Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: “Voor een dubbeltje geboren: misschien geen kwartje geworden, maar wél 23 cent.”

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden

Interview met de heer J.J.M. Belt, 11 november 2022

De heer Johannes Jacobus Maria (Jan) Belt werd in een katholiek gezin als oudste van vijf kinderen in 1943 geboren op de Oude Singel in Leiden. Hij is er trots op geboren en getogen Leidenaar te zijn en was met 16 jaar al lid van Oud Leiden (nu Historische Vereniging Oud Leiden).


Geboortehuis Oude Singel 112

Vader was verzekeringsagent. Jan mocht weleens mee, bij vader achter op de fiets, als die het premiegeld ging ophalen bij mensen. Zo werd hij al vroeg geconfronteerd met de armoede in sommige wijken, waar hij kinderen op blote voeten zag, en sommige zelfs zonder broek.
In zijn eigen buurt waren er vriendjes genoeg. Circusje speelden ze, of ze gingen verkleed en met een trommel in optocht door de buurt. Ruimte was er genoeg. De enige auto die langs de gracht geparkeerd stond, was van dierenarts Van Zijverden.
Na zeven jaar verhuisde het gezin naar een ruimere woning op de Hogewoerd.
Lager onderwijs kreeg Jan op de St. Jozefschool, een jongensschool in de Caeciliastraat. Daarna volgde de mulo aan het Vrouwenkerkhof. Jan wilde graag naar de hts, maar daar was geen denken aan; dat kostte te veel geld.

Avondstudies
Jan was net 19 toen hij in militaire dienst moest. Hij kwam bij de Genie in Vugt. Het militaire apparaat interesseerde hem niet, maar hij kreeg er een administratieve opleiding. Tussen de bedrijven door studeerde hij bouwkunde, waarvoor hij schriftelijke lessen kreeg toegestuurd door het PBNA. Dat bracht hem wel eens in conflict met zijn meerdere, maar hij gaf niet op.
Hij werd overgeplaatst naar Keizersveer in Brabant en leerde daar Corry Everaert kennen, met wie hij later trouwde. Jan vond een baan voor Corry in Leiden, op de personeelsadministratie van het Academisch Ziekenhuis, waar ze 29 jaar lang met plezier werkte. Zijn wens om naar de hts te gaan werd niet vervuld, maar Jan zette door. Na zijn militaire diensttijd schreef hij zich in bij MSG, waar hij in de avonduren bouwkunde deed. Overdag werkte hij als tekenaar bij het Bouwbureau van de universiteit. Jarenlang heeft hij avondstudies gedaan, wat niet altijd gemakkelijk was, zeker niet voor zijn vrouw, die slecht tegen alleen zijn kon. Maar toen Jan later in de positie was om mensen aan te nemen en hij de keus had tussen sollicitanten met een dagopleiding of avondstudenten, gaf hij de voorkeur aan de laatsten. Dat waren immers doorzetters.
Veel later, toen hij was ingeschaald als HBO+, heeft hij weleens gedacht “als je voor een dubbeltje geboren bent, ben ik misschien geen kwartje geworden, maar 23 cent is het wel.”

Lunch vergeten
Tien jaar werkte Jan bij de Rijksgebouwendienst, waar hij opzichter werd. Hij had het er in Leiden niet zo naar zijn zin en op de vraag van zijn districtshoofd “Jan, ben je nou wel de ware opzichter?”, antwoordde hij: “Nee, dat ben ik niet. Als mijn ouders geld hadden gehad, was ik architect geweest.” “Waarom ben je dan geen kunstenaar geworden”, vroeg hij, “Je kan zo mooi tekenen.” Tot Jans grote voldoening zorgde het districtshoofd voor overplaatsing naar Rijswijk, waar hij bij een architect op de afdeling ging werken. Twee jaar heeft hij er gebouwen ontworpen voor politiebureaus en een Rijksscholengemeenschap. Schetsen maken, die uitgewerkt werden door technisch tekenaars. Het was zijn lust en zijn leven. Hij vergat er zelfs zijn koffie en zijn lunch. Totdat de regering de bestedingsbeperking invoerde. De plannen gingen de kast in en na een vergeefse poging om weer in Leiden aan het werk te gaan, kwam Jan in Dordrecht terecht. Er was veel vrijheid en hij kreeg kansen om te laten zien wat hij kon. De tweemaal driekwartier in de trein waren niet verloren. Hij besteedde die aan de makelaardijstudie, die hij afsloot met een diploma.

