Verhaal: De Koekop
- Leiden
- Geschiedenis 1801-1900
- Geschiedenis 1901-1950
- Geschiedenis 1951- heden
- Gebouwen
Gevelteken Lange Mare 62
De naam 'De Koekop' werd aan dit pand gegeven naar aanleiding van de koeienkop die aan de gevel hangt boven het kozijn op de eerste etage.
GT_1101
De eerste eigenaar van het pand was Abraham van Buren, die hier tot circa 1830 zijn schoenmakerij en leerhandel had gevestigd. Vandaar dat de leverancier van leer, de koe, werd geëerd met een afbeelding aan het pand.
In deze buurt waren meerdere leerhandels en looierijen gevestigd, getuige daarvan is ook de koeienkop aan de overkant van de firma Colla. Lees het verhaal hier.
Na Van Buren kwam er een handel in oliën en vetten, zoals lijnolie, raapolie en slaolie, in het pand, van de familie Couvee.
Het pand had indertijd huisnummer 26. Ook de nummers 28 en 30 waren in gebruik bij de families Couvée, enkele als pakhuis. De familie P. J. Couvée had een oliemolen in de omgeving van het jaagpad. Later ging men ook machine oliën verkopen. De andere familie, A. Couvee, was eigenaar van Zomerzorg aan de Stationsweg.
In het Leids Jaarboekje van 1953 beschrijft C. Korsse hoe in het najaar de exotische planten uit de tuin van Zomerzorg per schip over de Mare naar de pakhuizen werden vervoerd.
Het pand bleef bekend onder de naam 'Oliehuis De Koekop'.
Vanaf 1919 verschenen er in de Leidse kranten advertenties van het Oliehuis waarin regelmatig de koekop als logo werd gebruikt.
In 1980 werd 'De Koekop' omgebouwd tot het restaurant 'Mangerie de Jonge Koekop' dat tot op de dag van vandaag bestaat.
foto Stiel
Bronnen:
Leids Jaarboekje 1953 blz. 158, C. Korsse, Herinneringen aan de Lange Mare en haar bewoners (1878-I900)
Stielz 3, Jaargang 5 1994, Manegerie De Koekop voorbeeld van gaaf 19e eeuws pakhuis.
Website 'Mangerie De Jonge Koekop'.
Opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden. Eventuele aanvullingen van de tekst kunt u mailen naar geveltekens@oudleiden.nl. Voor contact zie ons Colofon.
GT_1101
De eerste eigenaar van het pand was Abraham van Buren, die hier tot circa 1830 zijn schoenmakerij en leerhandel had gevestigd. Vandaar dat de leverancier van leer, de koe, werd geëerd met een afbeelding aan het pand.
In deze buurt waren meerdere leerhandels en looierijen gevestigd, getuige daarvan is ook de koeienkop aan de overkant van de firma Colla. Lees het verhaal hier.
Na Van Buren kwam er een handel in oliën en vetten, zoals lijnolie, raapolie en slaolie, in het pand, van de familie Couvee.
Het pand had indertijd huisnummer 26. Ook de nummers 28 en 30 waren in gebruik bij de families Couvée, enkele als pakhuis. De familie P. J. Couvée had een oliemolen in de omgeving van het jaagpad. Later ging men ook machine oliën verkopen. De andere familie, A. Couvee, was eigenaar van Zomerzorg aan de Stationsweg.
In het Leids Jaarboekje van 1953 beschrijft C. Korsse hoe in het najaar de exotische planten uit de tuin van Zomerzorg per schip over de Mare naar de pakhuizen werden vervoerd.
Het pand bleef bekend onder de naam 'Oliehuis De Koekop'.
Vanaf 1919 verschenen er in de Leidse kranten advertenties van het Oliehuis waarin regelmatig de koekop als logo werd gebruikt.
In 1980 werd 'De Koekop' omgebouwd tot het restaurant 'Mangerie de Jonge Koekop' dat tot op de dag van vandaag bestaat.
foto Stiel
Bronnen:
Leids Jaarboekje 1953 blz. 158, C. Korsse, Herinneringen aan de Lange Mare en haar bewoners (1878-I900)
Stielz 3, Jaargang 5 1994, Manegerie De Koekop voorbeeld van gaaf 19e eeuws pakhuis.
Website 'Mangerie De Jonge Koekop'.
Opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden. Eventuele aanvullingen van de tekst kunt u mailen naar geveltekens@oudleiden.nl. Voor contact zie ons Colofon.