Verhaal: In de Visser
- Leiden
- Geschiedenis 1701-1800
- Gebouwen
Gevelteken Nieuwe Rijn 2
Foto Stiel 1979
GT_1588 foto W. Devilee
Gevelschildering boven de entree van Nieuwe Rijn 2. Een visser met een hengel en een vis staande voor open water.
Foto Gemeente Leiden, afdeling Monumentenzorg 1984
Boven de winkelpui een geschilderd tafereel met 'de Visserman'.
Dit tafereel is in de eerste helft van de 18e eeuw boven de entree van de Tabakswinkel 'In de Visscher' van Gijsbert Waller (Amsterdam 1713-Leiden 1759 ) aangebracht. Waller was koopman in tabak. Na zijn overlijden neemt zijn weduwe Elisabeth Prins de zaak over.
De afgebeelde figuur heeft een pik- of dreghaak over zijn linkerschouder en in zijn rechterhand heeft hij een vis bij de kop vast.
Op de achtergrond is een breed water te zien waarop een zeilschip vaart en aan de horizon is hier en daar bebouwing te zien. Links op de voorgrond staat een apothekerspot met daarop de letters RAPPE. Dat is Frans voor grof geraspte snuiftabak. Naast de pot ligt een voorwerp dat lijkt op de plank van een sigarenmaker. Rechts op de voorgrond zien we een aantal kisten en pakketten. Eén van de pakketten is verzegeld en het andere pakket vertoont een zelfde afbeelding van de man met de vis, waaronder een onleesbare tekst te zien is. Geheel rechts een ton met daarop een groot aantal tabaksbladeren.
In de hoek rechtsonder een signatuur van Jac. Waterland.
Tegenwoordig hangt er een kopie van de schildering die gesigneerd is door Th. Kerkvliet.
GT_1588 foto W. Devilee
Na een grote brand in 1766 is de gevel geheel hersteld. In de Leydse Courant van 6 oktober 1766 staat een verslag van de hevige brand die uitgebroken was in het tweede pand 'hangende' vanaf de Hoogstraat /Visbrug. Daar woonde de schrijnwerker Cornelis Versteeven met zijn gezin. Cornelis en drie van zijn kinderen kwamen om in de brand. Het pand ter linker zijde van 'Krujenier' Gerrit Hartjes brandde geheel af.
Het pand ter rechterzijde, van Juffrouw de Weduwe Waller, waar een Tabaksnegotie was gevestigd en dat voor enige jaren geheel nieuw was opgebouwd brandde af met uitzondering van het benedenhuis. De eigenaresse wordt tevens beschreven als 'drooge Vis Verkoopster'. Dat verklaard misschien de vis in het schilderij.
In de Leydse Courant van 10 oktober 1766, na de brand, staat een advertentie met de volgende tekst;
"De wed. Gysbert Waller te Leyden, aan de Visbrug, IN DE VISSER, adverteerd aan alle haare binnen en buiten Calanten, dat zy haar bekende Winkel van Rook- en Snuif-Tabak (overmids de ongelukkige Brand) naast haar voorige Huys continueerrd, en denkt op Morgen, zynde Zaterdag de 11 October, in staat te zyn, om elk weder na genoegen te bedienen, verzoekende voorts in dezen ieders Liefde-Gunst. NB. Zal in de eerste 14 dagen niet by den Avond verkogt worden."
Op een reclame vignet uit de 18e eeuw is te lezen:
"Deze en meer andere Soorten van Rook en Snuijf-Tabak werden onverbeterlijk, voor een Civiele-Prys in't groot en klijn verkogt: bij de weduwe Gysbert Waller. in de visser, op den Nieuwen-Rijn aen de vis-Brug, in Leyden".
In de Leydse Courant van 5 oktober 1778 staat in een advertentie dat; " de TABAK- en SNUIF- NEGOTIE ten Naame de Wed. GYSBERT WALLER en ZOON te Leyden, met deze vyfden October tot onderling genoegen gescheiden is, en voorts alleen zal rouleeren op de Firma van ELBERT WALLER."
Elbert Waller is de zoon van Gijsbert en zijn derde vrouw Elisabeth Prins (1716-1789), met wie hij in 1746 getrouwd was, gedoopt in de Hooglandse Kerk op 27 juli 1747. Gijsbert heeft dan één kind. Uit zijn huwelijken zijn meerdere kinderen geboren maar slechts één leefde in de tijd van zijn derde huwelijk. Met Elisabeth kreeg hij vijf kinderen.
Eerder, in 1737, was hij getrouwd met Elisabeth Sandvoort en in 1739 met Catharina van Rijn.
Elbert overleed in 1786 en de negotie werd overgenomen door RUTGERT VAN PUTTEN en "primo january 1787 gecontinueerd worden onder de Firma van Waller en VAN PUTTEN".
Het pand is gelegen aan de Visbrug waar de handelaren uit Katwijk en Noordwijk sinds lang hun vis verkochten. De afgebeelde vis is waarschijnlijk een Barbeel, die in de 17e en 18e eeuw alleen gegeten werd als de vis wat ouder was. Jonge Barbeel is 'week van vlees'.
Op twee prenten van Noach van der Meer, één uit 1766 en één uit 1767, is te zien dat na de grote brand op 2 en 3 oktober, de gevel van het pand nauwgezet hersteld is.
De prent uit 1766
De prent uit 1767.
Deze prenten bevinden zich in de collectie van het Rijksmuseum.
Lees hier meer over de grote brand van 1766, in het door Piet de Baar bewerkte boekje (convoluut) met vier gravures (1767), getiteld:
Afbeeldingen van de Hoogstraet en Vischbrugge te Leyden. Met de Veranderingen, veroorzaekt door den brand, op den 3. October des Jaers 1766. Met eene Beschrijving van dien Brand en andere daertoe betrekkelijke Zaeken. Gevolgd van eenige toepasselijke gedichten. Te Leyden, By C. van Hoogeveen junior, MDCCLXVII.
In de twintigste eeuw was er jarenlang een antiquariaat gevestigd in dit pand.
Het is een Rijksmonument.
Bronnen:
Leydse Courant | 6 oktober 1766 | pagina 1
Leydse Courant | 10 oktober 1766 | pagina 2
Leydse Courant | 5 oktober 1778 | pagina 4
Leydse Courant | 22 december 1786 | pagina 2
Dit verhaal is opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden. Voor meer informatie of contact met de commissie raadpleeg ons colofon.
Eventuele aanvullingen voor dit verhaal kunt u sturen naar geveltekens@oudleiden.nl