Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: De laatste Generale Synode was in mijn kerk

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden

Interview met de heer W. van Hove op 20 februari 2017

De heer Van Hove is op 5 oktober 1945 als oudste van vier kinderen geboren, op de Lange Raamsteeg 61 in Leiden. Recht tegenover de dienstingang van de toenmalige HBS voor meisjes, waarvan de hoofdingang aan de Garenmarkt was. Het was een hele kinderrijke buurt en er werd heel veel buiten gespeeld. Ze speelden ‘wegkruipertje’ en de pomp op de Garenmarkt was de buutpaal. En verder werd er veel gespeeld in het nabijgelegen Van der Werfpark, waar ze heerlijk konden ravotten. De radio ging alleen aan als er een hoorspel was. Televisie was er nog niet. “ Ik denk dat ik een jaar of negen à tien was dat er een televisie in de buurt kwam en als er dan op woensdagmiddag een kinderprogramma was, dan mochten er een heleboel kinderen uit de buurt bij iemand naar de televisie komen kijken.”
De heer Van Hove komt uit een heel christelijk gezin en ging iedere zondag tweemaal naar de protestantse kerk. “Ik ben daar nooit minder van geworden en ga nog steeds heel trouw”. Als hij in de kerk zat, keek hij altijd gefascineerd naar hoe de koster zijn werk deed.
Na school heeft hij een half jaar bij Vroom & Dreesman in de winkel gewerkt, waarna hij vervroegd in dienst is gegaan. Daar werd hij uitgekozen voor de opleiding van sergeant bevoorrading, ook wel foerier genoemd. Nadat hij zijn opleiding had afgerond werd hij op de Wittenberg geplaatst, een legerplaats midden op de Veluwe tussen Garderen en Stroe. Als hij geen dienst had, was er weinig anders te doen dan een beetje in de kantine te hangen of naar het Protestants Militair Tehuis gaan, wat hij dan ook wel deed. Omdat hij in Leiden al actief in een jeugdvereniging was geweest, heeft hij aan de legerpredikant gevraagd of er in de omgeving jeugdverenigingen waren. Dat werd een vereniging in Voorthuizen, waar ook ene Erna lid van was. “Toen ik er de eerste keer heenging, was Erna er niet. Maar haar collega van kantoor was er wel en die vertelde haar de volgende dag dat er een nieuwe militair van de Wittenberg was die dacht alles te weten, waarop Erna zei: “Oh, die zullen we wel eens klein krijgen.” “Na 51 jaar is zij daar nog steeds mee bezig”, zegt de heer Van Hove lachend.

HIJ MOEST TROUWEN, OP EEN NETTE MANIER DAN
In het Morskwartier stond aan de Lage Morsweg de Maranathakerk, die gezamenlijk met de hervormden werd gebruikt, in twee diensten na elkaar. De heer Van Hove hielp daar in zijn jeugd vaak de koster. Deze kerk is nu afgebroken. Toen de wijk werd uitgebreid met de Juwelenbuurt zag men aankomen dat er te weinig kerkruimte in de wijk zou zijn. “Wij als gereformeerden hebben altijd gehoopt dat we ook in de Mors een eigen kerkje zouden krijgen Mors. In afwachting daarvan werd er toen een houten noodkerkje neergezet op een braak stuk terrein tussen de Robijnstraat en de Diamantlaan, recht tegenover de Parelstraat. De Beloftekerk, werd de kerk genoemd, als belofte dat er een definitieve nieuwe kerk zou komen.
Gereformeerde Beloftekerk (noodkerk) Robijnstraat
Men wist nog dat de heer Van Hove in zijn jeugd altijd in de Maranathakerk hielp. Toen de kerk bijna klaar was, moest er ook een koster komen en zei men: “Wim van Hove had er in Maranathakerk altijd wel aardigheid in, zou hij dat nu ook hier willen doen?” Toen ze hem dat kwamen vragen, zei hij dat hij dat niet alleen beslissen, want dan kon hij niet meer om de veertien dagen naar zijn verloofde in Voorthuizen. “Ik moest toch aan Erna vragen of die daar mee akkoord zou gaan. En ja, dan moeten we haast trouwen. Op een nette manier dan. Toen heeft de kerk gezorgd dat zij zo snel mogelijk een huis kregen. “ Ik ben nog zes weken vrijgezel koster geweest voordat we eind juni 1968 trouwden.”
Ze kwamen in de Opaalstraat twee hoog in een maisonnette te zitten. Voor zijn vrouw was dat in het begin niet makkelijk want zij had haar hele leven buiten gewoond. Als ze het dan eens wat moeilijk kreeg, dan zei hij: “Ga nou maar een paar dagen naar je moeder.” En dan ging ze daar een paar dagen heen, maar ze was dan toch altijd weer blij als ze terug was.
De kerk vond het prachtig als die lege ruimtes in de week verhuurd werden. In de kerkzaal heeft hij bijvoorbeeld een paar jaar de judovereniging De Eendracht gehad. Bij de laatste dakspant hing een groot gordijn waarachter de judomatten waren opgestapeld. “Op dinsdagavond haalde ik een hele stapel stoelen en de verrijdbare preekstoel aan de kant en dan werd daar een heel veld voor het judo gemaakt.” Zes jaar later zijn er twee zaaltjes bijgebouwd naast de Maranathakerk en is de gereformeerde kerk teruggegaan, want die nieuwe kerk is er nooit gekomen. De heer Van Hove is toen koster gebleven, want de koster van de Maranathakerk deed alleen de ochtenddienst voor de hervormden en hij deed de middagdienst van de gereformeerden. Dat heeft hij anderhalf jaar gedaan, waarna hij als koster werd gevraagd in de Bevrijdingskerk in Zuidwest. Daar is hij dertig jaar gebleven. Aan de kerk zat een woning, aan de Aerent Bruunstraat. Nummer 1 is de kerk, nummer 2 is de kosterij en meer heb je niet. Hij wordt nog steeds als kerk gebruikt, want zo’n tien jaar geleden is de christelijk-gereformeerde kerk van de Steenschuur er naartoe gegaan. Het pand aan de Steenschuur was door de brandweer afgekeurd en het kostte de gemeente te veel om het in orde te brengen. In dat gebouw zit nu een sportschool.
Het kosterschap was geen fulltime baan en hij werkte ook nog in het Elisabeth ziekenhuis, eerst aan de Hooigracht, waar nu restaurant Olivier in zit en later in Leiderdorp. Eerst als Rijnland ziekenhuis, nu als Alrijne ziekenhuis. Hij was daar als eerste magazijnmeester verantwoordelijk voor het magazijn, voor de inkoop en voor de voorraad. Later is hij gevraagd om er een offsetdrukkerij op te starten. Als er overdag wat in de kerk was, dan verzorgde zijn vrouw dat. Op zijn zestigste is hij in het Elisabethziekenhuis gestopt.

