Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog, interview 6

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950

Interview met de heer en mevrouw Perquin

Projectbeschrijving

Het Oral History-project Herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog is een initiatief van Erfgoed Leiden en Omstreken in samenwerking met de Leidse Video en Smalfilmliga. In een zestal interviews zijn herinneringen aan de oorlog in Leiden en omringende gemeenten vastgelegd. Doel van dit project is de geschiedenis levend houden en bronnenmateriaal te verzamelen voor onderzoek en educatie.

Voorwaarden
De opnamen en gegevens zijn auteursrechtelijk beschermd en mogen zonder toestemming van Erfgoed Leiden en Omstreken niet voor publicatie worden gebruikt.
Bij eventuele publicatie van de onderzoeksresultaten welk verband houden met deze collectie de volgende bronvermelding te geven: Erfgoed Leiden en Omstreken.
De gebruiker van deze collectie verplicht zich de persoonlijke levenssfeer van de geïnterviewden in woord en geschrift te eerbiedigen en Erfgoed Leiden en Omstreken te vrijwaren van alle aansprakelijkheid voortvloeiend uit aan de collectie ontleende gegegevens.

Toegankelijkheid
Het interview van de heer P. Perquin en mevrouw Perquin is hieronder te bekijken en te beluisteren. De filmopnamen zijn in een aantal delen geknipt met daaronder de transcriptie met tijdscodes. Het is mogelijk om in de tekst te zoeken door de optie zoeken te selecteren in de menubalk van de browser.


Interview met de heer Perquin en mevrouw Perquin

Echtpaar Perquin maakten de oorlog mee in Leiden. P. Perquin, geboren in 19 woonde toen in de Ridderstraat, met twee boers en een zus. Zijn vader was brandstoffenhandelaar. Mevrouw R. Perquin-Sliering, geboren in 1934, woonde in de Aloëstraat en was 6 jaar toen de oorlog uitbak. Haar vader had een eigen slagerij.

Trefwoorden: bombardementen; razzia's; Dolle dinsdag; bevrijding

Interview met de heer en mevrouw Perquin deel 1


Mevrouw Perquin
#00:00:00# Ik ben Riet Slierings en ik was zes jaar toen de oorlog uitbrak. Ik weet nog goed dat er...dat mijn broer de trap opkwam "Kom naar benéden, want het is óórlog!" Maar ik verstond orgel, dus ik was heel blij: een orgel in de straat. Maar daar kwam ik al gauw achter, dat dat het niet was want je hoorde de vliegtuigen en het was.....angstige mensen. Ik kom uit een gezin met vier kinderen: drie broers had ik en ik was de een-na-jongste. En de eerste dag van het....nee, niet de eerste dag maar na een paar dagen toen de oorlog dus, toen ze gecapituleerd hadden, toen kwamen die Duitsers.....Ik woonde aan de Aloelaan hoek Marislaan en daar kwamen de Duitsers het veld op marcheren. Dat vonden we trouwens práchtig als kind zijnde, dat ging zó gelijk en er werd zo móói bij gezongen en dat was...eh...echt....Nou, dat was 'm.

Nu mag jij wat vertellen.

