Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: “Vader was lid van de NSB en actief in het verzet”

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden

Interview met de heer Dirk Brandt op 25 januari 2023

Dirk Christiaan Brandt werd in augustus 1935 geboren in het Diaconessenhuis aan de Witte Singel. Zus Tineke was toen bijna 3 jaar oud. Na hem volgden nog twee zussen. De geboorte van het derde kind vormde de aanleiding om te verhuizen naar de Zoeterwoudseweg. Tot die tijd woonden ze in een bovenwoning aan de Oude Varkenmarkt waar het bedrijf van Willem Matthijs Brandt, de vader van Dirk, was gevestigd, Electra Brandt. Daar gaat het volgende verhaal aan vooraf.


1935 Diaconessenhuis Witte Singel

Sociaal hart
“Mijn vader had de opleiding tot stoommachinist gevolgd aan de Leidse Ambachtsschool. In 1914 vertrok hij op 18-jarige leeftijd naar Indië; hij werd machinist op de lijn Java-China-Japan. Toen hij zag dat stoom steeds meer werd vervangen door elektrische stroom, is hij in Indië schriftelijke cursussen elektriciteitsleer gaan volgen. Op Java was hij betrokken bij de bouw van een van de eerste elektrische suikerfabrieken. Daarna reisde hij de halve wereld rond om machines in te kopen. In 1926 is hij teruggekomen naar Nederland. Hij ging weer bij zijn ouders wonen en begon zijn eigen bedrijf: ‘Electra W.M. Brandt’.” Het bedrijf bestaat nog steeds; sinds 1973 is het gevestigd in Rijnsburg.
In de tropen had vader Brandt al blijk gegeven van een ‘sociaal hart’. Dirk sprak een oud-collega van zijn vader die vertelde over zijn menselijke bejegening van de inheemse bevolking. “Niet schoppen en slaan, zoals gebruikelijk was, maar hen behandelen als mensen.” Vanuit die instelling zocht hij in 1918 al naar een partij die aansloot bij zijn overtuigingen. Hij dacht met de NSB – vanwege de S van socialisme – een goede middenweg gevonden te hebben. Niet wetende wat de toekomst zou brengen.
Kort na zijn terugkeer uit Indië ging de vader van Dirk op dansles bij dansschool Van Wijk aan de Hogewoerd. Daar leerde hij de 12 jaar jongere Jacoba Joanna Christina Schuit kennen, met wie hij in 1932 trouwde.


1970 Electra W.M. Brandt Oude Varkensmarkt

Ook aardige Duitsers
In de jaren 30 was aan vader Brandt vanuit Duitsland gevraagd om Bosch-agent te worden. De Duitser Robert Bosch heeft indertijd de ontsteking van de automobiel ontwikkeld. In het bedrijf werden starters, dynamo’s en ontstekingen van auto’s gerepareerd. Dat gebeurde vooral in opdracht van Duitsers. Dirk vertelt dat sommigen van hen ook aardig waren. “Op een dag kwam ik binnen in het bedrijf. Er zaten allemaal Duitsers. Een oudere man trok me op zijn knie en gaf me een appel.”
Naast zijn werk in het bedrijf werd de vader van Dirk lid van de TN, de Technische Noodhulp, een burgerorganisatie, die bijvoorbeeld de puinhopen na een bombardement opruimde.
Dirk vertelt met zichtbare emotie een anekdote uit deze verwarrende tijd.
“Rond 1941 moest er olie worden ververst van een aantal Duitse auto’s. De blikken olie waren verzegeld en werden onder toezicht leeg gegooid in de motoren. Achteraf bleek dat die auto’s in België zijn vastgelopen doordat er suiker in de motoren zat. De Duitsers zochten natuurlijk uit wie dat op zijn geweten had. Vader had toen al contact met ‘doctor Beck’, het Duitse hoofd van de Nederlandse TN. Die zei tegen vader: ‘Ik kan niks voor je doen, maar als je lid wordt van de TN kan ik je onmisbaar verklaren’.”
De TN was betrokken bij verzetsactiviteiten, zoals het saboteren van de spoorbrug over het Rijn-Schiekanaal. Doel daarvan was dat de Duitsers daar geen gebruik meer van konden maken.
Tegelijkertijd was de vader van Dirk dus lid van de NSB. Lange tijd zag hij daar geen kwaad in, maar de moeder van Dirk moest er niks van hebben. Toen vader voor de oorlog thuis kwam in zijn zwarte NSB-hemd zei ze: “Dat trek je uit en nooit meer aan!” Dat verhaal hoorde Dirk na de oorlog toen het zwarte overhemd tijdens de grote schoonmaak tevoorschijn kwam.
Dat vader bij het verzet had gezeten, bleek ook wel uit het feit dat kort na de bevrijding twee leden van de BS (Binnenlandse Strijdkrachten, een bundeling van verzetsorganisaties, SvL) aanbelden. De buren zaten van achter hun gordijntjes te kijken hoe hij gearresteerd zou worden, maar dat gebeurde niet. Ze kwamen alleen maar informatie aan hem vragen.


