Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Straatnaamborden van lavasteen, deel 2 - K t/m L

  • Leiden
  • Geschiedenis 1801-1900
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Gebouwen

Inventarisatie lavaborden - Kaardesteeg t/m Lusthoflaan

Lave émaillée: Geglazuurde straatnaambordjes in Leiden
In deel 1 van de geschiedenis van de lavaborden in Leiden zijn verschillende facetten van het gebruik van lavasteen belicht. Hierin is onder andere beschreven dat dit materiaal in mooie dunne platen kon worden geslepen en gebleken tevens sterk en uiterst duurzaam te zijn. Deze lavaplaten konden in gewenste formaten worden gezaagd en zijn geschikt om vervolgens in een oven geëmailleerd te worden.

Leiden is wat betreft geëmailleerde lavasteenborden zeker niet uniek in het gebruik ervan. Op 3 maart 1885 schreef een zekere François Gillet, fabrikant van Lave émaillée in Parijs, aan de toenmalige stadsarchitect van Middelburg dat hij dit materiaal in Nederland voor het eerst in Nijmegen met succes had geïntroduceerd. Een zekere Luther was de Nederlandse handelsvertegenwoordiger van Gillet. Het is aannemelijk dat Luther ook een belangrijke inbreng had in de juiste spelling van de namen op de borden. De Fransen bleken moeite te hebben met de kapitaal lange IJ, die ze met Y wilden duiden. Het lava straatnaambordje Van Speykstraat, dat op twee plaatsen voorkomt, is zo’n voorbeeld van onzorgvuldigheid; In deze straat komt men ook de latere plaatstalen versie Van Speijkstraat tegen. De lavabordjes zijn om onduidelijke reden met rust gelaten of zijn wellicht aan de aandacht ontsnapt.
In datzelfde jaar 1885 vond een internationale tentoonstelling - voor het eerst in België - te Antwerpen plaats en foto’s tonen aan dat dergelijke geëmailleerde lavaborden ook toen al in het straatbeeld aanwezig waren.

Lees hieronder (na GT_5047) verder over het onderzoek naar de techniek en historische feiten.


...
Kaardesteeg - GT_5034


...
Kaiserstraat - GT_5035


...
Kampersteeg - GT_5036


...
Kanaalstraat - GT_5037


...

...
Kastanjekade - GT_5038


...
Kernstraat - GT_5039


...

...
Kettingstraat - GT_5040


...
Kijfgracht - GT_5041


...
Koddesteeg - GT_5042


...

...

...

...
Koninginnelaan - GT_5043


...
Koppenhinksteeg - GT_5044


...

...

...
Korevaarstraat - GT_5045


...
Korte Mare - GT_5046


...

...
Kruisstraat - GT_5047


Onderzoek naar techniek en historische feiten
Onder de chemici die de middelen ontdekten om lava te emailleren, onderscheidde Ferdinand Mortelèque (1773-1842) zich en hij slaagde in de periode van 1826 tot 1830 er in om op lava echte schilderijen met genuanceerde kleuren te maken, waarvan de belangrijkste kwaliteit een opmerkelijke weerstand bleek te zijn tegen slecht weer, vorst en zuren. De glazuurlaag die we email of emaille noemen bestaat uit een mengsel van kwarts, borax, veldspaat en kaolien, met hieraan toegevoegd een pigment. Smelt je deze materialen in een oven, dan kan de aldus ontstane gemengde substantie op een voorwerp zoals bijvoorbeeld lavasteen worden gebrand. Dit proces wordt al ruim tweeduizend jaar toegepast. De Franse stad Limoges en het Belgische Luik maakten al in de middeleeuwen furore met hun ontwikkelde en vergevorderde emaille-toepassingen.

Het initiatief kort na 1830 om natuurlijke lava van de vulkanen van Auvergne (Centraal Massief, Frankrijk) te gebruiken behoort aan de uit Volvic afkomstige Gaspard Chabrol. Hij was de eerste die bedacht lava te gebruiken voor borden en straatnummers. Van het hieruit voortvloeiende bedrijf, dat door een zekere Pierre Hachette, de schoonzoon van Mortelèque, werd bestuurd, was de productie van de straatnaamborden maar een bescheiden deel onder de overige vooral decoratieve toepassingen.

Met de beroemde architect Guimard was intussen een samenwerking aangegaan. Hector Guimard (1867-1942) is o.a. beroemd vanwege de op lava toegepaste decoratieve emailleertechniek bij ingangen van de Parijse metro en wordt beschouwd als de belangrijkste architect van de Franse Art Nouveau-beweging.

...

In 1847, na de dood van Hachette, kwam zijn leerling François Gillet in beeld; hij nam het bedrijf over en opende een nieuwe werkplaats aan de Fénelonstraat 9, dicht bij de kerk van St. Vincent de Paul in Parijs.

In 1878, op de 3e Wereldtentoonstelling in Parijs, ontving François Gillet voor zijn emailleertechniek een gouden medaille. Het bedrijf richtte zich op het vervaardigen van allerlei decoratieve elementen, zoals op haardinterieurs, tafelbakken, tegels en friezen voor het decoreren van vestibules, gevels, badkamers of wintertuinen, evenals architectonische elementen, plantenbakken, fonteinen, enz. en …….straatnaambordjes.

