Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Huizen, kampen, barakken en pensions

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden

Interview met mevrouw C. Blogg-Franken, 16 januari 2020

Mevrouw Charlotte Blogg-Franken werd op 6 maart 1934 geboren in Tjimahi op West-Java in Nederlands-Indië. Het gezin telde zeven kinderen. Vader, adjunct-onderofficier bij het KNIL, werd overgeplaatst naar Solo, waarnaar het gezin verhuisde toen Charlotte vijf of zes jaar was. Moeder had een Moluks-Javaanse achtergrond, wat bij de Nederlands familie van vader destijds de wenkbrauwen deed fronsen.

De ouders van Charlotte Blogg-Franken bij hun verloving

Toen de situatie te gevaarlijk werd door de Japanse inval in 1942 keerde het gezin terug naar Tjimahi, waar de kazernes intussen gebruikt bleken te worden als interneringskampen. Kort na de verhuizing verdween vader spoorloos. Later bleek dat hij naar Thailand was weggevoerd. Meer informatie was er niet. Ze hebben hem niet meer gezien.
Er brak een zware tijd aan. Het inkomen was weggevallen, bovendien liep de oudere zus van Charlotte het gevaar meegenomen te worden door Japanners die op zoek waren naar jonge vrouwen. De grootouders hadden een huisje vlakbij, in de kampong, waar de zus via een raam naartoe vluchtte als er Japanners in de buurt kwamen.
Na de capitulatie van Japan begon de Bersiap-tijd, waarin de Indonesiërs de Europese inwoners belaagden. De familie moest voor het lijfsbehoud gedwongen het kamp in, waar ze werden bewaakt door een groepje Sikhs, voor wie de meisjes ook al niet veilig waren.
Van onderwijs kwam weinig terecht. Na de Bersiap-periode kon Charlotte wel weer naar school, maar daar mocht alleen nog lesgegeven worden in het Bahasa, dat ze niet beheerste.
Het mooie grote huis was intussen leeggeroofd en vernield. Moeder liet het wat opknappen met gevlochten bamboe zodat ze er nog enige tijd in konden wonen.
Omdat moeder met het gezin Nederlands wilde blijven, besloot ze geen gebruik te maken van de mogelijkheid om naar Nieuw-Guinea te gaan, waar huizen beschikbaar gesteld werden. Ook de broers van Charlotte voelden er niet voor omdat ze er met de hand grond zouden moeten ontginnen. De familie vertrok per boot naar Nederland. Oma bleef achter bij een tante.

Geverfde militaire kleding
Op een zeer koude januaridag in 1951 kwamen ze aan in Nederland en werden naar Bergen gebracht, waar niet gerekend was op het grote gezin (hoewel twee broers pas later kwamen). Het bed moest gedeeld worden en de adem bevroor aan de deken.
De volgende dag verhuisden ze naar een vakantiewoning in Bergen aan Zee, waar een potkachel midden in de kamer werd geïnstalleerd.
Op de boot hadden ze geverfde militaire kleding gekregen plus wat geld om nog wat kleren te kopen. Gelukkig had moeder nog 300 gulden van de verkoop van huis en grond in Indonesië, dat gebruikt kon worden voor nieuwe kleding.
Toen de vakantietijd aanbrak, moesten de huisjes verlaten worden. Het gezin trok langs een reeks pensions, hotels en militaire barakken in Rotterdam. Charlotte vond op haar zestiende een baan als typiste bij de bank Mees en Zonen. Ze werkte er twee jaar.
Op een Indische club, waar ze dansten en zongen, leerde Charlotte haar man kennen. In 1956 trouwden ze. Beiden waren kerkelijk, maar trouwen in de kerk deden ze niet. Om de eenvoudige reden dat zij niet in een katholieke kerk wilde trouwen en hij niet in een hervormde. Ze kregen drie kinderen.

Naar Leiden
In Rotterdam was geen huis te vinden; de stad was een ruïne, een bouwput. En zo besloten ze naar Leiden te gaan. Ze betrokken een krappe huurwoning aan de Beethovenlaan.

Beethovenlaan in 1964 - foto Herman Kleibrink

Daar woonden ze elf jaar, tot er nieuwbouw in de Hoge Mors kwam. De heer Blogg werkte als ambtenaar op het Bureau Sociografie en kon met een tegemoetkoming van de gemeente een van de huizen kopen. Het was een prettige woonomgeving.


Diamantplein 1982 - foto Jan Holvast

Op het naburige Diamantplein waren destijds diverse winkels. In de nieuwe buurt met jonge gezinnen werden gemakkelijk contacten gelegd. Mevrouw Blogg leerde naaien en maakte veel kleding zelf. Ze nam Engelse les en met veel plezier danste ze 20 jaar lang bij de balletschool van Inge van den Broek.
In 2017 reisde mevrouw Blogg naar Thailand. Ze bezocht er een begraafplaats. Op een steen vond ze de naam van haar vader bij de tekst “Dit gedenkteken is opgericht ter nagedachtenis van die krijgsgevangenen die overleden zijn in Birma en Thailand en van wie het stoffelijk overschot niet is teruggevonden”. Ook bezocht ze Tjimahi, waar het oude huis verdwenen was, maar nog oude bekenden bleken te wonen.
Ver van huis komt mevrouw Blogg niet meer. Met de rollator bereikt ze het Diamantplein nog, voornamelijk voor de kapper. Veel winkels zijn er verdwenen en Jumbo domineert. Het plein is het plein niet meer.

De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.

Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.

Interview door de commissie De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de Opleiding Geschiedenis van de Universiteit Leiden.

Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl

Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.
kaart