Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: “Eigenlijk ben ik twee keer gemigreerd”

  • Leiden
  • Geschiedenis 1951- heden

Interview met de heer M. Gelcetin op 18 januari 2023

Toen Mehmet Gelcetin in 1972 vanuit Turkije naar Nederland kwam, was hij 25 jaar oud. In 1947 was hij als vijfde in een gezin met zeven kinderen geboren in Samsun, een dorp aan de Zwarte Zee. Hij had vijf broers en een zus. Mehmet beschrijft het als een harmonieus gezin. Moeder was druk met de kinderen en het huishouden, vader werkte op het land. Ze leefden van de opbrengsten daarvan, maar er moest meer geld verdiend worden om het grote gezin te onderhouden.

Sparen voor een winkeltje
Mehmet was 12 jaar oud toen hij met zijn 10 jaar oudere broer naar de stad verhuisde, waar hij als leerling-lasser bij een bedrijf aan het werk ging. Hij noemt het zijn ‘eerste migratie’. Zijn ouders, andere broers en zusje bleven in het dorp, 10 kilometer verderop. Hij was blij dat hij op zondag wel naar huis kon.
In zijn geboortedorp leerde Mehmet ook zijn vrouw kennen. Toen hij in 1968 in militaire dienst moest, was hij al twee maanden met haar getrouwd. Het was in Turkije in die tijd gebruikelijk om jong te trouwen. De diensttijd duurde twee jaar en eigenlijk was hij van plan om daarna een eigen winkel te openen. Daar had hij geld voor nodig. Om die reden schreef hij zich in bij een arbeidsbureau dat bemiddelde voor werk bij bedrijven in Nederland. Via Emine Güney, die als tolk bij het interview aanwezig is, vertelt hij wat zijn gedachtegang was: “Ik dacht, laat ik mijn geluk beproeven. Stel je voor dat ik kan komen, dan ga ik werken en geld sparen, zodat ik apparatuur kan kopen voor mijn winkel. Dat heb ik ook gedaan; ik heb gespaard en een winkeltje gekocht, inclusief apparatuur, maar ik ben niet meer teruggegaan naar Turkije. Ik heb alles weer verkocht.”
Aanvankelijk was hij dus van plan om terug te keren naar zijn geboorteland. Het Turkse arbeidsbureau waarbij hij stond ingeschreven, haalde hem en vier anderen – na een gezondheidscheck – naar Nederland waar ze aan de slag konden bij de Reece-fabriek aan de Rooseveltstraat in Leiden.


1972 Fabriek Reece in de Rooseveltstraat

Ze werden gehuisvest in Woonoord in Leiderdorp, vlakbij de Zijl. Daar was ook een clubgebouw waarin de gemeente ruimte beschikbaar had gesteld voor het vrijdagmiddaggebed, voor feestgebeden en voor Koranlessen voor de kinderen.
De werkgever regelde de vakanties en de vliegtickets voor de medewerkers.
Toen Mehmet in 1974 met vakantie naar Turkije zou gaan, zei hij tegen zijn baas: “Ik neem afscheid, ik kom niet meer terug, want mijn kinderen en mijn vrouw zijn daar alleen.” Dat was voor zijn leidinggevende aanleiding om hem te helpen bij het regelen van een huis en een briefje, op basis waarvan hij een paspoort voor zijn vrouw en kinderen kon aanvragen.

