Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Waltoren ' Dullentoren '

  • Leiden
  • Geschiedenis voor 1500
  • Geschiedenis 1951- heden

Gevelsteen uit 1982 Oude Vest ter hoogte van 37


Aan de walkant van de Oude Vest, ongeveer tegenover huisnummers 37 en 39 bevindt zich een lage, dikke halfronde muur. Dit blijkt het opgemetseld restant van een waltoren te zijn, genaamd Dullentoren van een reeds vele eeuwen geleden afgebroken stadsmuur.
Hierop bevindt zich een datumsteen: “1982”.


GT_1728 foto J. Hartstra

Stadsuitbreidingen
Na het ontstaan van de burcht(heuvel) en het plaatsje Leiden van de 9e tot de 12e eeuw, komt de plaats in de 13e en 14 eeuw, onder gezag van de graven van Holland tot grote bloei. De bevolking groeide, en daardoor vonden ook een aantal stadsuitbreidingen plaats. Was aanvankelijk de Vollersgracht ( nu Langebrug) of een gracht ten oosten van het Rapenburg de grens, nog in de 13e eeuw werd het Rapenburg zelf gegraven. In het oosten van de stad, op het Waardeiland kwam er in 1294 een stuk bij, namelijk een uitbreiding achter de Burcht tot aan de Hooigracht. In het Noorden vond in 1355 een uitbreiding plaats en wel door een annexatie, namelijk van Maredorp, ten noorden van de Oude Rijn. Gelijktijdig werd de stad ook uitgebreid in het oosten, op het Waardeiland, tussen Hooigracht en Herengracht.
In 1386 tenslotte kreeg de stad recht op een uitbreiding van gebieden ten westen van het Rapenburg.

Stadsverdedigingswerken
Verdere stadsuitbreidingen vonden in de middeleeuwen niet meer plaats, o.a. door een (tijdelijke) afname van de bevolking door pestepidemieën. Ook was Leiden eind 15e eeuw voorlopig over zijn hoogtepunt heen. Wel werden in de 14e en 15e eeuw verdedigingswerken om de stad gebouwd, zoals singels en stadsmuren. Deze stadsmuren werden voorzien van waltorens, d.w.z. verdedigingstorens ter bescherming tegen belegeringen en oorlogsverklaringen van buitenaf. Er zijn in totaal 33 van dit soort waltorens geweest. Ook de noordelijke stadsuitbreiding in Maredorp kreeg zo’n stadsmuur met enkele waltorens, waaronder waltoren Dullentoren. Dit moet reeds vrij kort na 1355 zijn beslag gekregen hebben.

Bloei na ontzet
Na het beleg en ontzet van Leiden in 1574 kwam er een nieuwe periode van economische bloei, die ongeveer 100 jaar aanhield. Wederom was er een forse bevolkingsgroei, nu vooral van (rijke) vluchtelingen uit het zuiden en het oosten. Hoewel men dit aanvankelijk door nieuwbouw binnen de bestaande stad wilde realiseren, bleken stadsuitbreidingen later onontkoombaar. In 1611 kwam er in het noorden van de stad een flink stuk gebied bij, tussen de huidige Nieuwe Beestenmarkt en de Oude Herengracht. Voor betere defensiemogelijkheden werd dit gebied uitgebreid met een klein stukje in het noordwesten tot aan de Witte Poort. De bekende gevelsteen “In het Lant van Beloften” aan de Nieuwe beestenmarkt (zie het verhaal) herinnert nog aan deze stadsuitbreiding. De nieuwe stadsuitbreiding werd beschermd door een nieuw verdedigingsstelsel ten noorden van de huidige (en ook in die tijd ontworpen ) Langegracht. Daarbij werd het verouderde systeem van stadsmuren en waltorens verlaten en vervangen door stadswallen en bolwerken, omdat de oude stadsmuren niet sterk genoeg meer waren, om de stad tegen modern geschut te verdedigen.

