Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Watertoren Hoge Rijndijk: een groot gevelteken

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Gebouwen

Hoge Rijndijk 156a

...
GT_2124 Foto's J. de Jonge

Wie de voormalige watertoren bij de Wilhelminabrug vanaf de Hoge Rijndijk bekijkt, zal het grote opschrift boven de toegangsdeur niet kunnen missen: ANNO 1908. Maar om de formele eerste steen te zien, moet je toch wel wat dichterbij komen. Links van de toegangsdeur zit een doodeenvoudig steentje: Johannes Hendrik van Spall, oud 8 jaar, 16 februari 1908. Op die dag legde het zoontje van de directeur van de N.V. Leidsche Duinwater Maatschappij de eerste steen. Natuurlijk was dat een soort eerbetoon aan zijn vader, maar die had zich dan ook wel heel erg ingespannen voor de realisatie van deze tweede watertoren, na de eerste bij de waterwinningsgebieden in de duinen bij Katwijk. Die deed al dienst sinds de aanleg van het waterleidingnet, dat in Leiden op 1 mei 1879 in gebruik gesteld werd.

...
Heden en verleden (foto rechts ELO)

Het gebruik van duinwater, hoewel aanvankelijk helemaal niet eens zo goedkoop, al kon je op een abonnement en zonder meter flink wat afnemen en soms zelfs verspillen, nam al snel een geweldige vlucht. Onder normale omstandigheden kon het net het wel aan, maar vooral op zaterdagmiddag zakte de druk in de wat hoger gelegen etages aanmerkelijk; dat was de dag van wassen en plassen. En als je een badkuip in een badkamer had, duurde het dus eindeloos voor die helemaal gevuld was. Door een tweede watertoren in Leiden te bouwen, die zich ’s nachts en op incourante uren vulde, kon de druk op peil gehouden worden en de voorraad water gebruikt worden. Met een hoogte van het reservoir van 8 meter, een diameter van 14 meter en een inhoud van 1200 kubieke meter was dat voldoende. Boven op dat reservoir stond decennialang een derde gevelteken met de eenvoudige tekst: LDM, zodat iedereen kon zien wie de eigenaar van de watertoren was.



Op 7 februari 1907 keurde de Gemeenteraad van Leiden het plan goed voor de bouw op een deel van het terrein van het buiten Rhijnstroom, waarvan de kosten geraamd werden op 67.000 gulden. Het was ontworpen door dé specialist van watertorens e.d., architect Schotel uit Rotterdam. Maar ineens kwam er concurrentie: de Hollandsche Maatschappij van werken in Gewapend Beton in Den Haag bood aan een vergelijkbare toren in beton voor f 52.250,-- te bouwen. Dat vonden de directeuren Van Kretschmar en Van Spall toch wel heel aantrekkelijk en de Gemeenteraad op 2 mei 1907 eveneens. Dit plan was gemaakt door architect W.C. van Maanen uit Den Haag. De Gemeenteraad ging op 13 juli ook akkoord met het dempen van twee sloten langs het terrein mits er een riool gelegd zou worden, een ijzeren hek geplaatst en nog tien andere voorwaarden. Maar daarna kon er vaart achter gezet worden en verdwenen er 400 heipalen van 12 meter lengte onder het bouwwerk, dat een hoogte van 30,10 meter zou krijgen. Ook werd er een woning voor een beambte naast de toren gebouwd; daarvan was Schotel de architect. Deze werd aanbesteed op 7 februari 1908 en op 16 februari kon J.H. van Spall dus de eerste steen leggen. De toren kon op 6 juli 1908 in gebruik gesteld worden, dus de bouw is wel voorspoedig verlopen. Al heb je natuurlijk altijd kinderziekten: in september 1909 noopte “eenig dringend herstel aan het ijzerwerk in het hoogreservoir” om deze watertoren buiten dienst te stellen. Maar verder heeft hij decennia lang zijn plicht gedaan: extra druk leveren. Nu is hij verhoogd met een verdieping en in gebruik als woonruimte.

Opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden, auteur P. de Baar, zie verder ons colofon.

kaart