Verhaal: ” Katholiek gegymd en katholiek leren zwemmen.”
- Leiden
- Geschiedenis 1901-1950
- Geschiedenis 1951- heden
Interview met mevrouw C.H.H.M. Pouw, 2 juli 2024
Mevrouw Christina Huberta Helena Maria (Ineke) Pouw werd in januari 1948 geboren in Leiden. Ze was de oudste van zes kinderen. Vader had het voorbeeld van grootvader gevolgd en werkte bij de Meelfabriek. Ineke groeide op in de Hansenstraat, een vriendelijke buurt met op elke hoek een winkel. Rangen en standen hadden veel invloed op het sociale leven. Er waren kinderen die niet met Ineke mochten spelen omdat haar vader fabrieksarbeider was. Op haar beurt mocht zij niet omgaan met kinderen uit De Kooi. Dat waren immers socialisten.
Thuis was het niet gezellig. Er mocht weinig. Terwijl vriendinnetje ’s avonds buiten speelden, werd haar dat verboden. Ook voor het buurt- en clubhuiswerk later gold een verbod. De Vrolijcke Arke was te armoedig, het Leidse Volkshuis voor socialisten.
Het gezin was katholiek. Ineke mocht wel op een gymclub, en zwemmen kon ze voordat ze naar school ging. Alles was verzuild in die tijd. “Ik heb katholiek gegymd en katholiek leren zwemmen.” Ze kerkten in de Hartebrugkerk omdat hun adres daar binnen die parochie viel.
Sodom en Gomorra
Inekes lagere school was ook op de Haarlemmerstraat: de Mariaschool voor meisjes. Ernaast stond een jongensschool, waarvan de speelplaats grensde aan die van de meisjes. Als ze het waagden door gaatjes in de afscheiding naar de jongens te kijken, werden ze tot de orde geroepen op een manier alsof ze een doodzonde hadden begaan.

R.K. Meisjesschool Haarlemmerstraat - Foto Joop Gijsman 1979
Later op de mulo was het niet veel anders. De pauzes van de nabije jongensmulo liepen gelijk met die van de meisjes. Daar dreigden dus Sodom en Gomorra. De pauzes werden verzet.
De mulotijd was geen pretje. De nonnen waren onaardig. Doordeweeks kerkbezoek werd beloond met een stempel van de strenge juffrouw Barre, die nare verhalen vertelde en de meisjes zei hoe je je precies moest aan- en uitkleden bij het schoolzwemmen. Ineke vond haar eng.
Engelbewaarder
Op haar zestiende kwam Ineke van school met het diploma op zak. Haar eerste baan koos ze op de administratie van een drukkerij, maar algauw stapte ze over naar een garagebedrijf in Valkenburg en vervolgens naar een machinefabriek op de Herengracht.
In die tijd ontmoette ze een jongen die door alle meisjes in de buurt leuk gevonden werd. Ze spraken af, maar er ontstonden problemen. In zijn familie was het gewoon dat je op je dertiende aan het werk ging. Had je een mulodiploma? Dan had je het vast hoog in de bol. En Inekes eigen ouders waren al helemaal tegen de relatie. Niet alleen leek de jongen wel erg op een socialist, maar bovendien was hij niet katholiek.
Na een paar jaar hield Ineke het thuis niet meer uit. Ze was 19 toen ze vluchtte in een huwelijk met haar vriendje - getrouwd in de Hartebrugkerk, dat wel - en trok in bij haar schoonouders, in de Marijkestraat, Leiden-Noord. Intussen was haar duidelijk geworden hoe baby’s ter wereld kwamen. Niet bezorgd door een engelbewaarder, zoals ze lang dacht. Ze kreeg een mooie zoon.
Vier jaar later wisten ze een huisje te bemachtigen in het toenmalige Ververshof, in de buurt van de Haven. Het was wel erg primitief, maar ondanks dat ze kort daarna een huis aangeboden kregen aan de Bernhardkade, bleven ze er wonen. Het was er gezellig. “Eigenlijk het leukste gewoond van mijn hele leven.”

Ververshof - Foto 1972
De zoon ging, samen met andere kinderen uit de buurt, naar de Heilig Hartschool, een leuke school waar Ineke lid werd van de oudercommissie. Ze leerde er andere mensen kennen en raakte betrokken bij ‘Ouders Op Herhaling’. Er werd vreemd aangekeken tegen dit soort activiteiten; als vrouw was je plaats immers thuis bij je gezin.