Sloop Dullentoren
Door al deze ontwikkelingen was de stadsmuur en daarmee ook waltoren Dullentoren overbodig geworden en de zaak werd dan ook gesloopt. Een bijkomend voordeel was, dat daarmee ook ruimte vrijkwam voor een groot aantal nieuw te bouwen kavels. Een gevelsteen in de Oude Vest, hoek Lange Mare met opschrift “dit is in de Oude Marenpoort” (zie het verhaal) herinnert nog aan de tijd, dat hier ooit een stadspoort en een stadsmuur heeft gezeten . De singelgracht is blijven bestaan en heeft tegenwoordig de naam “Oude singel”.

Leiden moderniseert
Na deze stadsuitbreiding zijn er nog uitbreidingen geweest in 1644 en 1658 in het noordoosten en oosten van de stad. Rond 1680 staat de stad op zijn hoogtepunt. In de 18e eeuw neemt de voorspoed geleidelijk af.
In de 19e eeuw was door steeds verdere modernisering van oorlogswapens en oorlogsvoering niet alleen de stadsmuur, maar nu ook het systeem van stadswallen en bolwerken verouderd geraakt. Rond 1860/1870 werd alles gesloopt; de laatste sloop van een waltoren vond plaats in 1871. Nieuwe stedelijke functies kwamen er voor in de plaats.. Van de oude stadsmuur bestaat nu nog één waltoren (“Oistenrijck” aan de Jan van Houtkade zie het verhaal) enkele muurtjes van de Witte Poort en een stukje stadsmuur, beide verwerkt in de later gebouwde Wittepoortkazerne. Van de 17e eeuwse stadswallenstructuur zijn de Zijlpoort en de Morspoort de bekendste overblijfselen.

Leiden renoveert
We maken een sprong naar de 20e eeuw. Eind jaren 70 komt de gemeente met een zeer ambitieus maar erg noodzakelijk plan, om in de binnenstad in 10 jaar overal rioleringen aan te leggen en de walkanten van vrijwel alle singels en grachten te vernieuwen. Een aantal woningen in d binnenstad blijkt nog steeds geen riolering te hebben en te lozen op de grachten. Aan de walkanten is zeer lange tijd, soms zelfs sinds de middeleeuwen niets meer gedaan en deze dreigen soms in te storten met als gevaar, dat ze hele straten en soms zelfs binnenstadspanden mee de singel in sleuren. Het plan kost 130 miljoen gulden (=60 miljoen euro); dit was zeer duur, zeker voor die tijd en de gemeente was arm. Maar men had toen de z.g. “art. 12 status”, dwz dat de gemeente niet in zijn eigen onderhoud kon voorzien en voor uitgaven bij het rijk kon aankloppen. Voorwaarde was wel, dat voor iedere uitgave toestemming van het rijk nodig was, maar dat voor dit soort nuttige maar dure uitgaven zware subsidies gereed lagen.
De walkant aan de Oude Vest komt rond 1982 aan de beurt. Bij de sloop van de oude walmuur hier kwam onverwachts de fundering van waltoren Dullentoren weer tevoorschijn. Besloten werd, om de waltoren weer tot een bepaalde hoogte op te metselen en te voorziet van een datumsteen “1982”, het jaar van de ontdekking en het opmetselen van het restant van de toren.

Andere fundamenten
Opgemerkt kan worden, dat in de zuidelijke walmuur van het Galgewater, tussen Kort Rapenburg en Weddesteeg bij herstelwerkzaamheden rond die zelfde tijd, twee vergelijkbare fundamenten van waltorens gevonden werden, namelijk waltoren Valkentoren en waltoren Costverlorentoren. Ook deze werden opgemetseld, maar niet voorzien van een datumsteen. Het zelfde geldt voor het bij de Zeevaartschool teruggevonden fundament van het Pelikaansbolwerk

Bronnen:
1) Leiden, de Geschiedenis van een Hollandse stad, delen I en II
2) Binnenstadsblad, gemeentelijk informatiebulletin over de Leidse binnenstad, oktober/november 1979
3) Stadswerk nr. 2, december 1982
4) Witte Weekblad, 29-03-2017
5) Zie ook: Erfgoed Leiden, collectie Topografisch historische atlas, signatuur/oud PV nummer: PV3127.3A

Dit verhaal is opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden.
Auteur: J. Hartstra. Voor contact met de commissie, zie verder colofon.
kaart