Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: “Ik zou het nooit meer doen”

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden

Interview met mevrouw J. J. de Roode-Vos (slagerij De Roode), 9 en 30 januari 2020

Janneke de Roode-Vos werd op 3 oktober 1940 geboren op de Nieuwe Rijn in Leiden. Ze had fijne ouders die haar verwenden. Grootvader had een groothandel in ‘primeurs’, zomerfruit dat door tuinders in de omgeving werd aangeboden. Bij de Veiling aan de Veilingkade werden de producten aan groenteboeren verkocht. Alle kinderen bleven in de groente- en fruithandel. Alleen vader, de oudste zoon, koos een andere richting. Hij werd schoenmaker.
In oorlogstijd hielp hij mensen waar hij kon. In de graanzakken die op schepen klaar lagen om vervoerd te worden voor de Duitsers, maakte hij gaatjes, tapte de tarwe af en bakte brood dat hij uitdeelde. Veel herinneringen heeft mevrouw De Roode niet aan de oorlog, ze was te jong. Wel weet ze dat ze nooit iets tegen ‘die mannen met petten’ mocht zeggen en al helemaal niet over de mensen die in de kelder zaten.
Naar school ging Janneke op de Hooglandse Kerkgracht, de school met de bijbel. Als niet-gelovige heeft ze er “deuken aan overgehouden”.

Die hoef ik niet
Vader had zich intussen gevestigd aan de Nieuwe Rijn 79: schoenmakerij De Cowboy. Hij zette stukken autoband onder de klompschoenen waar mensen in oorlogstijd op liepen.
Kort na de oorlog waren er nog steeds geen schoenen van goede kwaliteit en materialen evenmin. Daarom begon hij samen met moeder autobanden te fileren. Van de bovenste rubberlaag konden zolen en hakken gemaakt worden. Vooral de armere mensen konden hun schoenen zo eindeloos laten verzolen. De zaak groeide explosief en vader kocht het pand op Hogewoerd nr. 50, waar de 17 personeelsleden de ruimte hadden. Zelf woonde het gezin op de verdiepingen erboven.
Niet lang voor de verhuizing kreeg Janneke van twaalf van moeder te horen dat er nog een baby kwam. Echt blij was ze er niet mee, haar ouders trouwens ook niet. Toen tijdens de bevalling in het oude Diaconessenhuis aan de Witte Singel de dokter zei: “Er komt er nóg een”, reageerde moeder met: “Die hoef ik niet, ik heb er al genoeg.”
In 1960 overleed vader vrij plotseling op 44-jarige leeftijd aan een hartaanval. De jaren ervoor waren stressvol. Langzamerhand groeide de welvaart, Van Haren en de Bata kwamen met goedkope schoenen en de schoenmakers kregen veel minder te doen. Vader was zeer begaan met de mensen die hij zou moeten ontslaan. En naast deze zorgen bleek het oude huis aan de Hogewoerd bijna in elkaar te storten. Het moest ingrijpend gerenoveerd worden.
Na de ulo hielp Janneke mee in de zaak. Onder andere door met en apparaatje ladders op te halen in nylonkousen die te duur waren om weg te gooien als ze kapot waren.
Ook moeder overleed jong, waardoor ze een aantal jaren later voogd werd van de 14-jarige tweeling en de opvoeding op zich nam.

Mensen met telefoon
Intussen had Janneke haar man Dick leren kennen, zoon van slager De Roode in de Kraaierstraat. In 1960 trouwden ze en in 1966 namen ze als derde generatie de zaak over. De inrichting was gedateerd, met maar twee stopcontacten en met ijsstaven voor de koeling. Maar de winkel liep goed, er was een ruim inkomen. Naarmate er telefoons in de huishoudens verschenen, werden de orders wat luxer. Mensen met telefoon waren doorgaans hoger opgeleid en konden zich meer veroorloven. Toen de supermarkten opkwamen, werd het moeilijk voor de kleinere zaken. De kruidenier, de visboer, en vele anderen, één voor één moesten ze sluiten. De De Roodes besloten het anders aan te pakken. Ze begonnen zich nog meer toe te leggen op specialiteiten als verfijnde patés en soepen. Zo’n 66 producten maakten ze zelf in de werkplaats achter de winkel. En op vragen van klanten – “Kunt u aan ganzenvet komen?” – zeiden ze nooit nee. Met het gevolg dat de gegoede klantenkring zich steeds verder uitbreidde. Mevrouw De Roode volgde kookcursussen bij de beste koks van het land en ging eenmaal in de drie weken naar de Hallen in Parijs om daar inkopen te doen. Op zondag weg, ’s nachts om 4 uur op de markt, 6 of 7 uur terugrijden en dan snel alles in de koeling zetten. Op dinsdag kon ze de producten mooi uitstallen. Het zag er fantastisch uit.

oooooooooo
Slagerij en delicatessenwinkel De Roode in de Kraaierstraat - foto's Niek Bavelaar

Geen echte centjes?
Terugblikkend op haar slagerijverleden zegt mevrouw De Roode: “Ik zou het nooit meer doen. Waarom moest ik zo nodig in het zwaarste beroep wat er is?” Ze werkte 80 uur in de week en heeft het verschrikkelijk koud gehad. Ze herinnert zich hoe ze van haar dominante schoonmoeder een grote portemonnee aan een ketting kreeg. Ze moest ervoor zorgen dat die goed gevuld werd, want met dat geld werden op de markt koeien gekocht die in het abattoir geslacht werden. Op haar vraag of de betaling niet via de bank kon, antwoordde schoonmoeder: “Als je je man belachelijk wilt maken. Dan wordt er gezegd: ‘Heb je geen echte centjes dan?’


1964 Veehandel op de Lammermarkt - foto Rob Bouwman

Het pand met de winkel en de etages erboven werd gehuurd. In het begin bedroeg de huur 6 gulden 15. Toen ze eruit gingen was dat 1200 euro. Zelf woonden ze er niet. Ze gaven de voorkeur aan de woonboot in de Rijn, ter hoogte van de Haagweg, en verhuurden de bovenverdiepingen.
In 2005 wilden ze stoppen en de slagerij verkopen. Maar het bleek onmogelijk om jonge mensen te vinden die wilden werken onder de zware omstandigheden als zij hadden gedaan. Er zat niets anders op dan de zaak leeg op te leveren aan de verhuurder. Daarmee was de pensioenvoorziening grotendeels verdwenen.
Mevrouw De Roode is nog actief. Ze heeft geregeld contact met mensen uit de ondernemerswereld en ze is jurylid bij LEF, de jaarlijkse wedstrijd voor startende ondernemers in de Leidse regio en de Duin- en Bollenstreek.
Haar man is overleden. Wonen doet ze nog met plezier in de woonboot.

De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.

Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.

In 2006 is er ook een artikel over slagerij De Roode gepubliceerd in het blad STIELZ.

Interview door de commissie De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de Opleiding Geschiedenis van de Universiteit Leiden.

Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl

Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.
kaart