Trouwen in het ziekenhuis
De situatie veranderde drastisch toen Ineke scheidde. Ze woonde met haar zoontje korte tijd bij een vriendin en bij haar ouders, tot ze met hulp van buurvrouwen een huisje in de Ververstraat kon krijgen. Ze voelde zich vrij. De politiek interesseerde haar en in Het Spoortje, een buurthuis aan de Bernhardkade, volgde ze een VOS-cursus: Vrouwen Oriënteren zich op de Samenleving. “Daar komen allemaal echtscheidingen van”, meende een collega.
Voor ‘Ouders Op Herhaling’ maakte Ineke een taalboek. Ze typte, knipte, plakte en stencilde. Ze deed dat samen met een betaalde kracht en met Willem. Hij woonde met een broer en een vriend in een koophuis. Maar niet lang meer. Ineke en Willem gingen samenwonen. Ze verbleven op verschillende adressen tot Willem een woning kocht in de Merenwijk. Daar brak een moeilijke tijd aan omdat Willem ernstig ziek werd met non-Hodgkin. Om de woning na het mogelijke overlijden veilig te stellen voor Ineke, trouwden ze in het ziekenhuis. Willem kreeg een stamceltransplantatie en genas, hoewel hij niet meer de oude werd.
Intussen greep Ineke alle mogelijkheden aan om zich verder te ontwikkelen. Ze deed de opleiding Maatschappelijk Werk; eerst op mbo-niveau, daarna hbo. Ze kreeg ook betaald werk: tien jaar lang bij de Gemeentelijke Sociale Dienst. Daarna onder andere bij de Stadsbank, waar ze zich bezighield met het beoordelen van leningen, aangevraagd door Leidenaren met een laag inkomen.
Openluchtmuseum
Op haar 64ste ging mevrouw Pouw met pensioen. Ze deed vrijwilligerswerk en zong in een smartlappenkoor. Nog steeds zingt ze met veel plezier bij Sing in Tune, op de Maredijk.

Smartlappenkoor "Er welt een traan" met Hilde Jansen op accordeon - Foto Hielco Kuipers
Wat ze nu van Leiden vindt? “Het is mijn stad niet meer.” Ze vindt het beleid te veel gericht op toerisme en op de universiteit. Er wordt te weinig rekening gehouden met de bewoners. Die trekken weg en voor hen in de plaats komen studenten, meent zij. Tegenwoordig wonen mevrouw Pouw en haar Willem in de Kaiserstraat, waar de invloed van de studenten meer dan merkbaar is.
Dat er veel winkels verdwijnen, wordt wel geweten aan internet, maar dat is het niet alleen, meent ze; door het parkeerbeleid blijven mensen weg. “Ze willen een openluchtmuseum, geen auto’s meer. Maar dat kan niet!”
De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.
Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.
Een bijlage met foto's is hier te bekijken.
Interview door de commissie De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de Opleiding Geschiedenis van de Universiteit Leiden.
Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl
Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.
Thuis was het niet gezellig. Er mocht weinig. Terwijl vriendinnetje ’s avonds buiten speelden, werd haar dat verboden. Ook voor het buurt- en clubhuiswerk later gold een verbod. De Vrolijcke Arke was te armoedig, het Leidse Volkshuis voor socialisten.
Het gezin was katholiek. Ineke mocht wel op een gymclub, en zwemmen kon ze voordat ze naar school ging. Alles was verzuild in die tijd. “Ik heb katholiek gegymd en katholiek leren zwemmen.” Ze kerkten in de Hartebrugkerk omdat hun adres daar binnen die parochie viel.
Sodom en Gomorra
Inekes lagere school was ook op de Haarlemmerstraat: de Mariaschool voor meisjes. Ernaast stond een jongensschool, waarvan de speelplaats grensde aan die van de meisjes. Als ze het waagden door gaatjes in de afscheiding naar de jongens te kijken, werden ze tot de orde geroepen op een manier alsof ze een doodzonde hadden begaan.
R.K. Meisjesschool Haarlemmerstraat - Foto Joop Gijsman 1979
Later op de mulo was het niet veel anders. De pauzes van de nabije jongensmulo liepen gelijk met die van de meisjes. Daar dreigden dus Sodom en Gomorra. De pauzes werden verzet.
De mulotijd was geen pretje. De nonnen waren onaardig. Doordeweeks kerkbezoek werd beloond met een stempel van de strenge juffrouw Barre, die nare verhalen vertelde en de meisjes zei hoe je je precies moest aan- en uitkleden bij het schoolzwemmen. Ineke vond haar eng.
Engelbewaarder
Op haar zestiende kwam Ineke van school met het diploma op zak. Haar eerste baan koos ze op de administratie van een drukkerij, maar algauw stapte ze over naar een garagebedrijf in Valkenburg en vervolgens naar een machinefabriek op de Herengracht.
