Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Het Ehrenfesthuis

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Gebouwen

Witte Rozenstraat 57, woonhuis familie Ehrenfest

De wijk Vreewijk wordt begrensd door de spoorlijn Leiden-Utrecht in het westen, het Noordeinde in het noorden, het water van de Witte Singel in het oosten en het water van de Jan van Goyenkade in het zuiden. Oorspronkelijk hield de wijk Vreewijk op bij de Gerrit Doustraat. Sinds circa 1980 behoort ook het gedeelte tot en met de Rijn- en Schiekade en het Noordeindeplein tot de Vreewijk. Vreewijk is in 1881 de eerste planmatige uitbreiding van Leiden buiten de singels, toen nog op grondgebied van de gemeente Zoeterwoude. Het oorspronkelijke wijkje hield op bij de Gerrit Doustraat. Sinds circa 1980 behoort ook het gedeelte tot en met de Rijn- en Schiekade en het Noordeindeplein tot de wijk. Vreewijk maakt deel uit van het Bos- en Gasthuisdistrict. Per april 2011 is Vreewijk als onderdeel van de Zuidelijke Schil aangewezen tot beschermd stadsgezicht.


GT_1409
Witte Rozenstraat 57

Het woonhuis van de familie Ehrenfest werd in 1913-1914 gebouwd naar ontwerp van Tatjana Afanasjeva(1876-1964), de vrouw van Paul Ehrenfest (Wenen, 18 januari 1880 – Amsterdam, 25 september 1933).
In de gesloten muur aan de straatkant bevinden zich de twee gevelstenen. Daar bevindt zich ook het raampje met de knop waarop de leveranciers moesten drukken om hun spullen rechtstreeks in de keuken te kunnen afleveren. Vanaf de Jan van Goyenkade en verderop vanaf de Rijn en Schiekade is goed te zien hoe het pand zich naar de tuin en de zon opent met grote, symmetrisch geplaatste ramen, een serre en frontons aan de 3 zijden.

...


Het Russische Neoclassicisme, dat Tatjana kende uit haar jeugd in St. Petersburg, diende als inspiratiebron voor het ontwerp van het huis. Tatjana raakte bevriend met haar buurvrouw Margarethe Nieuwenhuis Baronesse van Uexkull Guldenbandt die woonde op het door haar zelf ontworpen huis 'Het Kasteeltje' of 'Ons Eiland'. Beide vrouwen hadden het Russisch als hun moedertaal.
De bouw van het woonhuis begon in de zomer van 1913 en de oplevering was in juli 1914. Het huis bestaat uit twee bouwlagen, een zolder met kap, en is voorzien van een kelder. Het heeft vier gepleisterde lijstgevels, een gesloten straatfaçade en drie meer open gevels met frontons aan de tuinzijden. De centrale verwarming is uitgevoerd volgens het Russische systeem met horizontale buizen langs de borstweringen.
Het huis aan de Witte Rozenstraat 57 is tot in de jaren tachtig in familiebezit gebleven.

Aan dit pand zijn twee gevelstenen aangebracht;

.....
GT_1409

HIER WOONDE EN WERKTE – 1933
PROFESSOR EHRENFEST
AANGEBODEN DOOR HET DISPUUT
CHRISTIAAN HUYGENS 1-5-1971



GT_1410

ZIJN VROUW
TATIANA AFANASSJEWA
- HAAR TIJD VER VOORUIT –
MAAKTE DIT HUIS
OPEN VOOR MENSEN EN IDEEËN

In 1912 volgde Paul Ehrenfest Hendrik Lorentz op als hoogleraar Theoretische Natuurkunde aan de Rijksuniversiteit Leiden. Ehrenfest was in 1904 gehuwd met de in Oekraïne geboren en in Rusland opgeleide wiskundige Tatjana Afanasjeva. Zij kregen twee dochters en twee zoons. Tatjana of Tanja Pavlovna Ehrenfest (1905-1984) werd ook wiskundige, Galinka (1910-1979) was meer in kunst geïnteresseerd, zoon Pawlik (1915-1939) werd natuurkundige maar overleed jong tengevolge van een ski ongeluk. De jongste zoon Wassik (1918-1933) werd geboren met het syndroom van Down.
Tatjana werkte nauw samen met haar echtgenoot. Het bekendst werd hun klassieke overzicht van de statistische mechanica van Boltzmann. Ze publiceerde een boek en vele artikelen over verschillende onderwerpen als random gedrag in de thermodynamica en entropie en meetkundeonderwijs voor kinderen.
In Leiden verzamelde Ehrenfest een groep mensen met dezelfde interesse om zich heen waartoe onder meer de natuurkundigen Johannes Burgers, Hendrik Casimir, Dirk Coster, Samuel Goudsmit, Hendrik Kramers en de natuurkundige en econoom Jan Tinbergen behoorden.