...

In 1882 innoveerde François Gillet door de gereconstitueerde lava te creëren waarvoor hij een octrooi kreeg. 
Hij kocht in 1885 een fabriek in La Briche, gelegen in een industriegebied van Saint Denis, waarheen de ovens verplaatst werden. Alleen het hoofdkantoor en een paar werkplaatsen bleven achter in de Rue Fénelon.

Francois Gillet prees zijn materiaal aan als onverwoestbaar, bestendig tegen vorst en vochtwisselingen en uiterst zuurbestendig. Als topreclame voerde hij aan dat zijn Parijse bordjes vanaf 1831 er nog net zo netjes, glanzend en leesbaar waren alsof ze net geplaatst waren. Daarmee was aangetoond dat zijn Lave émailleé-bordjes veel langer meegingen dan borden van klei waar het glazuur van afsprong of de blikken bordjes waar het mooie maar kort stand hield omdat die wegroestten.
Met de kennis van nu weten we dat ook deze ingemetselde straatnaamborden met breuk en craquelé-vorming wel degelijk kwetsbaar zijn. Het kan niet anders dan dat de poreuze lavasteen ontvankelijk is voor insijpelend hemelwater, wat op lange termijn nefaste gevolgen zal hebben voor zowel de steenplaat als de emaille-laag.



In 1889 overleed François Gillet, waarna zijn zoon Eugène Gillet (1859-1938) werd geroepen om het bedrijf over te nemen. Hij streefde dezelfde activiteit na als zijn vader door de fabricageprocessen te perfectioneren. In het bijzonder kreeg hij in 1897 een octrooi ter verbetering van de kwaliteit van het glazuur (emaille). Er zijn geen aanwijzingen dat dit emailleer-procedé elders heeft plaatsgevonden dan alleen in Parijs/Saint Denis. Deze specialiteit om uiterst duurzaam materiaal te produceren, maakt het aannemelijk dat geen kale platen lavasteen werden verhandeld, maar compleet met tekst geëmailleerd geleverd.

In navolging van steden als Parijs, Lyon, Versaillles, Le Havre, Calais, Cherbourg, Le Mans, Boulogne, Lille, Roubaix, Duinkerken, Gent en in Nederland Nijmegen, Arnhem en ‘s-Hertogenbosch heeft ook Middelburg deze lavaborden ingevoerd. Gezien de overeenkomst in uiterlijk en lettertype is het heel aannemelijk dat ook Leiden kort na 1885 tot aanschaf van Gillet ‘lava-borden’ is overgegaan. Voor de aanschaf van die lava-bordjes werd in 1887 een kostprijs van f 4,50 in rekening gebracht. Deze prijs is vergelijkbaar met de f 4,35 die in 1886 voor Antwerpen gold.


...

...

...
Lammenschansweg - GT_5048


...
Langebrug - GT_5049


...

...
Langegracht - GT_5050


...

...

...
Leeuwerikstraat - GT_5051


...

...

...

...
Leliestraat - GT_5052


...
Levendaal - GT_5053


...

...

...

...
Lijsterstraat - GT_5054


...

...

...
Lindestraat - GT_5055


...
Lombokstraat - GT_5056


...

...
Lopsenstraat - GT_5057


...
Lusthoflaan - GT_5058


De inventarisatie
Bij het inventariseren van de overgebleven lavaborden in Leiden zou het kunnen dat er in de loop van de tijd een aantal is verdwenen of bedekt met een ander type bord, zoals van geëmailleerd plaatstaal. Dit materiaal kwam in 1930 enorm in opmars door de grootste producent, de firma Langcat in Bussum.
Een soortgelijke ontwikkeling vond in Antwerpen plaats. Vanaf juni 1946 werd aldaar voorgoed afgezien van de geëmailleerde lavaplaten wegens hun hoge kostprijs, die ongeveer tienmaal (!) meer bedroeg dan een bord van verglaasd plaatstaal. Kennelijk had men toen al enige ervaring met plaatstalen borden opgedaan.

In 1955 waren er in Leiden nog veel aluminiumbordjes met wit of rood gemoffelde letters in het straatbeeld, die niet duurzaam waren. De daarnaast voorkomende Leidse lavasteen borden zijn inmiddels beschermd en hebben een informele monumentale status, waarmee deze beschouwd kunnen worden als waardevol cultureel erfgoed.
Vele jaren later, in 2016, kwam de aankondiging van de gemeente om 600 stuks straatnaambordjes voor €170.000 aan te schaffen en te plaatsen. Wat de impact hiervan is geweest voor het behoud van de lavaborden, is onduidelijk. Volgens het college pasten de nieuwe bordjes beter bij het historische karakter van de binnenstad, d.w.z. alles in hoofdletters en een onderschrift als aanvulling met info over de straat.

Zie ook:
Straatnaamborden van lavasteen, deel 1 - A t/m J
Straatnaamborden van lavasteen, deel 3 - M t/m R
Straatnaamborden van lavasteen, deel 4 - S t/m Z


Dit verhaal is opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden, auteur Thijs de Vries. Voor contact met de commissie Geveltekens zie ons colofon.


kaart