Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: “Wij hadden thuis één klerenkast voor zes personen”

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden

Interview met de heer H. Zirkzee op 21 januari 2016

H. Zirkzee komt vlak voor de zomer van 1941 ter wereld in De Kooi. Hij is de jongste van vier kinderen. Het gezin waarin hij opgroeit, woont aan de Formosastraat.
“Mijn eerste herinnering is van een feest vlak voor mijn vierde verjaardag. De lantaarnpalen waren rood-wit-blauw geschilderd. Nederland was bevrijd. De bevrijdingsfeesten waren aan de gang.”
Allebei zijn ouders zijn eveneens geboren en getogen Leidenaren. “Mijn vader is opgegroeid in de Langestraat in de Oosterkerkbuurt, mijn moeder woonde aan de Oranjegracht.”
Vader werkt als metselaar. “Na de oorlog was er veel te doen voor hem. Hij heeft nooit zonder werk gezeten. Maar op een gegeven moment kreeg hij tyfus en dat was een probleem. De sociale wetgeving zoals die er nu is, bestond natuurlijk nog niet. Er was een hele karige uitkering. Mijn moeder moest het gezin draaiende houden met ontzettend weinig.”

Jojo
Thuis worden de eindjes aan elkaar geknoopt. Maar moeder vindt het belangrijk dat ondanks dat het gezin heel krap bij kas zit, de kinderen er toch goed uitzien. “Terugkijkend was het een armoedige tijd, maar we waren dus wel armoedig netjes. Er was geen geld voor Sinterklaas, dat weet ik nog goed. Rond 5 december hoorden wij op een gegeven moment lawaai op straat. Padvinders marcheerden voorbij. De schooljuf belde bij ons aan om namens de Sint een paar cadeautjes te brengen. Ik kreeg een tweedehands boekje terwijl ik volgens mij nog niet eens kon lezen. Ik keek alleen naar de plaatjes. Het heette: ‘Jojo het grappige Javaantje’. Later heb ik het stukgelezen.”

Een keer per jaar was het tijd voor nieuwe kleren. Dat gebeurde meestal rond Pasen. “Thuis hadden we één klerenkast voor zes personen. Daar hing álles in.”
Na de kleuterschool bezoekt Zirkzee de openbare school aan de Driftstraat. In het begin gaat hij graag naar school maar dat verandert als er een akkefietje komt met de meester. “We kregen woorden omdat hij een klasgenoot belachelijk maakte. Toen heb ik de meester in zijn maag gestompt en ben ik weggelopen.” De moeder van Zirkzee gaat naar school om verhaal te halen, maar de 5de en de 6de klas worden bij deze meester geen prettige jaren. Vader herstelt gelukkig om daarna nooit meer ziek te worden.

Lenteboom
Op zondag is er de zondagsschool, op woensdagmiddag de handwerkclub in het Volkshuis waar juffrouw Ruth directrice is. “Ook jongens bezochten die club. Tot je 10de of 11de plakte je dingen en daarna ging je naar de timmerzolder. Een keer per jaar was er Lentefeest met een lenteboom in de Leidse Hout. We plukten dan bloemen in het Endegeesterbos.”
Buiten spelen gebeurt na school. “Zodra je thuiskwam, moest je je omkleden en oude kleren aandoen. Dan was het voetballen met de buurjongens of hutten bouwen bij de bosjes bij de touwfabriek.”
Zirkzee weet al als zevenjarig jongetje dat hij timmerman wil worden. “Maar omdat ik na de lagere school te jong was voor de ambachtsschool, ben ik eerst naar de VGLO (voortgezet gewoon lager onderwijs) gegaan.”
Goede herinneringen bewaart hij aan meester Bartelsman. “Die meester deed fantastische dingen met ons. We gingen naar musea of naar een opvoering van de Gijsbrecht van Amstel in Amsterdam. Tijdens het zevende leerjaar bezocht ik ook al twee halve dagen de ambachtsschool zodat je een beetje kon proeven wat je lag.”

Gewichtheffen
Na de ambachtsschool is het niet moeilijk om een baan te krijgen. “Vijf jaar heb ik bij aannemer Van ’t Riet in de Herenstraat gewerkt.
In de bouw krijg je een maat, een collega die ouder is en dan wordt je het hulpje. Op die manier leer je pas echt het vak. Ik verdiende 15 gulden per week als leerling-timmerman.” Zirkzee werkt daarna bij de stadstimmerwerf van de gemeente.

1950 Stadstimmerwerf aan het Galgewater aea7b9e6-26bc-11e3-a6ca-3cd92befe4f8

Later werkt hij bij Volkshuisvesting waar hij zich bezighoudt met de VPW-regeling, die bedoeld is om vooroorlogse woningen op te knappen. “Mensen konden subsidie krijgen binnen bepaalde voorwaarden. Daarna heb ik me ook nog beziggehouden met de aanpassing van woningen voor gehandicapten of oude mensen, dat liep via een rijksregeling. Soms ging het om enkel een verhoogd toilet, soms om een totale verbouwing. Ik schaamde me dood voor de lange wachttijden. Die heb ik geprobeerd op te lossen.”
In zijn tienerjaren begon Zirkzee met gewichtheffen. “Via een journalist van het Leidsch Dagblad ben ik ermee in contact gekomen. Grote man in Leiden was natuurlijk Siem Stokkel. Ik ben naar zijn club gegaan. Een paar maal ben ik jeugdkampioen van Nederland geworden.” Tot zijn dertigste blijft hij de sport beoefenen, soms ook op internationaal niveau.

De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.

Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.

Interview door de werkgroep De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de Opleiding Geschiedenis van de Universiteit Leiden.

Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl

Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.
kaart