Zeeman. Einstein en Ehrenfest

De Ehrenfests waren bevriend met beroemde natuurkundigen zoals Albert Einstein en Niels Bohr. Deze waren regelmatig te gast op de Witte Rozenstraat.
Ehrenfest nodigde altijd veel gastsprekers uit voor de woensdagavond colloquia, voor studenten en hoogleraren, van het Christiaan Huygensdispuut die bij hem thuis werden georganiseerd. Bij deze bijeenkomsten verzamelden de bezoekers zich in de grote huiskamer voor het schoolbord waar op de spreker zijn gedachten met krijt kon opschrijven.
Wel golden er bijzondere huisregels. Er mocht niet gerookt worden en ook alcohol en parfum was taboe (de enigen die in huis - en alleen op hun eigen kamer - mochten roken, waren Bohr en Einstein). De gasten van ver, zoals Einstein, sliepen op de logeerkamer op de tweede verdieping. Ook andere grote geleerden uit die tijd logeerden in die kamer waarbij zij hun handtekening op de muur schreven als ware het een het gastenboek. Onder de namen bevinden zich 15 Nobelprijswinnaars.
In 1919 werd hij benoemd tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW).
Ehrenfest raakte depressief vanwege een aantal dramatische feiten in zijn leven. Zijn huwelijk met Tatjana was ten einde einde als gevolg van een affaire met kunsthistorica Nelly Posthumus Meijes. Tatjana was in 1932 naar de Oekraïne vertrokken om daar les te geven. Toen ze voor een korte periode terugkwam wilde ze de scheiding aanvragen. Ehrenfests carrière was in het slop geraakt, hij raakte de grip kwijt op de materie. Daarbij kwam dat de zorg voor Wassik, hun zoon met het syndroom van Down, hem zeer zwaar viel.
Uiteindelijk maakte hij in 1933 een einde aan hun leven beider leven.

Door de zorg van het Dispuut Huygens zijn in de jaren '70 van de twintigste eeuw twee gedenkstenen ingemetseld in de Noord-Oostmuur aan de straatzijde ter nagedachtenis aan Ehrenfest en Tatjana Afanasjewa. Ehrenfest kreeg aan het begin van zijn carrière geen professoraat in St. Petersburg vanwege het intolerante regime maar door bemoeienis van o.a. Einstein werd hij hoogleraar in Leiden daarom is het huis met recht, zoals het dispuut Huygens memoreert; "een monument voor de vrijheid van meningsuiting in Holland".
Het huis is na de dood van Tatjana Afanasjewa uit de erfenis gekocht door haar kleinzoon Gijs van Aardenne die het als studentenhuis voor negen meisjesstudenten met beheerderswoning heeft ingericht. Zijn wijzigingen, o.a. indelingen van grotere kamers in kleinere, zijn merendeels ongedaan gemaakt door de huidige eigenaar die het in 1979, na Van Aardenne's dood, heeft gekocht. Hij bracht verbeteringen aan in de installaties en het comfort. De begane grond is bijna geheel teruggebracht in de staat van 1914, met het studeervertrek naast de ingang, gevolgd door een tuinkamer (oorspronkelijk de eetkamer) en de grote woonkamer annex colloquiumzaal. Hier bevindt zich het originele schoolbord waarop Ehrenfest en de aanwezigen bij de colloquia schreef. Men groepeerde zich in de grote huiskamer voor het zwarte bord en de spreker schreef zijn gedachten met krijt op het bord.

Op de Jan van Goyenkade 44, Het kasteel, woonde Margarethe Nieuwenhuis-Baronesse Von Uexkull Guldenbandt. Als de tijd het toeliet bezocht Einstein haar om herinneringen op te halen aan hun gemeenschappelijke studietijd aan de Polytechnischer Schule in Zurich.
In 1963 verscheen er een interview met Margarethe in de NRC ter ere van haar 90ste verjaardag, waarin zij vertelt over die periode:

“Als mevrouw Nieuwenhuis over Einstein spreekt doet ze dat niet op grond van “horen zeggen”. Ze heeft deze geleerde in twee perioden van haar lange leven zeer goed gekend: eerst als mede student in Zurich en later, toen Einstein buitengewoon hoogleraar was in Leiden en de oude vriendschapsbanden weer had aangeknoopt. Nu ja “slecht in de wiskunde ” was ten aanzien van Einstein natuurlijk maar betrekkelijk, want zijn werk bewees, dat hij, “de man met de blik van een ziener “, zoals mevrouw Nieuwenhuis hem noemt, juist in de allerhoogste regionen baanbrekend werk verrichtte. De grijsblauwe ogen achter de brilleglazen twinkelen als mevr. Nieuwenhuis vertelt, dat haar cijfers aan het Polytechnikum in Zurich over de hele linie een half punt hoger waren dan van Einstein. Wel een bewijs, zegt ze met lichte zelfspot, hoe betrekkelijk de waarde van cijfers is.

In Zurich zat zij in het laboratorium tegenover hem, in voortdurende angst voor de mogelijke gevolgen van zijn notoire slordigheid. Maar deze jongeman met zijn gloeiende ogen en haardos en zijn Schillerhemd, die het prettig vond thuis op blote voeten rond te lopen, was een hoffelijke medestudent, die haar gaarne te hulp kwam als dat eens nodig was. Een van haar beste vriendinnen in die tijd was de Servische studente Milena Maritsj, de latere echtgenote van Einstein. Toen zij hem in de Leidse tijd, opnieuw leerde kennen, werden er heel wat oude herinneringen opgehaald. Einstein was dol op viool, maar hij hield er een volstrekt eigen maatgevoel op na. Toen een bekend componist te zijner ere een sonate had geschreven en de geleerde het zelf met de auteur had doorgenomen, beklaagde deze zich achteraf, dat het wel erg prettig zou zijn als Einstein eens tot vier kon tellen…

In Leiden kwamen Ehrenfest, Lorentz, Einstein en anderen elke maand in het huis van eerstgenoemde aan de Witte Rozenstraat bijeen om hun vorderingen uit te wisselen. Dan duurde het niet lang of Margarethe in de nabijgelegen villa aan de Jan van Goyenkade hoorde een merkwaardige muzikale interpretatie van muziek van diverse bekende componisten.”


Klik hier voor een artikel in het Leidsch Dagblad van 1992 over 'Het Kasteeltje'.
Klik hier voor een artikel in het Leidsch Dagblad van 1982 over de omgeving van het Ehrenfesthuis en de Rijn en Schiekade.

Deze tekst is opgesteld door de commissie Geveltekens; zie ons Colofon.
kaart