Chocola
Zes jaar later, in 1981, vond Jans vrouw Corry een advertentie met een interessante vacature bij de gemeente Leiden. Jan reageerde erop en uit de 35 sollicitanten werd hij gekozen.
Vanuit zijn standplaats Stadsbouwhuis kreeg hij het beheer van gebouwen als het Stadhuis, de Lakenhal, molen De Valk, enz.


Molen De Valk

Vooral de molens interesseerden hem sterk. Waarschijnlijk in de genen meegekregen, dacht hij. Een overgrootvader die hij nooit gekend heeft, was molenaar. “Ik kijk ook altijd naar de lucht wat voor weer het wordt.”
Na negen jaar klopte De Zijl Bedrijven bij hem aan: of hij hoofd Interne Zaken wilde worden. Hij heeft er drie maanden over nagedacht en toen ‘ja’ gezegd. De overgang was groot, maar spijt heeft hij er nooit van gekregen. Hij bleef er tot zijn pensioen. Uitgebreid vertelt de heer Belt over de nieuwbouw die er moest komen voor De Zijl Bedrijven. Een boeiend verhaal. Er werd door Baronie een langlopend contract aangeboden voor 120 mensen die chocola inpakten. De deadline voor de ingebruikname van het gebouw was uiterst krap, maar de heer Belt kende de wegen en zijpaadjes bij de gemeente. En het lukte. Toen de bouw al vergevorderd was, maakte hij foto’s en een video van bovenaf. Een 100-tons kraan op het terrein hees hem daarvoor in een kooi 70 meter omhoog.
Het werd een vriendelijk gebouw, waarbij hij elke stap begeleidde. “Er ging geen spijker of schroef in de muur waar ik niet van wist...”

Tekeningen en totempalen
De carrière van de heer Belt stond centraal in zijn leven. Toch was er nog tijd voor andere zaken. Zo tekende hij graag en veel. Ook voor zijn werk maakte hij vaak tekeningen. Onder andere een exemplaar van negen meter lang en vijf meter hoog voor een tentoonstelling in Museum Volkenkunde over de Leidse universiteit in 1975. Ook maakte hij indrukwekkende maquettes.

-
Maquette Pieterskerk ------------------------ Maquette De Zijl Bedrijven

Tekeningen voor boeken leverde hij onder andere voor een uitgave van zijn vroegere vriend Ruud Spruit over de Leidse hofjes. Juist in die periode bleek de gemeente van plan om een groot aantal hofjes te slopen. De vrienden konden dat niet laten gebeuren. Ze richtten met anderen een stichting op en met een belangrijke rol van de Stichting Leidse Studentenhuisvesting zijn de hofjes bewaard gebleven en gerestaureerd.
Ook reizen maakte de heer Belt graag. Zo trok hij samen met zijn vrouw door Amerika en Canada, waar hij contacten kreeg met de indiaanse cultuur. Hij bezocht de chief van de stam die totempalen sneed, waarvan er een bij Museum Volkenkunde tentoongesteld werd. Hij vertelt er nog steeds met veel enthousiasme over.

Pentekeningen van Leiden worden opgenomen in de beeldbank van de HVOL.

De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.

Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.

Een foto, maquettes en tekeningen zijn hier te zien.

Interview door de commissie De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de Opleiding Geschiedenis van de Universiteit Leiden.

Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl

Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.
kaart