Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Gedenksteen Gerrit Dou

  • Leiden
  • Geschiedenis 1601-1700
  • Gebouwen

Gevelteken Kort Rapenburg 12


GT_1254

Gedenksteen voor Gerrit Dou aan het Kort Rapenburg 12. Dou is beroemd als Leidse fijnschilder van genretaferelen en portretten.

Tekst op de steen:
Hier woonde Gerrit Dou
geboren 1613
overleden 1675


Dou woonde eerst in dit 17e eeuwse pand en (veel) later aan het Galgewater 7 (nu onderdeel van de Webster-University) .
Bij de herdenking van Dou’s driehonderdste geboortedag, in 1913, werd door de Vereniging Oud Leiden de zandstenen gevelsteen aangebracht.
De gevel werd bij een restauratie na 1913, in zijn oorspronkelijke vorm teruggebracht; een trapgevel met kruiskozijnen. Tevens werd de gevelsteen herplaatst. De oude situatie is nog te zien op een foto uit het Archief van Erfgoed Leiden, genomen in 1913 voordat de verbouwing plaats had gevonden.
Weer later werd de gevel gemoderniseerd en nu is alleen nog de trapgevel met één kruiskozijntje aanwezig.
In het pand is sinds 1938 de antiquarische juwelier Van Ruiten gevestigd.

Gerrit of Gerard Dou werd op 7 april 1613 in Leiden geboren. Hij werd er begraven op 9 februari 1675.
Als zoon van de Leidse glasgraveur Douwe Jansz. leerde Gerrit in eerste instantie van zijn vader graveren en glasschilderen. Daarna ging hij voor twee jaar in de leer bij de glasschilder Pieter Couwenhorn.
In 1628, op zijn veertiende, kwam hij op het atelier van Rembrandt en zijn vriend Jan Lievens. Dou was Rembrandts eerste leerling. Van hem leerde Dou met licht- en donkercontrasten werken en zo ontwikkelde hij zijn specialiteit: 'kaerslichten', schilderijen waarin het spel van het licht een grote rol toebedeeld kreeg.
In 1632 vestigde hij zich als zelfstandig schilder en al gauw werden zijn werken razend populair. Ze gingen voor zeer hoge prijzen van de hand en werden verzameld door invloedrijke personen als koningin Christina van Zweden en groothertog Cosimo III van Toscane. Hoewel hem dikwijls verzoeken werden gedaan hofschilder te worden, heeft Dou zich nooit uit Leiden laten weglokken.
Vanaf omstreeks 1640 legde hij zich toe op het vervaardigen van op klein formaat geschilderde genrestukken, dit zijn taferelen uit het dagelijks leven. De scene's werden vaak geschilderd als gezien door een boogvenster, iets dat de intimiteit van het tafereel bevorderde.
In zijn boek 'De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen' uit 1718-22, schrijft Arnold Houbraken dat Dou uiterst langzaam en zorgvuldig te werk ging. Om de details zo fijn mogelijk weer te kunnen geven maakte Dou zelfs zijn eigen penselen. Dou en zijn leerlingen, waaronder Frans van Mieris, worden ook wel aangeduid als de 'Leidse Fijnschilders'.

Kort Rapenburg 12 is in beginsel een zeer oud pand, in wezen bestaande uit twee huisnummers: Wijk IV nrs. 171 en 172. Nummer 171 werd op 9-10-1826 door Anna Barbara Konings, weduwe van J.D. Konings, verkocht aan Huibert Jacobus Rijshouwer. Nr. 172 was al op 9-12-1817 door Johannes Hendrik Wartjouw verkocht aan Huibert Jacobus Rijshouwer. Deze woonde in nr. 172 en denkelijk gebruikte hij 171 als (uitbreiding van) zijn apotheek. Rijshouwer was gedoopt 29-2-1792 in de Pieterskerk als zoon van Cornelis Rijshouwer en Sara Heenck, volgde zijn opleiding tot apotheker in Den Haag, deed daar examen op 6-12-1817 en kocht dus drie dagen later het ene pand aan het Kort Rapenburg. Hij begon hier dus zijn apotheek (tenzij Wartjouw ook al apotheker was, hetgeen niet meteen gebleken is). Hij trouwde kort nadien, op 3-11-1819, mede ook omdat een apotheker voor eenvoudige en dringende klussen wel graag terug kon grijpen op zijn echtgenote. Sara Alida Weber overleed echter al op 22-4-1830, waarna hij op 19-1-1832 hertrouwde met Adriana Hoos, geboren in Rotterdam, maar met haar ouders wonende op de Oude Vest. P.H. Hoos was koopman en had belangen in de steenbakkerij in Leiderdorp. Wellicht was dat de reden dat Rijshouwer stopte als apotheker en daarna steenbakker in de buurt van de Spanjaardsbrug onder Leiderdorp werd. Per 10-12-1867 trad hij uit de firma Hoos & Rijshouwer (die werd voortgezet door een Hoos, die later de stichter van de Touwfabriek zou worden). Zijn vrouw was toen al overleden (Leiderdorp 24-5-1858).

