Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Eindelijk wat zelfverzekerder

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden

Interview met mevrouw T.A. van Iren-Doeven, 4 april 2022

Mevrouw Trijntje Alberdina (Tine) van Iren-Doeven werd op in september 1945 geboren in Leiden, in een gezin waar al twee broertjes waren.
Vader werkte als klussenman voor een meubelzaak. Moeder kreeg drie kinderen in drie jaar tijd in hun krappe bovenwoning aan de Hogewoerd met kleine kamertjes, het toilet in de keuken en een kroeg op de begane grond. Het was hard werken en heel zuinig zijn.


Zuidzijde van de Hogewoerd gezien vanaf de St. Jorissteeg in de richting van de Kraaierstraat 1959, Fotograaf A. van Vliet

Het gezin was gereformeerd en kerkte in de – inmiddels afgebroken – Zuiderkerk aan de Lammenschansweg.
In de vakanties logeerden ze bij grootouders in Blokzijl. Rennen door de weilanden, vrijheid… “Blokzijl is voor mij nog een soort heilig plekje.”
Thuis speelde Tine met andere kinderen in een steegje. De smalle Hogewoerd, waar trams heen en weer reden, was te gevaarlijk.
Toen ze zeven was, verhuisde het gezin naar een ruim huis aan het Levendaal. Het was er prettig wonen.

Plooirokken

Na de kleuterschool op de Middelstegracht bezocht Tine de gereformeerde school op de Herenstraat. Ze was leergierig, maar verlegen en vaak heel angstig. Ook op de mms, onderdeel van de meisjes-hbs aan de Garenmarkt, voelde ze zich niet opgenomen door haar klasgenoten. Het merendeel kwam uit een dokters- of advocatengezin. En dat verschil was voelbaar, ook al ging ze plooirokken dragen om niet uit de toon te vallen. Maar het leren boeide haar; dat hield haar op de been. En een leuk bijbaantje op zaterdag in een parfumeriewinkel zorgde voor wat zakgeld.


Meisjes HBS, Garenmarkt

Met het mms-diploma op zak, deed Tine bij Pont op de Breestraat haar secretaresseopleiding en vervolgens kreeg ze een baan bij de Gasunie, in het voormalige Palace Hotel in Scheveningen: typen, steno opnemen bij haar baas baron Van Voorst tot Voorst. Het was een fijne tijd, waar ze pret had met de collega’s en eindelijk wat zelfverzekerder werd. Samen met een vriendin ging ze op kamers wonen in Scheveningen.

Vijf jaar werkt ze er met plezier. Toen vond ze het tijd om naar uitdagender werk uit te kijken. Ze solliciteerde bij hoogleraar Kindergeneeskunde Veeneklaas, die haar rondleidde, maar al snel zag dat het werk te beperkt was voor Tine. “Ik zou het niet doen, hoor”, zei hij. “Het is veel te simpel voor je. Dat moet je niet doen. Ga maar verder solliciteren.”
Diezelfde avond werd ze gebeld door kinderpsychiater J.P. Teuns, directeur van het Medisch Opvoedkundig Bureau (MOB): “Ik heb gehoord dat u een baan zoekt. Zullen we een afspraak maken?”

‘Demokratisering’

Tine werd er hoofd van de medische administratie. Bij haar terugkeer naar Leiden maakte ze de fout om weer bij haar ouders te gaan wonen, nu op de Apothekersdijk. Als ze te laat thuis was, kreeg ze op haar kop…!
Op haar werk woonde ze inhoudelijke vergaderingen bij die haar zo inspireerden dat ze naar de sociale academie ging om parttime de opleiding maatschappelijk werk te volgen.
Op de school die ze gekozen had, de Karthuizer in Amsterdam, werd aanvankelijk goed lesgegeven, hoewel ze moest wennen aan het jargon van die jaren. Toen het onderwerp bleef steken bij ‘demokratisering’, hield ze het voor gezien.

Intussen had ze haar man Frank leren kennen, die biologie studeerde in Leiden. Ze trouwden in 1969 en betrokken een wat oudere, maar gezellige flat aan de Boerhaavelaan, waar veel mensen van de universiteit woonden en waar een prettige sfeer heerste.
Haar baan bij het MOB verliep door een reorganisatie. Om ervaring op te doen werd Tine vrijwilligster bij het Gecoördineerd Bejaardenwerk, in Zuidwest. Later maakte ze haar opleiding maatschappelijk werk af bij de Katholieke Sociale Academie in Den Haag.
Er waren weinig banen te vinden, dus ging Tine als vrijwilliger aan het werk bij de Telefonische Hulpdienst. Boeiend, maar pittig. Ze bleef er zo’n zeven jaar. De eerste jaren alleen aan de telefoon, later kreeg ze ook managementachtige taken. Het aansturen van de 70 vrijwilligers was een complexe zaak.

Thuiswerk

Op haar 39ste werd een lieve zoon geboren. Dat was extra vreugdevol omdat er een paar miskramen aan vooraf waren gegaan.
Het jongetje zorgde voor een dilemma. Tine was dol op hem en ze wilde zelf voor hem zorgen. Tegelijkertijd keek ze uit naar een vaste baan, maar die waren alleen fulltime beschikbaar. Een vriendin, die eenzelfde probleem voor zich had opgelost, gaf haar een gouden tip: begin thuis een opvang voor brugklassers die het moeilijk hebben. Beetje opvoeden, huiswerk begeleiden… Inmiddels woonden ze in de Merenwijk, waar ruimte genoeg was. Het werd een succes. De jongens – en het enkele meisje – kwamen na schooltijd, moesten hun mobieltjes inleveren en bleven zo’n anderhalf uur. 15 jaar lang heeft mevrouw Van Iren het gedaan.

Ekklesia

Verschillende activiteiten vroegen haar aandacht, maar de Studenten Ekklesia, waar ze al 40 jaar bij betrokken is, neemt een belangrijke plaats in. Aanvankelijk was dat een groep waarin geloofservaringen werden uitgewisseld, maar langzamerhand werd het een vriendengroep die uiteenlopende serieuze zaken met elkaar bespreekt. Even vlamde de verlegenheid uit haar jeugd weer op. Ze was de enige zonder academische opleiding en bovendien waren er drie professoren in de groep. Nou, ik zit weer fout! dacht ze. Maar het wende.
Echtgenoot Frank was niet gelovig, maar liet zich samen met de zoon dopen. Daarna deed hij belijdenis bij de Ekklesia, wat wel bijzonder was. Door een lang slepende ziekte overleed hij, na zijn pensionering.
Mevrouw Van Iren voelt zich nog steeds thuis bij de Ekklesia. Het zorgt voor goede contacten. Fijne mensen, ze komt er graag.

De geluidsopname van het interview is hier te beluisteren.

Een volledige transcriptie van het interview is hier te vinden.

Interview door de commissie De Stem van Leiden, die onderdeel is van de Historische Vereniging Oud Leiden en samenwerkt met Erfgoed Leiden en Omstreken en de Opleiding Geschiedenis van de Universiteit Leiden.

Reacties op dit verhaal kunt u sturen naar destemvanleiden@oudleiden.nl

Meer verhalen van De Stem Van Leiden vindt u in de INDEX.

kaart