Spoorbrug over Rijn-Schiekanaal in 1930

Bosmieren en meelwurmen
De eerste herinneringen van Dirk aan de oorlog zijn de vliegtuigen die overkwamen op weg naar vliegveld Valkenburg. Kort na het begin van de oorlog ging hij naar de kleuterklas van de Eerste Leidse Schoolvereeniging (ELS). De klassen waren verspreid over de binnenstad gehuisvest, elke klas op een andere locatie. Tijdens de hongerwinter verbleef Dirk tijdelijk in Rijnsaterwoude. In februari 1945 was hij weer terug. Hij werd toen oud genoeg gevonden om met zijn oudere zus in Voorschoten aardappels te halen.
Over de sfeer in het gezin vertelt Dirk: “Iedereen ging een beetje zijn eigen gang. Moeder had niet de leiding. Als ik iets aan haar vroeg, zei ze: ‘Ga maar naar je vader’. En als ik iets aan vader vroeg, stuurde hij me naar moeder.”
In 1947 ging Dirk naar de vijfjarige hbs aan de Hoge Rijndijk, waar nu het Bonaventura College zit. Hij deed eindexamen met negens voor biologie en scheikunde, maar de talen moesten het met vijfjes en zesjes doen.
Hij koos voor een studie wis- en natuurkunde en studeerde af in 1962. Dat wekt de indruk dat hij negen jaar over zijn studie heeft gedaan, maar behalve wis- en natuurkunde volgde hij ook alle colleges van biologie. “In 1955 was ik bij een congres waar professor Kuenen een lezing hield over een onderzoek in Meijendel dat net was gestart. Ik wilde daar graag aan meedoen, maar Kuenen stelde als eis dat ik dan wel een ‘gedegen kennis van biologie’ zou hebben. Op 2 oktober 1962 deed ik mijn doctoraalexamen en op 4 oktober stapte ik bij biologie naar binnen om te gaan werken.”
Ondanks een lange weg met haperende apparatuur kijkt hij met enthousiasme terug op zijn onderzoek naar de fluctuerende temperaturen in de nesten van de rode bosmieren, dat uiteindelijk tot een publicatie heeft geleid.
Inmiddels had Dirk verkering met Joke die als secretaresse bij de faculteit werkte. In 1967 zijn ze getrouwd; in maart 1971 is hun zoon geboren en in augustus 1972 hun dochter. “Toen kregen we meteen een foldertje over geboortebeperking!” In 1973 is het gezin naar Leiderdorp verhuisd, naar het huis waar Dirk en Joke nu nog wonen.
Als gevolg van strubbelingen op zijn werk werd Dirk in 1981 ontslag aangezegd, dat in 1985 geëffectueerd zou worden. “Ik heb dat aangevochten tot en met de ambtenarenrechter, maar ik moest en zou ontslagen worden.” Zijn salaris werd doorbetaald tot aan zijn 65e in 2000. Dirk bedacht al snel wat hij ging doen. “Op een ochtend werd ik wakker en ik zei tegen Joke dat ik meelwurmen ging kweken. Ik begon met een bakje op de televisie en een tijdlang heb ik meelwurmen gekweekt op de zolderkamer. De kinderen spreken daar nu nog hun afschuw over uit! Uiteindelijk heb ik een deel van een stal in Zoeterwoude gehuurd; daar creëerde ik een klimaatkamer. Het lukte me om van één gulden aan zemelen zes á zeven gulden product te fabriceren. Dat ging allemaal naar een groothandel in Nijkerk. Toen ik er in 2000 mee ophield, hebben zij het bedrijf van me overgenomen.”

De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.

Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.

Een bijlage met foto's is hier te bekijken.

Interview door de commissie De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de Opleiding Geschiedenis van de Universiteit Leiden.

Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl

Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.
kaart