HET IS ALTIJD EEN FEEST OM DAAR TE KOMEN
Toen duidelijk was dat gereformeerde gemeente de kerk zou verlaten, is hij gevraagd of hij daar dan het werk nog wilde afmaken. Zij moesten toen uit hun dienstwoning om plaats te maken voor de koster van de christelijk-gereformeerden. De kerk heeft toen weer voor een huis gezorgd, nu aan de Nienke van Hichtumstraat, waar hij nog steeds woont. Daarna is hij nog voor een paar jaar als koster naar de Antoniuskerk gegaan. Deze kerk stond op de hoek van de Boshuizerlaan en de Vijf Meilaan. “Na de laatste dienst in de Maranathakerk, zijn we met de hele gemeente lopend naar de Antoniuskerk gegaan, waar we werden verwelkomd door de katholieke gemeente. We hebben daar de dienst gezamenlijk afgesloten. Ja, dat was heel mooi toen.” Hij is gestopt toen hij vijfenveertig jaar koster was. De kerk is vervolgens met vrijwilligers verder gegaan. Maar toen na twee jaar vrijwilligers afhaakten en er nog maar twee overbleven, hebben ze toch weer gevraagd of ik met die vrijwilligers mee wilde draaien. Nu hebben we bij toerbeurt eenmaal in de maand dienst. “Bij mij in de kerk is de laatste Generale Synode gehouden". De laatste officiële Generale Synode van de gereformeerde kerk voordat het dus PKN werd. Dat vond ik een enorme eer.”
Er is natuurlijk best veel veranderd in de kerk. Maar de heer Van Hove is in die hele golf rustig mee gegaan en dezelfde gebleven. “We zijn nog maar een kleine groep, maar met een bijzonder hechte band. Die wil je gewoon niet kwijt. Het is altijd een feest om daar te komen. Ook hebben we vorig jaar meegemaakt hoe nauw die gemeente om ons heen heeft gestaan toen onze dochter was overleden. Toen, en nog.”
Hij geniet nu van zijn vrije tijd. We kunnen redelijk makkelijk naar de kinderen toe, hoewel die ver weg wonen, in Amersfoort en Gorkum. Zijn overleden dochter woonde in Eindhoven. Alleen de jongste zoon woont nog in de stad, maar verblijft een groot deel van zijn tijd bij zijn vriend in Antwerpen.

De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.

Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.

Van dit interview is op 10 augustus 2017 een artikel in het Leidsch Dagblad verschenen.

Interview door de werkgroep De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de opleiding Geschiedenis van de Universiteit Leiden.

Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl

Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.
kaart