Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Autobiografie van de schooljaren van W.J. Kret 1884-1891

  • Leiden
  • Geschiedenis 1801-1900
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden

Geboren 23 september 1879 - Overleden 18 september 1967

In de bibliotheek van Erfgoed Leiden en Omstreken bevindt zich een soort schoolschrift met daarin autobiografische aantekeningen van Willem Johannes Kret [7000/2 W.J. Kret].
Deze zijn beperkt tot zijn schooljaren, althans de lagere school. Hij ging daarna naar de Practische Ambachtsschool, die hij per 1 april 1895 verliet met een diploma voor timmeren. Daarna zochten de meeste leerlingen een baas en volgden avondonderwijs bij het Genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix. Ook Kret was leerling bij MSG; op 8 mei 1898 kreeg hij een grote bronzen medaille als eerste prijs voor het maken van een proefstuk: een gedeelte spiltrap bouwen op halve ware grootte, van grenenhout.
De MSG medaille van W.J. Kret--

Hij behaalde er ook op 7 mei 1899 een diploma voor Wis- en Natuurkunde en kreeg toen weer een prijs, nu voor het opmeten van de voorgevel van het Jean Pesijnhofje. Dit was zeker een goede ondergrond; in de jaren dertig kon hij daardoor zelfs ook optreden als architect.

De architect W.J. Kret

Omdat dit soort aantekeningen van een niet tot de hogere kringen behorend persoon zeldzaam is, past het om dit in het kader van De Stem van Leiden te transcriberen en op de website te plaatsen bij de interviews van nog levende Leidenaren.
De transcriptie werd gemaakt door Ank Poland en gecollationeerd door Piet de Baar. Hierbij is de spelling gehandhaafd, maar de interpunctie op veel plaatsen gemoderniseerd, waaronder hoofdlettergebruik. Ook zijn er verduidelijkingen tussen vierkante haken [ ] aangebracht.
Voorin het schoolschrift is een zelfgemaakte foto van Pieterskerkgracht 9 geplakt, nu bekend als het pand van Ars Aemula Naturae.
----
Pieterskerkgracht 9 in 1950---Deur Pieterskerkgracht 9
Door die deur ging hij gedurende de beschreven jaren naar zijn school. In een deel van dit gebouw was door J. Kneppelhout een Tusschenschool gesticht, die op 8 oktober 1856 ingewijd werd door H.T. de Blaauw. Deze is min of meer voortgezet als Christelijke school voor on- en minvermogenden vanaf 1 april 1879.

De auteur

Willem Johannes werd op 23 september 1879 in Leiden geboren als zoon van Jan Kret, geb. 15-1-1852 te Leiderdorp, timmerman, en Adriana Grada Kerkhoff (ook wel Kerckhoff), geb. 12-4-1850 te Nieuwaal bij Zaltbommel.

Het gezin J. Kret
Na W.J. kregen Jan en Adriana een zoon Johan Marius Gijsbertus, geb. 14-4-1882, die huisschilder werd en op 9-6-1909 naar Doorn verhuisde en nog later in Driebergen woonde; een dochter Elisabeth Catharina Maria, geb. 8-7-1887, die op 16-6-1906 naar Ermelo vertrok en daar kennelijk kinderjuffrouw werd, het beroep dat zij had bij haar terugkeer naar Leiden vanuit Bloemendaal op 29-11-1915 en bleef uitoefenen na haar verhuizing naar Oegstgeest; en een dochter Maria Adriana Grada, geb. 13-6-1887, die trouwde met Jan Karel Sanders (ook wel Zanders) en overleed 2-9-1965. W.J. werd timmerman, maar verdiende zijn brood ook buiten Leiden: hij vertrok op 7-4-1905 naar Leeuwarden, keerde van daar terug 19-12-1905, vertrok naar Den Haag op 28-5-1907, keerde vanuit Leeuwarden weer terug op 15-11-1911, vertrok op 3-2-1913 naar Harderwijk, keerde op 20-12-1918 terug vanuit Hoensbroek, met zijn vrouw Jantje Karsten, geb. 26-5-1881 Ooststellingwerf als dochter van Klaas Karste Karsten en Rinsje Jans Mulder. Zij woonden toen even bij zijn ouders op het adres Herensteeg 33, vanaf 18-2-1919 Zonneveldstraat 5, vanaf 24-10-1921 Nieuwe Beestenmarkt 8-10 en vanaf 21-11-1921 Haarlemmerstraat 219. Enkele jaren later verhuisde het echtpaar naar Garenmarkt 18, dat hij in juli 1930 op een publieke veiling voor f 4.625,-- kocht en waar op 11-7-1956 Jantje Karsten overleed en op 18-9-1967 hijzelf. Het huwelijk bleef kinderloos.

Van zijn nalatenschap verhuisden veel zaken van historisch belang naar het Gemeentearchief Leiden. Het gaat daarbij niet alleen om dit geschrift, maar ook om genealogische aantekeningen over allerlei familieleden Caret(te) uit Tourcoing en Kret (hij vond maar liefst 61 varianten en verbasteringen van de naam) uit met name januari 1945, dus tijdens de hongerwinter, toen hij denkelijk geen andere bezigheden had. Maar vooral zijn foto’s zijn in de vorm van negatieven overgedragen, zowel glasnegatieven als filmnegatieven, met bijbehorende documentatie, en ook zijn camera, die hij als techneut vanzelfsprekend zelf gemaakt had. Daaruit zijn vele jaren geleden alle opnamen van bloemen in vaas, kat, Mien met kat en dat soort zaken wegens onbelangrijkheid vernietigd. Haast vanzelfsprekend was hij ook lid van de Leidsche Amateur-fotografen Vereeniging, waar hij ook prijzen won. Daarbij fotografeerde hij binnen korte tijd een hele reeks zaken met hetzelfde onderwerp, zoals mooie voordeuren, molens, bruggen of, naar aanleiding van een prijsvraag in het Leidsch Dagblad uit 1932, alle raadhuizen in de verre omgeving. Dat maakt zijn collectie buitengewoon waardevol en die is dan ook gescand voor de Beeldbank van ELO.

