Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Vader had grote handen

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden

Interview met de heer Godert Volbeda, 22 augustus 2018

De heer Godert Volbeda werd als eerste van vijf kinderen op 9 mei 1936 geboren in de Leidse Zeeheldenbuurt. Vader had er een slagerij, op de hoek van de De Ruijterstraat en de Munnikenstraat.


Slagerij Volbeda

Moeder was de dochter van een rijke boer. De bezittingen gingen naar haar broers, zij kreeg een uitzet mee en dat was dat. De heer Volbeda herinnert zich haar kapotte handen van het kleren boenen op de wasplank.

De boerderij van opa bevond zich aan de Haven. Er was onder andere een stal waar koeien konden overnachten, die via het Spoortje waren aangevoerd uit Groningen en Overijssel om de volgende dag naar de veemarkt gebracht te worden. Ze konden er gemolken worden. Ook paarden werden er gestald van boeren uit de omgeving die naar de veemarkt gingen.

De Havenbuurt was een economische eenheid met bedrijven die gericht waren op de boerenstand. Zo waren er een wagenmaker, een zadelmaker, een smid, en een zaak waar benodigdheden voor de boerderij te koop waren: van melkfilters tot rieken.

De Zeeheldenbuurt, was nog betrekkelijk nieuw toen de heer Volbeda geboren werd. Je kon zien dat de bouw deels gerealiseerd was door de (christelijke) woningbouwvereniging Eensgezindheid. In elke voorkamer stond een harmonium. Vader, zelf gereformeerd, bracht geen scheiding aan tussen protestanten en rooms-katholieken. Als zakenman moest hij neutraal zijn. Ook Godert moest zorgen dat hij met iedereen vriendjes bleef, want ruzie kon verlies van klanten betekenen. En vader had grote handen! Dat merkte hij ook bij problemen op school. Op een dag had hij zoveel strafwerk, dat vader hem een briefje meegaf: “Ons gezin heeft het te druk om strafwerk te maken. Laat mij maar even komen.” In zijn witte jas en op klompen ging hij naar de school. Hij sprak Godert bestraffend toe, gaf hem een paar schoppen en er werd niet meer over gepraat.

‘Heb je naaste lief als jezelf’, was een credo in de familie waar streng de hand aan werd gehouden. Was je niet lief voor anderen, dan voelde je dat aan den lijve: “Ik heb veel slaag gekregen en dat hielp altijd een week of vijf of zes.”

Muziek speelde een belangrijke rol in de buurt. Muziekvereniging K&G werd er opgericht. In de zomer gingen ’s avonds tegen zeven uur de slaapkamerramen open, dan klonk er een trompetsignaal en speelden de K&G-leden samen, vanuit die ramen.

Trein gemist

Van jongs af aan moest Godert meehelpen. Daarvoor moest hij om zes uur opstaan, en ook na schooltijd werd hij aan het werk gezet. Dan stond hij op een kistje aan de werkbank botten uit te schrapen en stukken darm met touwtjes dicht te binden voor de worst.

In 1942 werd de slagerij op last van de Duitsers gesloten. De slagers moesten naar Duitsland, maar vader zei “Ik heb de trein gemist.” Hij dook niet onder, maar zorgde dat hij onvindbaar was en ging bij het verzet. Hij zette clandestiene slachterijen op, waarbij de achtjarige Godert soms werd ingeschakeld om geslacht vee op te halen. Zo heeft hij, om de Duitsers te ontwijken, een keer een half varken overgezwommen in de Zijl om vervolgens door de weilanden zijn vracht af te leveren bij de boerderij van opa. Ook heeft hij eens naast een achtervoet van een koe in bed gelegen. Dat onthoud je. Honger hebben ze niet gehad; ook geen bloembollen gegeten. Er waren aardappelen genoeg. De overburen kwamen om de schillen vragen, maar daar was geen denken aan. Ze kregen gewoon aardappelen. De heer Volbeda herinnert zich nog veel details uit de oorlog. Met de jongere generaties kan hij ze niet delen, die hebben een te romantisch idee over de oorlog. Ook bij de plechtige dodenherdenking op de Dam, vindt hij. Mooi en goed bedoeld, maar mensen weten niet meer wat oorlog is.

De slagerij ging in 1945 weer open en er kwam nieuwe bevoorrading. Dat de kist die vader kreeg geen vlees maar stenen bevatte, en hij zelf ook nog als fraudeur werd bestempeld, heeft vader voor altijd veranderd.

