Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: “Hij heeft me in m’n wiegje zien liggen waarschijnlijk.”

  • Leiden
  • Noordwijk
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden

Interview met mevrouw Y.C. (Yvonne) Jonk-Jonk, 12 september 2023

Mevrouw Yvonne Christine Jonk werd geboren in de zomer van 1948 in de Trompstraat in Leiden. Na drie jaar kwam er nog een zusje bij. Mevrouw Jonk vindt het een wonder dat zij er zijn, want vader werd in de oorlogsjaren gevangengenomen door de Duitsers. Toen de trein waarin hij vervoerd werd, langzaam een bocht nam, sprong hij eruit. Iemand hielp hem door zijn gevangeniskleding te verwisselen en zijn kaalgeschoren hoofd te bedekken. Het lukte hem weer thuis te komen. Oom Jan, die tegelijkertijd opgepakt werd, is kort voor het einde van de oorlog gefusilleerd.
Vader was woninginrichter met een eigen bedrijfje aan huis dat na de oorlog helemaal opnieuw opgebouwd moest worden. Hij was een veelzijdig vakman: naaide gordijnen, bekleedde stoelen, maakte matrassen en werkte kokosmatten af. Hij overleed toen Yvonne zeven jaar was.
Het gezin was hervormd. Voor en na het eten werd gebeden; later leerden de zusjes het Onze Vader, maar daar bleef het bij. Op de katholieke meisjes in de buurt waren ze wel eens jaloers. Die mochten hun eerste communie doen in mooie witte prinsessenjurkjes. Maar van strenge scheiding tussen de verschillende geloven was al geen sprake meer in die tijd.

Toverhaasje
Yvonne ging naar de lagere school in de Kernstraat, een opleidingsschool, later de Pestalozzischool. Dat was een lange wandeling waarbij de drukke Hoge Rijndijk overgestoken moest worden, maar daar stonden de klaarovertjes, zesdeklassers die het verkeer tegenhielden.
De naoorlogse geboortegolf had voor ruimschoots genoeg vriendjes en vriendinnetjes gezorgd. Ze speelden op straat, of in de speeltuin Ons Eiland. De vrijwilligers die de speeltuin onderhielden, organiseerden ook allerlei activiteiten. Zo was er een knutselclub, een dansclub en een toneelclub.
Yvonne was acht jaar toen ze mee mocht doen aan een toneelvoorstelling. Ze speelde toverhaasje en het liedje ‘Daar loopt door ’t gehucht…’ kan ze na 75 jaar nog zingen, al staan niet alle woorden meer op hun plaats.
Kinderen van de speeltuin mochten - opwinding als je gekozen werd! - op 2 oktober ’s avonds meelopen in de Taptoe. Dan hadden ze witte jurkjes met een donsrandje aan en hielden elkaar vast met een lint. Een feest was dat. Net als de viering van 3 oktober. De toegang tot het kermisterrein op het Schuttersveld kostte een dubbeltje, maar overal in de stad was wel iets te zien, zoals de boeienkoning in zijn kettingen: “Ik weet niet of we hem ooit vrij hebben gezien.”

Met oliestel naar het strand
Uitjes met het gezin leidden ’s zomers vaak naar Noordwijk. Yvonne zat dan bij vader achter op de fiets, terwijl hij aan de stang een tent met houten haringen meevoerde. Oma kwam ook, met de Blauwe Tram. In haar grote tas zat een oliestel waarmee ze op het strand koffie zette voor een complete picknick.
In de winter werd er geschaatst. Yvonne leerde het op houten schaatsjes, krabbelend achter een stoel. Op de bevroren Zoeterwoudsesingel was ruimte genoeg.
Een dagje naar het dierenpark in Wassenaar was een hoogtepunt. Met de Gele Tram kwam je in de buurt. Vandaar kon je met een koetsje naar de dierentuin. Moeder spaarde ervoor, want na het overlijden van vader moest ze rondkomen van een kleine uitkering.
Dichterbij was de beestenmarkt op de Nieuwe Beestenmarkt. Yvonne ging er wekelijks een kijkje ging nemen bij de koeien en de schapen.


1954 Nieuwe Beestenmarkt - foto Herman Kleibrink

Zwemmen deed ze graag - met verplichte badmuts - in zwembad De Overdekte, of in zwembad De Zijl dat een zandbodem had.


1960 Zweminrichting de Overdekte - Haarlemmerstraat eindpunt Gele Tram

Intussen verliet ze de lagere school en ging naar de mulo aan de Plesmanlaan.
Het hoorde bij de opvoeding om dansles te krijgen. Yvonne was 14 toen ze naar dansschool Wielinga ging, waar ze stijldansen als de quickstep en de Engelse wals leerde. Langs de wanden van de danszaal zaten de jongens en meisjes in rijen tegenover elkaar. De meisjes wachtten af of ze door een jongen gevraagd werden en met een beleefd knikje naar elkaar gingen ze de vloer op.
Aan het eind van het jaar was er een afsluitend bal in de Stadsgehoorzaal. Ouders konden dan vanaf het balkon toekijken.
Moeder werkte nu als schoonmaakster bij Sociëteit Minerva. Ze klaagde nooit, maar het moet zwaar geweest zijn. Haar dienst liep van acht uur tot half twee en dan nog ’s avonds van zes tot acht of negen uur. Als ontspanning ging ze na haar werk vaak etalages kijken. Soms kreeg ze van de kok van de sociëteit wat overgebleven eten mee dat eigenlijk weggegooid zou moeten worden. Kostelijke vis en sausjes, herinnert mevrouw Jonk zich.

Tas met geld
Yvonne vond werk op de afdeling Buitenland van de Amsterdamse Bank aan het Rapenburg nr. 39. De sfeer was er prettig. Chef Vliegenthart en zijn vrouw werden op den duur zo’n beetje haar pleegouders.


Amsterdamsche Bank Rapenburg - foto H.Jonker & Zoon

Omdat de wisselloper van de bank het te druk had, werd Yvonne in zijn plaats regelmatig met een grote tas vol geld naar de Twentsche Bank (later de Algemene Bank Nederland) gestuurd. Dat kon gewoon in die tijd.


Twentsche Bank Breestraat - foto Herman Kleibrink

In 1979 trouwde Yvonne met Kees, een volle neef. Ze scheelden 25 jaar. “Hij heeft me in m’n wiegje zien liggen waarschijnlijk.” Beiden consulteerden hun huisarts vanwege de familiebanden, maar die zagen er geen probleem in. Na tien jaar wachten kwam er een dochter. Yvonne was 41 en een tweede zwangerschap zat er niet meer in. Kees stelde voor zich aan te melden bij een gastouderbureau. Het bureau was ontstaan door moeders die op elkaars jonge kinderen wilden passen. Zo kwamen er verschillende baby’s en peuters, twee of drie dagen per week in huis. Tot ze naar de kleuterklas konden.
Contact heeft mevrouw Jonk niet meer met de oppaskinderen van toen, maar de herinneringen zijn nog levendig en warm.

De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.

Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.

Een bijlage met foto's is hier te bekijken.

Interview door de commissie De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de Opleiding Geschiedenis van de Universiteit Leiden.

Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl

Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.
kaart