Zijn ouders woonden vanaf hun trouwen op 6 november 1878 in Leiden op het adres Herensteeg 33 tot hun vertrek naar Oegstgeest, waar Jan Kret op 6-4-1931 en Adriana Grada Kerkhoff op 13-12-1937 overleed. Jan was een zoon van Jan Kret sr., metselaar, en Elisabeth Catharina Filippo; A.G. Kerkhoff een dochter van Willem Kerkhoff, landbouwer te Nieuwaal, en Maria van Anrooij. Vandaar dat er regelmatig familiebezoekjes aan Nieuwaal afgelegd werden, zoals aan het eind van het schoolschrift beschreven, maar ook nog véél later ging Willem Johannes naar dat dorp, getuige de foto’s die hij daar maakte.
Toen hij al op leeftijd was, werkte hij onder meer mee aan het onderzoek van ir. H.A. van Oerle over de ontstaansgeschiedenis en groei van Leiden. Min of meer als uitvloeisel daarvan publiceerde hij enkele artikelen in het Leids Jaarboekje, zoals de nog vaak geraadpleegde over ‘Bewoonde en onbewoonde poorten omstreeks 1850 te Leiden’ (1957) en ‘De Leidse blekerijen’ (1963), terwijl zijn ‘Herinneringen aan de vrijwillige brandweer’ (1958) vergelijkbaar is met het hieronder gepubliceerde.
Een korte levensschets is gegeven door A. Bicker Caarten in het Leids Jaarboekje 1968 p. 25-26.

Hoofdonderwijzer Frans Uittenbroek

Omdat Kret veel aandacht aan deze hoofdonderwijzer schonk, volgt hier nog een en ander ter toelichting. Frans Uittenbroek was geboren te Rotterdam op 12-1-1843 en trouwde vermoedelijk daar met Geertruida Hoefnagel, geboren 26-5-1842 te Rotterdam. Per 1 december 1869 werd hij benoemd tot hoofd van een nieuwe christelijke school in het Gelderse Aalten, waar hij 2½ jaar stond. Daarna werd hij in gelijke functie te Waddinxveen benoemd. Volgens de Leidsche Courant van 6 januari 1879 werd hij met ingang van 1 april 1879 benoemd als hoofdonderwijzer voor de tweede school der Vereeniging voor christelijk onderwijs t.b.v. on- en minvermogenden aan de toen nieuwe school Pieterskerkgracht 9 (de eerste school stond aan de Middelstegracht; hoofd A.J. de Lange). Het gezin woonde eerst Herensteeg 4, vanaf 1882 Vliet 14, vanaf 1887 aan de Zoeterwoudsesingel H3, later 47d, tot 1896 gemeente Zoeterwoude, daarna Witte Singel 47D (vernummerd tot 54) en vanaf 24-5-1902 Witte Singel 42. Zijn vrouw overleed daar op 3-9-1905. Per 15-5-1914 verhuisde het gezin naar Wasstraat 38. Na een zeer lange carrière ging hij per 4-1-1912 met pensioen. Hij overleed op 7-3-1916 in Den Haag (mogelijk ten huize van zijn oudste dochter), maar werd in Leiden begraven. Uit krantenberichten krijgt men de indruk dat hij niet de excentriekeling was zoals Kret hem een beetje beschreven heeft, maar een zeer gewaardeerd man, die ook andere activiteiten ontplooide. Wel moet gezegd worden dat de ontslagprocedure van zijn voornaamste ondergeschikte Cornelis van der Putte op zijn minst merkwaardig te noemen is, al krijgt die van Kret al helemaal geen positieve beoordeling.

Kret noemt ook de namen van drie dochters, die allemaal in de voetstappen van hun vader wilden treden door kwekeling te worden: Betsy, Alida en Geertrui. Maar een Alida is niet bekend; het zal Jannetje moeten zijn, die mogelijk in de praktijk Annetje of zoiets genoemd werd en daardoor zou Kret vanwege dezelfde beginletter in de war kunnen zijn geraakt. Het waren:
1. Johanna, geb. Aalten 14-9-1870, tr. Leiden 2-3-1898 Gerrit Pieter Post, aannemer, zoon van Gerrit Pieter Post, hoofd eener school te Den Haag; zij vertrok na haar huwelijk naar Den Haag.
2. Elizabeth, geb. Waddinxveen 9-1-1874, in de wandeling Betsy of Betzy genoemd, onderwijzeres, trouwde Leiden 19-4-1906 Mathias Albertus Willem Harthoorn, huisschilder, en verhuisde naar Den Haag.
3. Jannetje, geb. Waddinxveen 13-8-1876, onderwijzeres, verhuisde in 1916 naar Den Haag, overl. Leiden 2-1-1963, ongehuwd.
4. Geertruida, geb. Leiden 13-7-1880, onderwijzeres, bleef ongehuwd en overleed Leiden 16-5-1931.

De autobiografie "Herinneringen uit mijn jeugd" vindt u hier.

Verhalen van De Stem van Leiden vindt u in de INDEX.
kaart