Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Gedenksteen F.B. Hotz.

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden
  • Gebouwen

Gevelteken Rijnsburgerweg 75.

.....
GT_1328

F.B. Hotz (Leiden 1922 en overleden 2005 aldaar) was een begaafd trombonist die pas op latere leeftijd schrijver werd. In 1998 werd hem de P.C. Hooft-prijs voor verhalend proza toegekend.
Eén thema staat bijna steeds centraal: het huwelijk en de soms grimmige strijd tussen man en vrouw.
Een aantal verhalen speelt zich af in Leiden en omgeving zoals het titelverhaal uit de bundel Ernstvuurwerk (1978).


De Gevelsteen:
Links van de dubbele ingang bevindt zich de grijze gevelsteen met het woord Rijnsburgerweg zes maal, gedeeltelijk gespiegeld.
Boven deze woorden: UIT DE VERPLAATSING
Eronder: F.B. HOTZ 1922-2000

Deze gevelsteen werd op 1 februari 2010 geplaatst, tien jaar na het overlijden van de schrijver F.B. Hotz. Het was tevens zijn geboortedag.
De steen werd in de gevel van Hotz' geboortehuis geplaatst in opdracht van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.
Hoewel Hotz de laatste jaren van zijn leven in Oegstgeest bij zijn zuster woonde, koos men voor een steen aan het huis waarin hij zijn jeugd doorbracht. Juist de Rijnsburgerweg, ‘de Weg’ zoals de schrijver meermalen schreef, vormde al dan niet in combinatie met de tram, jazz en oude auto’s, een rode draad in zijn oeuvre.
Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in het verhaal 'De verplaatsing' in de bundel Ernstvuurwerk uit 1978, waarin sprake is van een totale verheerlijking van ‘zijn’ weg.
Een tijdelijke gedwongen verhuizing naar Haarlem in 1932 bezorgde de hoofdpersoon een weemoedig verlangen naar die Rijnsburgerweg. Hotz beschrijft in het verhaal een grote groene glazen vaas met zes bolle ringen. De ik-figuur ziet in die ringen de stoomtram zesmaal gereflecteerd. Steenhouwer Marc de Groot liet zich hierdoor inspireren en gebruikte het motief van de spiegeling in het woord Rijnsburgerweg.

F.B. Hotz (1 februari 1922 te Leiden - 5 december 2000 te Leiden) woonde lange tijd aan de Rijnsburgerweg in Leiden en vanaf zijn elfde jaar in Oegstgeest.
Hij trouwde in 1956 met Barbara. Ze woonden in een voor kunstenaars bestemd hofje aan de Mallemolen in Den Haag waar in 1961 hun zoon geboren werd. Het huwelijk werd in 1964 ontbonden.
Hij keerde terug naar hetzelfde huis in Oegstgeest waar hij als kind had gewoond. Tot aan zijn dood woonde hij daar op kamers bij zijn oudere zuster Atie.

Hotz' ex-vrouw hertrouwde met zijn beste vriend, de trompettist Serein Pfeiffer (eerder getrouwd met de schrijfster Helga Ruebsamen). Haar tweede huwelijk hield niet lang stand en in 1970 stak zij Pfeiffer dood in een vlaag van waanzin. Zij werd veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf. Voor Hotz was het feit dat de moeder van zijn kind een moord had gepleegd (op zijn boezemvriend nog wel) zo traumatisch, dat de rest van zijn leven erdoor werd bepaald. Zijn biografe Aleid Truijens noemt dit Hotz' "oerverhaal", de motor voor zijn schrijverschap. De hoofdpersonen in zijn werk zijn bijna altijd wat eenzame mannen die zich niet thuisvoelen in hun wereld. Ze zijn illusieloos, niet in staat hun eigen persoonlijkheid te ontwikkelen, vaak onder invloed van een dominante vrouw. Mannelijke personages gaan gebukt onder een gebrek aan eigenwaarde. Besef van schuld en boete beheerst vaak de verhalen, waarbij de boetedoening der hoofdpersonen in de meeste gevallen niet in verhouding tot hun veelal geringe schuld staat.
In 1998 kreeg hij de P.C. Hooft prijs voor de literatuur.
Door de trieste gebeurtenissen in zijn leven en door zijn toenemende blindheid en andere gezondheidsproblemen ontwikkelde hij zich steeds meer tot een teruggetrokken man, die weinig buiten kwam. Wel had hij de laatste jaren een vriendin, die in 1999 stierf. Daarna ging het met hemzelf ook snel bergafwaarts. F.B. Hotz overleed op 78-jarige leeftijd in het Diaconessenhuis te Leiden.

In 2011 verscheen zijn biografie, geschreven door Aleid Truijens.

Werken van F.B. Hotz
Dood weermiddel, 1976
Ernstvuurwerk, 1978
Proefspel, 1980
Dood weermiddel, 1981 (5de druk)
Duistere jaren en andere verhalen, 1983
Eb en vloed, 1987
Proefspel, 1989 (5de druk)
De voetnoot, 1990
De vertekening, 1991
De vertegenwoordigers, 1996
Het werk (2 delen), 1997


Bronnen:

Website dbnl
Website Kunstbus
Wikipedia

Dit verhaal is opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden. Zie voor meer informatie ons colofon.
kaart