Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Eerste-steen-steen: Jan van Goyenkade 31

  • Genealogie
  • Leiden
  • Geschiedenis 1801-1900
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Gebouwen

Pieter Johannes Coffrie (1866 - 1928)




In de gevel van Jan van Goyenkade 31 tref je naast de voordeur een goed leesbare eerste-steen-steen aan met de naam “H. G. Coffrie” en de datum 31 mei 1895. Hendrik Gerardus Coffrie, geboren in 1893 was de zoon van Pieter Johannes Coffrie (1866 - 1928), die als journalist toch wel een icoon was bij het Leidsch Dagblad. In 1895 laat Pieter Johannes het huis Jan van Goyenkade 31 bouwen. Het huisnummer is op dat moment nog 26 en de Jan van Goyenkade wordt dan eigenlijk nog Trekvliet genoemd. Zijn zoon Hendrik Gerardus, die de eerste steen legt, lijkt in eerste instantie ook de pen op te nemen en journalist te worden. Maar uiteindelijk wordt hij ambtenaar, oa administratief ambtenaar eerste klasse bij de visserij-inspectie.


Een foto van de Jan van Goyenkade rond 1905. In het rood nummer 31. Foto door H.G.A. Obreen.

Maar, zoals al gezegd, zijn vader Pieter Johannes werd wel journalist. Als prille twintiger ging hij in 1887 bij het Leidsch Dagblad werken. Hij was op dat moment in zijn eentje de helft van de redactie. Dus dat was flink aanpoten, zeker omdat in die tijd de journalisten zelf nog de drukproeven corrigeerden. Het was de tijd, dat vader en zoon Sijthoff - de uitgevers van het Leidsch Dagblad - nog in het bedrijf rondliepen. En Coffrie zou lang bij de krant blijven werken. Zijn 40-jarige jubileum in 1927 was tegelijk zijn afscheid. En dat was wat hem betreft niet van harte, maar zijn gezondheid trok het niet meer.


Krantenfoto uit 1928.

Het is jammer, dat in de tijd dat Coffrie bij de krant werkte, niet de naam van de journalist bij een artikel werd geplaatst. Wat en hoe Coffrie precies schreef is daardoor niet makkelijk te achterhalen. In het verslag van zijn 40-jarig jubileum wordt vermeld, dat hij graag rechtbankverslagen deed. En 1 paginagroot artikel van zijn hand wordt specifiek genoemd: de intocht van de Zuid-Afrikaanse president Paul Kruger in Nederland in 1900. In de link hieronder is - denk ik - dat artikel te vinden.


Een foto van eind 19e eeuw met een kantoor in het gebouw van Sijthoff aan de Doezastraat. De redactie van het Leidsch Dagblad? Ik zie tenminste een hoop kranten.

Na zijn pensionering in 1927 ging Coffrie - zo verbonden met en verknocht aan Leiden - toch bij zijn zoon in Den Haag wonen. Vanwege zijn gezondheid, maar ook omdat hij het niet trok om door Leiden te lopen, zonder er over te moeten schrijven. Een jaar later overleed hij. Kort daarvoor was hij bij uitzondering toch nog naar Leiden gekomen en toen ook nog even bij de redactie van het Leidsch Dagblad binnengelopen. “Hij zag er oogenschijnlijk goed uit: zijn eerbiedwaardige grijze haren leken een tikje witter geworden, doch in den gemoedelijken, jovialen toon, waarmede hij zich tot ons richtte, meenden wij den ouden Coffrie van vroeger weer te herkennen. Maar wie iets dieper zag, die bemerkte een lichte beving in zijn stem, welke maar al te zeer verried, wat er in zijn ziel omging, nu hij weer eens even te midden van zijn collega’s in het hem welbekende milieu vertoefde. En toen Coffrie ook nog even de zetterij inliep en daar al die bekende gezichten achter hun machines zag zitten, toen overstelpten hem de aandoeningen: zijn gestalte scheen meer gedrongen te worden en schijnbaar eenige jaren ouder dan hij gekomen was, vertrok Coffrie…. Als een gebroken man……”


Foto uit een boek over Sijthoff uit 1926.
kaart