Steeds meer ingeburgerd
Ook toen zijn vrouw en kinderen naar Nederland waren gekomen, was het idee nog dat ze na verloop van tijd naar Turkije zouden terugkeren. “Ieder jaar dachten we dat we het volgende jaar terug zouden gaan. Maar de kinderen gingen naar school en raakten steeds meer ingeburgerd. En ik kreeg goede zorg toen dat nodig was. Helaas was ik net twee maanden ziek toen de taallessen startten. Die werden via het bedrijf georganiseerd. Ik heb nooit meer een herstart gemaakt. Toch kon ik me op mijn werk wel redden. Na een tijdje werd ik voorman. Dan moest ik uitleggen hoe de apparatuur werkte. Dat ging prima. De onderlinge contacten waren ook altijd goed. Mijn vrouw vond het meteen leuk in Nederland en ze kan zich wel redden bij de dokter of in de winkels. De kinderen gingen naar een Nederlandse school en ze begonnen onderling ook steeds meer Nederlands te spreken. Toen ik dat zag, besloot ik eigenlijk dat we ons hier gingen settelen. Waarom zou ik de rust van de kinderen en het gezin verstoren?” En zo was Mehmet dus voor de tweede keer gemigreerd, eerst van het dorp naar de stad, vervolgens van Turkije naar Nederland.
Hij is het bedrijf altijd trouw gebleven. Zelfs toen Reece werd overgenomen door een zaak in Arnhem, is hij twee jaar op en neer blijven reizen. Maar toen hij 56 jaar was, werd hij werkloos. Van het Arbeidsbureau kreeg hij toen de opdracht om gedurende zeven weken een cursus te volgen. Bij De Zijl Bedrijven hadden ze mensen nodig met de vaardigheden die Mehmet als lasser had. Daar heeft hij tot aan zijn pensioen kunnen werken.


2010 in De Zijl Bedrijven

Niet te vergelijken
Het leven in Nederland en Turkije vindt Mehmet niet te vergelijken. “Alles heeft een eigen karakter. Het levenspatroon is zo verschillend.” Nu hij met pensioen is, gaan hij en zijn vrouw twee of drie maanden per jaar naar Turkije. Na enig nadenken geeft hij aan dat hij zich in Nederland het meest thuis voelt. “Ik heb hier een veilig gevoel, een eigen omgeving en een eigen territorium, echt een thuis.” Hij heeft ook geen obstakels of hindernissen ervaren rond het beleven van zijn cultuur of religie. Hij maakt daarbij de kanttekening dat hij en zijn vrouw maar op een beperkt aantal plaatsen komen; ze gaan bijvoorbeeld niet naar de stad. En omdat ze de taal niet zo goed beheersen, kan het zijn dat er dingen langs hen heen gaan. Maar contacten met buren en collega’s zijn altijd goed geweest. Wel ervaren ze soms praktische belemmeringen. “We houden ons aan de regels van het koosjer eten. Dat bekent bijvoorbeeld dat rundvlees en varkensvlees niet in dezelfde pan en met dezelfde messen bereid mogen worden. We kunnen dus niet zomaar bij andere mensen gaan eten. Maar samen koffie drinken en een gebakje eten, dat is geen probleem!”
De acht kleinkinderen spreken alleen Nederlands. Toch besteden opa en oma veel tijd aan hen en ze beleven er veel plezier aan. “Alle aandacht die niet naar onze kinderen is gegaan omdat we te druk waren, gaat nu naar de kleinkinderen. We proberen Turks met ze te praten. Over het algemeen lukt dat wel. Bij ons leren ze Turkse woordjes.”
Tot slot vertelt Mehmet dat hij en zijn vrouw af en toe de vraag bespreken of ze de laatste fase van hun leven in Turkije zullen doorbrengen. De voorlopige conclusie is dat ze oud zijn geworden, te oud om deze stap nog te zetten. “Waarom zouden we? In Nederland is alles geregeld. Maar het gevoel van twijfel heeft vooral te maken met de vraag: gaan we in het vliegtuig zelf, of gaan we in de kist onder het vliegtuig? Al onze vrienden gaan één voor één in de kist. We weten het nog niet. We zien wel wat voorbestemd is.”

De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.

Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.

Een bijlage met foto's is hier te bekijken.

Interview door de commissie De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de Opleiding Geschiedenis van de Universiteit Leiden.

Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl

Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.
kaart