Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: “Hele generaties kochten hun uitzet bij ons”

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden

Interview met de heer Leo (L.J.) van Velzen op 4 september 2024

Van zijn vijfde tot zijn tiende levensjaar verbleef Leo van Velzen met bot-tbc in het Zeehospitium in Katwijk. Deze ongelukkige start heeft geen nadelige gevolgen gehad voor de lengte van zijn leven. Op het moment van het interview is hij 95 jaar oud. Hij fietst nog, rijdt auto en heeft ‘allerlei clubjes’. Op 64-jarige leeftijd ontsnapte hij aan de dood, maar ook daarna pakte hij de draad weer op.

Schooljaren in bed
Leo van Velzen werd in februari 1929 geboren als middelste in een gezin met uiteindelijk zeven kinderen. Zijn eerste herinneringen zijn niet aan de Oude Varkenmarkt, waar het ouderlijk huis stond, maar aan het Zeehospitium. “Tegenwoordig kunnen ze bot-tbc met een maand oplossen, maar toen ging je voor vijf jaar naar het sanatorium. Ik weet dat mijn ouders zo nu en dan op zondag op bezoek kwamen met één van de broertjes of zusjes, maar dat gebeurde maar zelden. De eerste vier schooljaren heb ik in Katwijk gedaan in de Openluchtschool. Daar lag je buiten op je bed, of het nou zomer of winter was. In de verte zag je het bord.”
Zijn terugkeer naar huis vond Leo een ‘rampgeschiedenis’. “Je kent het gezin niet en de buurt niet. Ik had in Katwijk het eerste deel van de vierde klas gedaan, maar er was voor mij bedacht dat ik die klas in Leiden maar over moest doen. Dan zou ik ook een beetje houvast hebben aan mijn jongere broer, die dan bij mij in de klas kwam.” Na verloop van tijd lukte het Leo wel om vrienden te maken met zijn klasgenoten en de jongens in de buurt van de Oude Varkenmarkt, waar zijn vader een smederij bezat.

Bevrijdingsfeesten
De smederij had Leo’s vader overgenomen van de buurman. Het was een goedlopend bedrijf, waar kachels en kachelonderdelen werden gesmeed, maar ook het hoefbeslag was een belangrijk onderdeel. Leo vertelt dat zijn vader daardoor goede relaties onderhield met de boeren in de omgeving.
“Wij stapten in de oorlog op de fiets en gingen over het ophaalbruggetje rechtsaf de Vliet op. Bij de ene boer konden we een fles melk halen, bij de andere boer weer wat anders. Mijn vader zorgde dan weer voor het paard.” Verder had het gezin een volkstuin.


Band met hr v Velzen middenvoor

Goede herinneringen bewaart Leo aan de bevrijdingsfeesten. Hij was inmiddels zestien jaar oud. Samen met twee buurtgenoten richtte hij een bandje op. Leo op accordeon, de zoon van de fietsenmaker was de drummer en de zoon van de fruithandelaar speelde gitaar. “Dan gingen we met de bevrijdingsfeesten de kroegen af in de stad. Voor een paar glaasjes bier speelden we de hele avond.”
Later werd Leo bazuinblazer bij de St. Franciscus drumband en daarna ontstond de Lucky Strikes, een dansband. Die heeft bestaan van 1947 tot 1952.

Boekhouding ordenen
Na de lagere school volgde Leo een opleiding elektrotechniek. Zijn broer Gijs zou de smederij overnemen en voor Leo zou vader een elektriciteitswinkel in Haarlem kopen. Helaas kreeg vader longkanker. Broer Gijs was in opleiding bij een smid in Groningen, maar hij werd naar huis gehaald. Toen vader in 1951 overleed, zetten moeder en Gijs het bedrijf voort. Leo had op dat moment zijn eerste baan bij Ergon Electric, een elektriciteitsbedrijf in Leiden. “Ik heb daar in totaal misschien twee jaar gewerkt, maar met steeds grotere tussenpozen. Gijs was namelijk wel een hele goede smid, maar hij kon geen zaak leiden. Regelmatig riep mijn moeder of ik toch even naar huis kon komen om de boekhouding te ordenen. Na een week of vier had ik alles dan weer op de rit. Dat herhaalde zich totdat mijn baas vroeg of het niet beter was dat ik helemaal naar huis ging. Toen hebben we er een vennootschap onder firma van gemaakt met twee vennoten: mijn persoon en Gijs.”


Leo en Gijs van Velzen in de smederij - foto Marc de Haan 1989

De moeder van Leo beschikte over een handelsgeest. Dat was al meer dan eens gebleken toen vader nog leefde. Toen in 1952, kort na het overlijden van vader, de drogisterij tegenover de Oude Varkenmarkt te koop kwam, vond ze dan ook dat je zo’n kans niet voorbij mocht laten gaan. “Ze heeft het wel eerst met Gijs en mij besproken, maar zij heeft Noordeinde 24 aangekocht.”