Diploma’s diploma’s

Na de christelijk lagere school op de Hooglandse Kerkgracht / Koppenhinksteeg ging Godert in hetzelfde gebouw naar de mulo. Toen hij op een dinsdag stralend met zijn diploma de winkel binnenstapte, was vaders reactie: “Daar ben je voor naar school geweest. Help die mevrouw, want haar kinderen zitten alleen.”

Godert werd naar een baas in Wassenaar gestuurd, een slagerij in een chique buurt. Zelf had hij niets in te brengen; hij voelde zich verhuurd. “Kom maar niet zo vroeg”, zei de baas, “Zorg dat je er om vijf uur bent.” Op een derdehands rammelkast fietste Godert door weer en wind, en soms glijdend over half bevroren wegen naar Wassenaar, waar hij de A44 nog zag aanleggen.

Na zijn werk fietste hij door naar de Herengracht, waar hij bij de MEAB zijn middenstandsdiploma en grossiersdiploma haalde. Het slagersvakdiploma behaalde hij in Den Haag. Voor de ene schooldag per week kreeg hij vrij, maar in ruil daarvoor moest hij distels uittrekken op het weiland van baas Van Eindhoven, die erop toezag dat hij zijn uren volmaakte. Als een van de weinige slagers haalde Godert ook nog een slachtdiploma.

Kerst in de slagerij

In 1956 moest hij in militaire dienst. Dat voelde als vakantie. Hij hoefde pas om zeven uur op te staan en de werkdag was om vijf uur afgelopen.

Na de diensttijd werkte hij als freelance slager op verschillende plekken. Toen hij oud genoeg was om zelfstandig te werken, deed hij een opleiding voor keurmeester.

Na een periode van drie jaar in dat vak in Almelo, kreeg hij een baan aangeboden als keurmeester bij de gemeente Leiden. Hij werd beëdigd door burgemeester Van Kinschot. Het is dan augustus 1963.

In dat jaar krijgt hij ook verkering en trouwt in 1964. Het gezin telt drie kinderen en de heer Volbeda is 40 als blijkt dat zijn vrouw vreemdgaat. Er volgt een scheiding en de heer Volbeda moet zijn huis verlaten. Het is schrijnend dat de kinderen daardoor denken dat hij ze in de steek laat.

Fatsoensrakker

Het werk als keurmeester ging goed, tot in 1984 de heer Volbeda’s heupen te zwaar belast bleken: “Aan de lopende band in het slachthuis doe je anderhalve stap naar links en anderhalve stap naar rechts en dat 145 keer per uur en dat is echt niet goed voor je heupgewrichten.” 12 jaar was te lang. De heer Volbeda werd afgekeurd.

Na een tobberige tijd - ook financieel omdat hij nog alimentatie voor de kinderen moest betalen - werd hij herplaatst bij de gemeentebelastingen, waar hij zich met precario bezighield. De sfeer was er ronduit slecht. Op 1 juli 1998 kon hij met vervroegd pensioen.

Gelukkig kan de heer Volbeda goed voor zichzelf zorgen. Hij doet boodschappen en kookt elke dag. De geschiedenis van Leiden boeit hem. Internet biedt veel informatie.

Kerken doet hij nog altijd bij de christelijk gereformeerden, een gemeente die zich niet heeft aangesloten bij de PKN. Maar ook daar ziet hij dingen veranderen, zoals in de hele samenleving. Minder respect voor ouderen, verruwing. Hij kan er slecht tegen. “Maar als je er iets van zegt, zeggen ze: ‘Ouwe vent. Fatsoensrakker’.”

Ook de stad is veranderd. De Kooi is opgeknapt, maar al die hoogbouw…! “En als mijn opa zou weten dat er een moskee op zijn land staat, hij zou zich in zijn graf omdraaien.”

Zeker is volgens de heer Volbeda dat de grond onder de moskee ernstig vervuild is. Paarden en koeien die in dat gebied liepen werden ziek: miltvuur. Ze werden naar het slachthuis gebracht, waar de heer Volbeda nog kan aanwijzen waar carbol en veel zoutzuur werd gebruikt, en waar de antrax, de miltvuurbacterie, ongetwijfeld nog in de grond aanwezig is.

De heer Volbeda is op 23 april 2019 overleden te Melissant (gemeente Goeree-Overflakkee).

De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.

Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.

Interview door de werkgroep De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de Opleiding Geschiedenis van de Universiteit Leiden.

Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl

Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.
kaart