Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: 't Huis op de Waard

  • Leiden
  • Geschiedenis 1951- heden
  • Gebouwen

Gevelteken Nieuwe Rijn 115-119


GT_1078 foto W. Devilee
Gevelsteen op het gebouw van 'Woon- en Zorgcentrum ´t Huis op de Waard' dat in 1975 in gebruik werd genomen. De gevelsteen zat ooit op Kaarsemakerstraat 2. momenteel aan Nieuwe Rijn 115-119

De zorg voor de armen van de stad, minnekinderen genoemd, lag in de 18e eeuw in de handen van de Hervormde Gemeente en werd daadwerkelijk uitgevoerd door de meesters van de huisarmen, de zogenaamde huiszitten-meesteren en de diaconie. Voor zover mogelijk was werden de armen en onverzorgden ondergebracht in drie minnehuizen; twee voor vrouwen en één voor mannen. Tevens werden veel onvermogenden opgevangen door familie.
Johan van der Marck, hoofdofficier van Leiden, liet in 1782 als eerste een legaat van fl. 2000,- na voor de instelling van de armenzorg. Niet lang daarna volgde er een volgende schenking toen Nicolaas van der Velde, burgemeester van Leiden overleed. In zijn testament verklaarde hij aan het te stichten minnehuis een bedrag van fl. 40.000,- na te laten onder de conditie dat het huis zou worden geadministreerd door bijzondere regenten. De regenten van het Huiszittenhuis zouden op deze manier nooit enig toezicht, bewind of administratie over het minnehuis krijgen. Hieruit wordt duidelijk dat de verhouding tussen de partijen niet gunstig was!
In 1782 werd door de burgemeester en de vroedschap besloten het 'Gereformeerde minne of arme oude mannen en vrouwenhuis' op te richten.
Het armenkinderhuis, dat stond waar nu de Kaasmarkt is, werd hiervoor bestemd.
Na wat onenigheid over het aanstellen van de eerste 'binnenvader' konden op 29 december 1783 de eerste vrouwen worden gehuisvest. Begin 1784 werd het gebouw officieel geopend met de nodige feestelijkheden. Korte tijd later woonden er al 74 armen in het huis.

In 1794 overheersten de Fransen ons land en zij confisqueerden het minnehuis zodat alle bewoners gedwongen werden naar het Caecilliagasthuis te vertrekken. Pas een jaar later konden zij weer terugkeren.
Tien jaar later moesten de minnelieden weer hun huis uit, dit keer omdat het als kazerne moest dienen voor het Staten College.
De huisvesting was verre van ideaal en men begon over een nieuwe locatie te denken. Door de aankoop van een aantal panden aan de Herengracht kon daar een nieuw gesticht gevormd worden. Na wat reparaties konden de timmerlieden aan de slag om de voormalige woonhuizen en de fabriek van Krantz om te toveren tot een huis dat geschikt was om onderdak te verschaffen aan een groot aantal bejaarden. Op 18 mei 1818 was het zover, de verhuizing kon beginnen. De inboedel werd op een overdekte schuit geladen en over de gracht naar het nieuwe huis vervoerd.
Aan de achterkant van het pand, aan de Langestraat, was een zaal gemaakt die door een schot was verdeeld in een mannen- en vrouwenafdeling. De eetzaal bevond zich in het kleine huis aan de Herengracht en deze was niet gescheiden.
De zijkamer van het grote huis was gereserveerd voor de regenten.
In 1880 werd het huis aangesloten op de duinwaterleiding. Toch voldeed het huis niet meer aan de wensen van een redelijk comfortabele bewoning en men begon over de bouw van een nieuw huis te denken.
In 1886-1887 kwam het tot nieuwbouw en verrees het 'Oudenliedenhuis' aan de Herengracht. Na 1931 zijn hier nog veel interne verbouwingen geweest, bij de laatste verbouwing kreeg iedere bewoner een eigen chambrette, een mooi woord voor een slaaphokje, want meer was 't niet.
Rond de jaren 70 besloot het bestuur van de stichting een nieuw modern huis te laten bouwen aangezien het pand aan de Herengracht totaal verouderd was. Men koos niet voor een locatie buiten de stad maar wilde juist in de stad blijven.
Na heel veel vergaderingen en besprekingen met allerlei instanties en na heel veel moeilijkheden en bezwaren overwonnen te hebben, ging uiteindelijk de eerste paal de grond in.
Op 12 december 1973 werd, door twee toenmalige bewoners van het Oudenliedenhuis, de eerste steen gelegd.
Anderhalf jaar later, op 12 mei 1975, werden de bewoners van het Oudenliedenhuis per rondvaartboot naar hun nieuwe huis gebracht.

Bronnen:

Peter Otgaar, Mensenwerk, Het Gereformeerde Minne- of Arme Mannen- en Vrouwenhuis. Deel II: 1818-1883, Jaarboek Dirk van Eck 2003.
Website van 't Huis op de Waard

Dit verhaal is opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden. Zie verder colofon
kaart