Bang om een blauwtje te lopen
Op een van de feestavonden waar Leo met de Lucky Strikes optrad, zag hij een leuk meisje. Later bleek dat zij een nichtje was van Evert Castelein, waar hij – als goed katholiek – op dansles zat. “Toen was er in de Stadsgehoorzaal een eindbal van de dansschool. Daar moest je met een partner komen. Maar dát meisje durfde ik niet uit te nodigen. Ik was bang dat ik een blauwtje zou lopen. Toen heb ik een ander meisje gevraagd, maar tijdens de avond zat ik ineens rug aan rug met het meisje dat ik niet durfde te vragen. Stom toeval. Ik heb wel een dansje met haar gedaan. En toen ben ik begonnen met Corrie ’s avonds van haar werk aan de Oude Rijn op te halen. We hebben een paar jaar verkering gehad, met een officiële verloving ertussendoor. In 1955 zijn we getrouwd.”
Leo beschrijft de verdrietige periode waarin het stel probeerde een kind te krijgen. “Corrie wilde dat ontzettend graag, maar er gebeurde niks. Na het tweede jaar ging ik het ziekenhuis in, zij het ziekenhuis in. Alles was in orde. Er zouden gewoon kinderen kunnen komen.” Ze zijn gaan nadenken over adoptie, maar na een jaar zei Corrie: “Nee, als het niet van mezelf is, dan hoeft het niet.”

Haarlemmerstraat in het klein
Gelukkig was er werk genoeg, waar Corrie zich op kon storten. Aanvankelijk stond ze in de winkel op Noordeinde 24. “Daar verkochten we kolenkachels en kolenfornuizen. Toen de olie kwam, hebben we overal oliekachels neergezet en later gashaarden. We verdienden er een goede boterham mee. “
Inmiddels had drukkerij Rotogravure zich aan het Noordeinde gevestigd. Die wilde uitbreiden en nummer 24 overnemen. Gelukkig kwam toen Noordeinde 41 beschikbaar, de elektriciteitszaak van Lasschuit die met pensioen ging. “Daar verkochten we huishoudelijke artikelen en ook witgoed, zoals koelkasten en wasmachines. Mijn vrouw heeft al die jaren in de winkel gestaan.”
Leo beschrijft het Noordeinde als een drukke winkelstraat, waar mensen af en aan liepen voor hun dagelijkse boodschappen. Er waren twee slagers, twee groenteboeren, twee sigarettenzaken, twee drogisten, twee cafés. “Een Haarlemmerstraat in het klein. Met Kerst en Sint Nicolaas haalde mijn vrouw vanwege de drukte een paar van haar zusters in de winkel. De huishoudelijke artikelen vlogen de deur uit. Hele generaties hebben hun uitzet bij ons gekocht.”


Winkel van smederij v Velzen

Midden jaren 80, na meer dan 30 jaar achter de toonbank, had Corrie er genoeg van. Ze kwakkelde met haar gezondheid doordat ze leed aan de ziekte van Crohn, een chronische darmziekte. Ze overleed in 2004. Dat was voor Leo het moment om wekelijks naar de kerk te gaan. Tot die tijd deed Corrie dat. Leo zei altijd tegen haar: “Meid, als één van ons tweeën naar de kerk gaat, is ons gezin vertegenwoordigd.” Hij voelt zich nu goed bij zijn kerkbezoek.

Met Goekoop in de kroeg
Naast zijn drukke bestaan in de smederij en met de winkels nam Leo tal van bestuurlijke taken op zich. Uiteindelijk leidde dit tot een gemeenteraadslidmaatschap voor het CDA in de periode van 1990 tot 1994. “Ik kon wel omgaan met de politiek. Ik vond het leuk om oplossingen te zoeken. Ik zat bij burgemeester Cees Goekoop in de commissie Algemene Zaken, die ging over politie, brandweer en ambulance. En als je bij Goekoop in de commissie zat, ging je na de vergadering naar de kroeg.”
Helaas kwam hier een abrupt einde aan, toen Leo midden 1993 op de Intensive Care terechtkwam met een longembolie. De volgende ochtend stond er een arts aan zijn bed, die zei: “God, je bent er nog! Als de professor vanmorgen om vijf uur niet had toegegeven dat het een ander medicijn moest worden, was je er niet meer geweest.” Deze arts was recent uit een ziekenhuis in Haarlem gekomen, waar ze met dit nieuwe medicijn werkten. “Dat is mijn redding geweest.”
Na deze ervaring besloot Leo in 1994 om veel activiteiten neer te leggen. De smederij werd verkocht en Leo besloot zich niet herkiesbaar te stellen voor het raadslidmaatschap.
Nu, 30 jaar later, staat hij nog steeds actief in het leven. Zijn alcoholgebruik heeft hij wel drastisch geminderd, toen hij op een fles per dag zat. “Jenever? Nee, dan had ik hier niet meer gezeten! Ik heb het over een fles wijn. Toen mijn vrouw was overleden, was de sociale controle weggevallen. Als ik alleen ben, drink ik geen alcohol. Maar ik heb nog steeds wel mijn eetclubjes en lunchclubjes.”

De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.

Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.

Een bijlage met foto's is hier te bekijken.

Interview door de commissie De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de Opleiding Geschiedenis van de Universiteit Leiden.

Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl

Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.


kaart