Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Ik heb nog nooit zoveel verdiend als toen ik failliet was

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden

Interview met de heer Herman Bekkerin, 13 november 2018

De heer Herman Bekkerin werd als jongste van vier kinderen op 4 mei 1937 geboren in de De Genestetstraat in Leiden.
Na het overlijden van zijn vader in 1947 verhuisde hij met zijn moeder naar de Lopsenstraat, waar ze gingen inwonen bij zijn oudste zuster. De arme buurt waar de Lopsenstraat in lag, stond bekend als de Hakbijlenbuurt. Het verhaal ging dat men elkaar wel eens naar het leven stond. De bewoners van de buurt waren economisch afhankelijk van conservenfabriek Nieuwenhuizen op de Morsweg. Er werd veel thuiswerk gedaan: bonen afhalen, gezellig met de buren op straat. Moeder werkte als kookster, onder andere bij Ruteck’s op de Stationsweg.
Het gezin was katholiek en Herman ging naar de Sint Leonardusschool aan de Potgieterlaan.
Tijdens de oorlog werd een deel van de school door de Duitsers gevorderd. In de gymzaal kwam de gaarkeuken. Niet ver van huis, op de Haagweg, was een kolenboer waar de jongens nog weleens ‘een kooltje weghaalden’. En als er ijs op de sloot lag, kon je makkelijk bij de spoorlijn komen, waar wagons met kolen stonden…
Vader, die werkte als losse arbeider, werd bij een razzia opgepakt en in Groningen tewerkgesteld. Hij moest er onderhoudswerk doen aan spoorlijnen, maar kwam naar huis toen hij een koperinfectie in zijn benen kreeg. Een jaar later overleed hij, op 48-jarige leeftijd, aan een hartaanval.

Veranderingen
In 1950 hertrouwde moeder met een man die van zijn drie kinderen de jongste, vier jaar oud, meebracht. Een goede man, die altijd aan het werk was bij vrachtdiensten op de weg en op het water.
Het gezin verhuisde naar de Formosastraat in De Kooi, waar Herman veel vrienden kreeg. Hij ging naar het vglo (voortgezet gewoon lager onderwijs) op de Oude Vest, gecombineerd met een paar dagen per week praktisch onderwijs op de ambachtsschool aan de Haagweg. Na het vglo begon hij aan een opleiding bij de ambachtsschool, maar lang heeft dat niet geduurd. Een jaar later - Herman was 15 jaar - hield hij het voor gezien. “Alles goed en wel,” zeiden zijn ouders, “je mag van school af, maar je gaat wel werken.” En zo kwam hij in de ploegendienst bij wolfabriek Krantz. Na verschillende andere baantjes moest Herman in militaire dienst. Hij kreeg de rang van korporaal, wat kwaad bloed zette bij de oud-KNIL-militairen die - mogelijk op financiële gronden - na hun komst naar Nederland hun korporaalsrang verlaagd zagen worden naar soldaat der 1e klasse.

Binnen tien minuten was het gebeurd
Werk vond de heer Bekkerin in de bouw en na een aantal jaren begon hij met een vriend een voeg- en restauratiebedrijf. Dat liep goed, maar als het in de winter vroor, kon er buiten niet gewerkt worden. Voor die perioden moest er gespaard worden, want inkomen was er dan niet. Een uitkering werd geweigerd of werd, na lang aandringen, alleen als lening gegeven die in perioden terugbetaald moest worden. Intussen was de heer Bekkerin getrouwd met een vrouw die in de gezinszorg werkte. Dat gaf wat financiële verlichting.
Het meeste plezier verschafte hem het restauratiewerk aan oude panden. Over de restauratie van het Samuel de Zeehof vertelt de heer Bekkerin uitgebreid: de soorten metselwerk, de manier waarop het oorspronkelijke cement werd nagemaakt en hoe nieuwe stenen ‘oud’ werden gemaakt door er zoutzuur op te spuiten.
De heer Bekkerin herinnert zich ook de grote opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. In die tijd had hij zelf een aantal mensen in vaste dienst.
Toen kwam de crisistijd van de jaren 80... De aannemers betaalden niet meer uit en terwijl de heer Bekkerin aan het werk was bij het ministerie, kreeg hij bericht dat hij - twee straten verder - voor de rechtbank moest verschijnen. Er moest nog ongeveer 7000 gulden btw afgedragen worden. De rechter-commissaris vroeg: “Kunt u dat binnen een maand voldoen?” “Nee? Dan verklaar ik u hiermee failliet.” Binnen tien minuten was het gebeurd. Een paar uur later stond er een curator voor de deur die een papier wilde opplakken met de verklaring dat het bedrijf failliet was. De heer Bekkerin verwijderde het en bleef als zelfstandige werken bij Jobo Aannemersbedrijf: “Ik heb nog nooit zoveel verdiend als toen ik failliet was.”
De contacten binnen het bedrijf waren prettig en nog altijd krijgt de heer Bekkerin een uitnodiging voor de jaarlijkse barbecue.

Voetbal
Naast zijn werk was de heer Bekkerin 28 jaar lang actief betrokken bij voetbalvereniging Roodenburg, waar hij gediplomeerd jeugdleider, trainer en bestuurslid was. Hij heeft er nog veel herinneringen aan. Mooie, maar ook minder prettige doordat er op den duur jongens bijkwamen die zich misdroegen en voor wie de ouders geen verantwoordelijkheid toonden. Roodenburg was toen een vooruitstrevende club, waar ook zijn schoonfamilie zeer actief was. Hij regelde van alles, onder meer het vervoer naar wedstrijden, en bracht het zelfs tot een kampioenschap. Ook begeleidde hij jongens die het later tot betaald voetballer brachten. Pas in 2015 nam hij formeel afscheid.

De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.

Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.

Interview door de commissie De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de Opleiding Geschiedenis van de Universiteit Leiden.

Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl

Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.
kaart