Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: De Fransche Kroon

  • Leiden
  • Geschiedenis 1701-1800
  • Geschiedenis 1801-1900
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden
  • Gebouwen

Gevelteken Hartevelt Langegracht 59 t/m 65a

De drie sluitstenen die bij het gebouwencomplex van Hartevelt horen. Op de bovenste foto de steen met de 'Fransche' kroon met Franse lelies, het jaartal 1760 en de initialen W. V. A. Daaronder de stenen met een beugelkroon (bekroond door een Franse lelie) en een druiventros.


GT_1154

...
GT_1006 ................................................................GT_1005
Foto's Olga van der Klooster

In 1734 kreeg Willem van Aken toestemming om in de voormalige suikerraffinaderij van Julien Parat een branderij te beginnen voor de productie van brandewijn. Uiteindelijk werd het een complex dat uit kleine eenheden was samengesteld.
Abraham Hartevelt kocht de branderij in 1780 en zette het bedrijf voort onder de naam 'Hartevelt'. Het distilleren of branden van wijn gebeurde om te voorkomen dat alcohol in de aan bederf onderhevige wijn verloren ging. Later begon hij ook met de productie van moutwijn of jenever. In enorme koperen ketels werd een gegist graanbeslag van de mout van gerst en rogge drie keer gestookt om moutwijn te maken. Tot 1880 was deze methode om moutwijn te stoken overal gangbaar; daarna kwam er een nieuwe goedkopere methode van stoken in zwang.
Tot in de 20e eeuw zou de distilleerderij in het bezit van de familie Hartevelt blijven. De naam 'De Fransche Kroon' kwam weer tot leven toen in 1918 de firma een Naamloze Vennootschap werd: Distilleerderij "De Fransche Kroon", v/h Hartevelt & Zoon.
Abraham's zoon Johannes breidde het gebouw uit met de pakhuizen en een kantoorgebouw (nr. 61) in 1817-1825. Johannes overleed kort na de verbouwing en het bedrijf groeide nauwelijks meer tijdens de 19e eeuw tot in 1890 met Jacob Abrahamszoon weer een periode van bescheiden groei aanbrak.
In 1910 vierde het bedrijf haar 150-jarig jubileum; men had het jaartal van de sluitsteen van de binnenpoort, 1760, als oprichtingsdatum aangehouden. De distilleerderij bestond al sinds 1734 onder Van Aken en Hartevelt begon er in 1780, dus in geen geval was dit een juist jaar voor het vieren van een jubileum. Waarom het jaartal 1760 op de steen staat blijft tot op heden een nog onopgelost raadsel; mogelijk werd toen die poort gebouwd of vernieuwd. Tot in 1930 bleef het jaartal 1760 op de etiketten van de jeneverflessen staan.
Toen Jacob Hartevelt in 1917 overleed, zonder opvolgers, werd de distilleerderij dus een N.V. Jacob Schots Jacobszoon uit Krommenie werd tot directeur benoemd.


Reclamemateriaal waarbij ook het jaartal 1760 staat.

Lucas Verkoren, die in 1931 directeur werd nadat hij zich binnen het bedrijf opgewerkt had, bracht het bedrijf tot grote bloei. Onder zijn bewind werden diverse Leidse concurrenten overgenomen. Verkoren was een liefhebber van kunst en cultuur en zelf een begenadigd kunstschilder. Hij woonde aan de Oude Singel 144 in een pand waar voordien Hartevelt en Schots ook al gewoond hadden (dus als een soort directeurswoning); zijn achtertuin grensde achter aan de distilleerderij.
In 1956 werd er nog een fabriekshal op het binnenterrein gebouwd, maar het gebrek aan ruimte was er uiteindelijk de oorzaak van dat de groei stagneerde. Zelfs de aankoop van het Van Assendelftshofje voor de opslag van emballage kon daarin geen verbetering brengen. Hartevelt werd in 1967 overgenomen door (Lucas) Bols en tot 1971 hebben de gebouwen aan de Langegracht nog dienst gedaan als distributiecentrum.
De gemeente Leiden kocht de panden in 1983 en ze werden op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst.
Op het ogenblik maken diverse culturele groepen en non-profitorganisaties, onder andere het COC, gebruik van het gebouw.

