er heerste saamhorigheid. Je liep makkelijk bij elkaar binnen en als je een verjaardag te vieren had, leende je gewoon even stoelen bij de buren.

Vader was chauffeur bij grossierbedrijf Bosman aan de Lange Mare. Voor de oorlog was hij een van de eersten die met een T-Ford reed. Zijn rijbewijs had hij gehaald door te laten zien dat hij een paar meter vooruit, een stukje achteruit en een hoekje om kon rijden. Later kreeg hij een baan bij scheepswerf Boot, destijds gevestigd in de Sumatrastraat. Moeder verdiende bij door thuis op de trapnaaimachine overalls te verstellen voor de Lichtfabrieken.

Schaduw en zon

Haar echtgenoot leerde Rie kennen via familiebezoek. De verkeringstijd duurde lang als gevolg van de woningschaarste. Na zo’n zeven jaar, toen er nog steeds geen huis te vinden was, trouwden ze - Rie in haar zelfgemaakte trouwjapon - en betrokken ze de zolderverdieping van haar ouders. Haar man werkte als loodgieter. Hij was zó handig en hij had die zolder zó mooi vertimmerd, dat ze - bij inspectie in verband met woningtoewijzing - niet in aanmerking kwamen voor een huurhuis, ook al was de zolder piepklein.

Een aantal jaren later, in 1960, kochten ze aan de Oude Vest een huis waarvan ze de bovenverdieping verhuurden. De heer Vlieland timmerde op zolder nog een aantal nette kamers die aan studenten werden verhuurd. Zo kon het huis afbetaald worden.

Maar mevrouw Vlieland woonde er niet naar haar zin. Het was er somber door de diepe schaduw van de Marekerk. Ze kochten een tweede huis aan de Zoeterwoudseweg, met een tuin en de hele dag zon!

Een nieuw initiatief was het opzetten van een snackbar die ze samen een tijdlang runden in De Kooi.

Ook werd er weer verhuisd. Nu naar een huis met een diepe, zonnige tuin aan het water van de Rijn, waar de heer Vlieland alle gelegenheid kreeg voor zijn grote hobby: vissen.

De solidariteit in De Kooi van destijds is er niet, maar mevrouw Vlieland woont er nog steeds met veel plezier.


Mevrouw Hartman


De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.

Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.

Interview door de werkgroep De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de Opleiding Geschiedenis van de Universiteit Leiden.

Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl

Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.



kaart