Op 19 april 1837 verkocht Rijshouwer beide panden (in één koop, dus wellicht inmiddels verheeld) aan Pieter Jacobus Haaxman. Deze was geboren te Rotterdam op 31-5-1810, geëxamineerd te Dordrecht op 5-6-1833 en Den Haag 7-3-1837, zodat hij dus de vereiste diploma’s had om de apotheek over te nemen. Of hij in Leiden niet gelukkig was, vertelt de historie niet, maar hij vertrok weer naar Rotterdam per 1 augustus 1845. Zijn opvolger was Jan Garrer, geboren 23-1-1823 in Leiden, deed examen te ’s-Gravenhage op 5-9-1843 en vestigde zich in Leiden. Mogelijk omdat hij geen geld had en zijn vader Johan Garrer (geboren in Frauenfeld in Thurgau, Zwitserland, broodbakker) wel, kocht die het pand (de twee panden) op 2 september 1845. Hij droeg het op 2-10-1851 over aan zijn zoon, juist op tijd, want hij overleed op 2-9-1854. Ook Jan trouwde snel, in 1846 met F.C.S. van ’t Hooft, en werd zelfs stadsapotheker op 18-6-1860 na het vertrek van J.P.C. de Klein. Op 28 mei 1860 waaiden twee bomen om bij een grote storm en ook J. Garrer leed schade, maar de gemeenteraad zag er niets in om die te vergoeden. De nummers Wijk IV nrs. 171 en 172 werden in 1871 samen het nieuwe nummer Kort Rapenburg 12. Garrer overleed op 15 december 1878, slechts 55 jaar oud. Het beheer van de apotheek werd voorlopig verricht door R. Dijkstra, die per 1-1-1879 onder de firma Garrer en Dijkstra de zaak zou voortzetten. Roelof Dijkstra was geboren 26-5-1849 te Leeuwarden; zijn vrouw Wilhelmina Henriëtte Johanna Dijkstra-Sandberg op 17-7-1855 te Utrecht. Dijkstra maakte mee dat op 21 februari 1895 een felle brand het buurpand 14 volledig in de as legde. Dat hij als eigenaar van nr. 12 het bevel kreeg tot herstelling van zijn ‘bouwvallig pand’ zal daar wel mee samenhangen. Wat er toen precies gedaan is, valt wel niet meer na te gaan. Dijkstra overleed op 10-10-1907; zijn weduwe bleef er nog wonen tot zij op 30-7-1908 naar Den Haag vertrok. Per 2-1-1908 vestigde zich er vanuit Haarlem Willem Pelle, geboren 11-4-1882 te Middelburg, die de zaak onder de naam Garrer en Dijkstra nog enige tijd voortzette. Op 10 maart 1910 trouwde hij met J.P.E. Voet, die zich toen bij hem voegde. Mogelijk was zij niet zo gecharmeerd van de bouwkundige toestand, want in 1909 kreeg Pelle vergunning voor het maken van een riolering. Of hij toen het hele pand vanaf de fundering nieuw heeft laten optrekken, is niet in een oogwenk na te gaan. Het Leidsch Dagblad meldt op 12-9-1913 dat er toen een gedenkplaat onthuld is ter ere van Gerrit Dou, die er ooit wel gewoond had, maar niet geboren was (maar wel in hetzelfde rijtje huizen). De steen was een ontwerp van de Rotterdamse architect M.E. Bruynzeel en vervaardigd in de werkplaats van de firma G. de Vink. Volgens de krant zou in het pand een Bruynzeel wonen, die medefirmant in de apotheek was. Later was apotheker J.C. Pelle, die plotseling op 29-4-1937 overleed. Denkelijk woonde hij te Rotterdam. Daarom werd de apotheek per 1-7-1937 verenigd met en verplaatst naar Apotheek Du Croix van apotheker D.C. Kok, Rapenburg 9. Er is een dossier over de verbouw van het pand door Bruynzeel en Ketel (AZ-1937 nr. 514, bouwvergunningen). Kennelijk is er toen flink ingegrepen, want sloper G.J. Binnendijk adverteerde op 23-10-1937 met allerlei afbraak uit Kort Rapenburg 12. Er werd toen een winkel van de Leidsche Stoomerij en Ververij Stoeke (eigenaar Chr. Stoeke, Den Haag) in gevestigd (geopend 15-3-1938), en op een apart nummer 12a (denkelijk de bovenwoning met wellicht een eigen opgang, of zouden de panden toen weer gescheiden zijn?) de Tijdschriftencentrale (kantoorboekhandel, binnen- en buitenlandse tijdschriften). Vanaf 1944 was er ook de Bestel- en ophaaldienst “Tempo” gevestigd. Voor meer exacte gegevens en de naoorlogse bedrijven die er gevestigd zijn geweest kan het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (en Fabrieken Rijnland) in het Nationaal Archief geraadpleegd worden.

Opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden, zie verder ons colofon.
kaart