In die tijd ontmoette ze een jongen die door alle meisjes in de buurt leuk gevonden werd. Ze spraken af, maar er ontstonden problemen. In zijn familie was het gewoon dat je op je dertiende aan het werk ging. Had je een mulodiploma? Dan had je het vast hoog in de bol. En Inekes eigen ouders waren al helemaal tegen de relatie. Niet alleen leek de jongen wel erg op een socialist, maar bovendien was hij niet katholiek.
Na een paar jaar hield Ineke het thuis niet meer uit. Ze was 19 toen ze vluchtte in een huwelijk met haar vriendje - getrouwd in de Hartebrugkerk, dat wel - en trok in bij haar schoonouders, in de Marijkestraat, Leiden-Noord. Intussen was haar duidelijk geworden hoe baby’s ter wereld kwamen. Niet bezorgd door een engelbewaarder, zoals ze lang dacht. Ze kreeg een mooie zoon.
Vier jaar later wisten ze een huisje te bemachtigen in het toenmalige Ververshof, in de buurt van de Haven. Het was wel erg primitief, maar ondanks dat ze kort daarna een huis aangeboden kregen aan de Bernhardkade, bleven ze er wonen. Het was er gezellig. “Eigenlijk het leukste gewoond van mijn hele leven.”
Ververshof - Foto 1972
De zoon ging, samen met andere kinderen uit de buurt, naar de Heilig Hartschool, een leuke school waar Ineke lid werd van de oudercommissie. Ze leerde er andere mensen kennen en raakte betrokken bij ‘Ouders Op Herhaling’. Er werd vreemd aangekeken tegen dit soort activiteiten; als vrouw was je plaats immers thuis bij je gezin.
Trouwen in het ziekenhuis
De situatie veranderde drastisch toen Ineke scheidde. Ze woonde met haar zoontje korte tijd bij een vriendin en bij haar ouders, tot ze met hulp van buurvrouwen een huisje in de Ververstraat kon krijgen. Ze voelde zich vrij. De politiek interesseerde haar en in Het Spoortje, een buurthuis aan de Bernhardkade, volgde ze een VOS-cursus: Vrouwen Oriënteren zich op de Samenleving. “Daar komen allemaal echtscheidingen van”, meende een collega.
Voor ‘Ouders Op Herhaling’ maakte Ineke een taalboek. Ze typte, knipte, plakte en stencilde. Ze deed dat samen met een betaalde kracht en met Willem. Hij woonde met een broer en een vriend in een koophuis. Maar niet lang meer. Ineke en Willem gingen samenwonen. Ze verbleven op verschillende adressen tot Willem een woning kocht in de Merenwijk. Daar brak een moeilijke tijd aan omdat Willem ernstig ziek werd met non-Hodgkin. Om de woning na het mogelijke overlijden veilig te stellen voor Ineke, trouwden ze in het ziekenhuis. Willem kreeg een stamceltransplantatie en genas, hoewel hij niet meer de oude werd.
Intussen greep Ineke alle mogelijkheden aan om zich verder te ontwikkelen. Ze deed de opleiding Maatschappelijk Werk; eerst op mbo-niveau, daarna hbo. Ze kreeg ook betaald werk: tien jaar lang bij de Gemeentelijke Sociale Dienst. Daarna onder andere bij de Stadsbank, waar ze zich bezighield met het beoordelen van leningen, aangevraagd door Leidenaren met een laag inkomen.
Openluchtmuseum
Op haar 64ste ging mevrouw Pouw met pensioen. Ze deed vrijwilligerswerk en zong in een smartlappenkoor. Nog steeds zingt ze met veel plezier bij Sing in Tune, op de Maredijk.
Smartlappenkoor "Er welt een traan" met Hilde Jansen op accordeon - Foto Hielco Kuipers
Wat ze nu van Leiden vindt? “Het is mijn stad niet meer.” Ze vindt het beleid te veel gericht op toerisme en op de universiteit. Er wordt te weinig rekening gehouden met de bewoners. Die trekken weg en voor hen in de plaats komen studenten, meent zij. Tegenwoordig wonen mevrouw Pouw en haar Willem in de Kaiserstraat, waar de invloed van de studenten meer dan merkbaar is.
Dat er veel winkels verdwijnen, wordt wel geweten aan internet, maar dat is het niet alleen, meent ze; door het parkeerbeleid blijven mensen weg. “Ze willen een openluchtmuseum, geen auto’s meer. Maar dat kan niet!”
De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.
Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.
Een bijlage met foto's is hier te bekijken.
Interview door de commissie De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de Opleiding Geschiedenis van de Universiteit Leiden.
Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl
Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.