Vanaf de Middeleeuwen komt de kroon als gevelteken heel erg veel voor, vooral op tapperijen en herbergen.
Ergens de kroon opzetten betekent onder meer dat men aan iets vorstelijke waardigheid verleent. Met andere woorden: de zaken die geleverd worden onder het teken van de kroon zijn van superieure kwaliteit! Mogelijk gebruikte de uit Frankrijk afkomstige Julien Parat die aanduiding al voor zijn bedrijf: suiker van topkwaliteit, en beeldde hij dat uit door de typisch Franse lelies op zijn producten te ‘plakken’.
De toevoeging ‘Fransche’ slaat in ieder geval op de (Franse) lelies die op de rand van de kroon zijn aangebracht. Het zou ook kunnen verwijzen naar de brandewijn die hier aan de Langegracht werd gestookt. Brandewijn is gedistilleerde wijn en werd vanouds voornamelijk in Frankrijk geproduceerd als bijproduct van de wijnbouw. Toen er tijdens de vele oorlogen tegen Frankrijk aan het einde van de 17e eeuw een invoerverbod van kracht was op brandewijn, ontstonden er in de Nederlanden steeds meer branderijen. Het is mogelijk dat de naam ‘De Fransche Kroon’ laat zien dat de brandewijn die hier gestookt werd net zo goed van kwaliteit was als de uit Frankrijk afkomstige.
In de pakhuisgevels van het zogenaamde Harteveltcomplex zijn twee gedecoreerde sluitstenen te zien: één met een kroon en één met een druiventros. Deze druiventros, die te zien is op nr. 63, zal ongetwijfeld een referentie zijn aan de wijn die hier werd opgeslagen in houten vaten.
Er is echter nòg een sluitsteen die in een (in 1760 gebouwde?) poort heeft gezeten op een binnenplaats van de distilleerderij.

Op een foto die zich in het Regionaal Archief te Leiden bevindt is deze situatie nog te zien. De poort werd ooit afgebroken en de steen verdween.
Gelukkig werd de steen enige jaren geleden opgespoord door leden van Stiel en weer teruggebracht naar Leiden.


Foto Hans de Sterke

De op de sluitstenen afgebeelde kronen zijn verschillend van elkaar. Wellicht is dit ook te danken aan het feit dat de stenen van verschillende leeftijd zijn en dus ook van verschillende steenhouwers. De steen met de Franse kroon heeft het jaartal 1760 in het beeldvlak, de twee andere stenen dateren uit de tijd dat de pakhuizen gebouwd werden in het eerste kwart van de 19e eeuw. De jongere steen laat het type beugelkroon zien, terwijl de kroon met de Franse lelies meer weg heeft van een diadeem.

Lees hier hoe de steen weer terug is gekomen in Leiden.
In 2013 zijn de stenen opnieuw gepolychromeerd door Olga van der Klooster.
In augustus 2014 is de verloren gewaande steen weer teruggeplaatst in de gevel aan de Langegracht en wel boven de toegangspoort van het complex.

..............

Op 20 september 2014 is de steen officieel onthuld door 'de redder' van de steen, Joop Gijsman van Stiel. Rens Heruer, voorzitter van de Historische Vereniging Oud Leiden, sprak daarbij een welkomstwoord, waarna Annelies van Leeuwen-van der Stoep iets vertelde over de gevelstenen.

Bronnen:

Jan Dröge e.a. (red.), Architectuur & Monumentengids Leiden, (Leiden 1996), blz. 96.
W.L. Baars, Lucas Verkoren 'een Leidse realist', (Stichting Kunstkring Groenoord, Oegstgeest 1995).
H. Budel, W. Burgers, E.J. Weterings, Het spoor van de industriële revolutie in een Hollandse stad; een wandeling langs twintig monumenten van bedrijf en techniek in Leiden, (Primavera Pers in samenwerking met STIEL, Leiden 1998) p. 70-72.
P.J.M. de Baar, Het kortstondig bestaan van de Leidse suikerraffinaderij van Julien Parat. Jaarboek der sociale en economische geschiedenis van Leiden en omstreken 1996, p. 50-65
Renate van Schaik, ‘Een complex complex, Een bouwhistorische studie naar het Harteveltcomplex in Leiden’, Leids Jaarboekje 105 (2013) p. 82-101.
C.B.A. Smit en H.D. Tjalsma (red.), Leids Fabrikaat; Een stadswandeling langs het industrieel erfgoed. (Leidse Historische Reeks nr. 4, Utrecht 1990) p. 62-77.

Opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden. Auteurs; A. van Leeuwen en P.J.M. de Baar. Zie ons Colofon . Uw evt. aanvullingen of verbeteringen zijn zeer welkom en worden gericht aan de auteur.
kaart