Heer Perquin:
#00:00:59# OK. Mijn naam is Pim Perquin. Ik kom uit een gezin van vier kinderen toendertijd: de oudste was mijn zuster en ik had verder twee broers. We scheelden steeds ieder twee jaar. Dus mijn oudste zuster was toen ....11...nee....11. Mijn vader had een brandstoffenhandel en dat was op zich natuurlijk....tenminste, hij werkte weer bij zijn vader in het bedrijf. Dat had z'n voordelen later in de oorlog, weet ik nog. Daar kom ik straks nog op terug. En we woonden dus, zoals ik al zei misschien, in de Ridderstraat: een buurt hier, een beetje een buitenwijk van Leiden. Een rustige straat, waardoor er dus ook....ja...oorlog, eigenlijk niet zoveel gebeurde. Het was een hechte buurt. Er was heel veel omgang met de buren toendertijd. Nood leert bidden, zeggen ze weleens. Nou, dat was toen ook het geval. Ik kan me heel veel herinneren uit die straat. We hadden natuurlijk juist door de vele contacten met de buren, hadden wij natuurlijk toch ook wel veel belevenissen met de buren. Zo kan ik me bijvoorbeeld herinneren, dat onze buurman - onze directe buurman - die zat in het ondergrondse: Bas Roelofs was zijn naam - en die hadden een aantal spullen in opslag. Die hadden bijvoorbeeld de borden in de opslag, die later bij de bevrijding gebruikt werden om de Canadezen of de Bevrijders - wie het ook waren - de weg te wijzen door het Centrum, Station en die borden lagen bij hem dus in de schuur opgeslagen, he? Maar omdat wij een beetje gefocust werden als verzetsstrijder of in ieder geval als ondergrondse, brachten die borden bij mijn vader onder. Wij hadden een houten vloer in huis en een kruipruimte er onder met een hoogte van 70 cm ongeveer. En waarom weet ik dat dit gebeurde: ik heb u daarnet al verteld dat mijn vader een brandstoffenhandel had en daardoor had hij in de hongerwinter, waren er wat mogelijkheden om te ruilen. Ja, zo werkte dat dus. En hij ruilde op een gegeven ogenblik een hoeveelheid kolen voor meel. En die meel die sloeg hij op in een melkbus en dan was het de gewoonte dat één keer in de maand werd ik vroeg uit mijn bed gehaald, op mijn eigen verzoek, en dan gingen wij die meel omroeren. Want mijn vader zei, als dat meel lang in die...nou....blik staat of in die melkton, melkbús moet ik zeggen, dan gaat de mijt er in komen. Ja, de mijt, de beestjes. En dan moest het omgeroerd worden. En ik vond het spannend en ik vond het wel leuk, dus ik hielp er altijd mee tot een moment, ik dat niet meer mocht. En waarom? Ja, ik heb het daarnet uitgelegd, omdat er dus in die ruimte dingen zaten die kinderoogjes niet mochten zien. Eén van de voorbeelden dus van het buurtje. Wat ik óók deed in die tijd....mijn tante, die zat ook in het verzet, die woonde op de Breestraat en die drukte die illegale blaadjes: de Vliegende Hollander, de Kroniek kan ik me herinneren en die bracht ik 's avonds bijvoorbeeld in de directe buurt. Straatje in - straatje uit. En die blaadjes stopte ik in de brievenbus, stevig onder mijn trui verstopt natuurlijk, want het was toch spannend werk. En dat deed ik zelfs soms na spertijd (sperrzeit?), na acht uur. Ik begrijp eigenlijk achteraf niet dat mijn ouders dat goed vonden, maar het was een rustig buurtje, dus dat kon wel en eens in de maand dan moest ik aanbellen en dan moesten de mensen een vrijwillige bijdrage geven voor de kosten. Zodoende had ik ook vrij veel contact met die directe buren. Ik denk dat ik zo'n 20-25 adresjes had in de directe buurt, dat is zo'n beetje wat me op dit moment te binnen schiet. Misschien weet jij nog wat leuks te vertellen...?

Mevrouw Perquin:
#00:05:12# Net dacht ik nog, dát moet ik er nog even bij zeggen. Oh, ja, mijn vader die was bij zijn vader in de slagerij tot '43, toen werd mijn opa ziek en toen is de slagerij dichtgegaan en toen had mijn vader een bedrijf op het slachthuis. En ja, dan kwamen de verdere oorlogsjaren dat 'ie....we hebben nooit honger gehad, omdat we altijd vlees konden ruilen. En een pond of kilo vlees weer voor wat aardappelen, dat...eh....We hadden nooit voorraad, maar we hadden toch altijd wat te eten. Al was het maar broodpap, maar er was toch wel iets te eten of meelpap aten we vroeger ook. Ja, verder...wat kan ik verder nog vertellen over de oorlog? Van welke tijd eigenlijk?

Heer Perquin:
#00:05:56# Bombardementen.

Mevrouw Perquin:
#00:05:58# Bombardementen die kwamen later in '44, ik geloof in oktober of november '44 op het station, dat was vlak voor ons huis...

Heer Perquin:
#00:06:08# Ja, daar woonden jullie vlakbij.

Mevrouw Perquin:
#00:06:12# We gingen kijken, want we dachten dat ze De Vink weer gingen bombarderen, dus ik liep naar buiten en jeetje, toen vielen ze vlak voor ons op het Schuttersveld en op het...vlak bij het station. Niet op het station. En, nou ja, alle ruiten kapot en toen moesten we ook naar...eh...bij familie in de Apothekersdijk zijn we een poosje gaan wonen. Maar dat was wel indruk....Toen kreeg je wel angst voor de....als je vliegtuigen hoorde en.... Over vliegtuigen gesproken: wat ik heel indrukwekkend vond waren die hordes vliegtuigen die door de lucht gingen en die dan...en je wist dat ze naar Duitsland gingen, maar was zoiets angstigs! Zoveel! Alsmaar dat gezoem horen en dan een paar dagen later - in mijn gevoel een paar dagen later - misschien was het langer, misschien was het korter, gingen d'r maar wéér zoveel heen en weer en dat was heel angstig. Daar heb ik toen wel angst voor gekregen. Niet dat dié vliegtuigen iets gingen doen, want ze gingen heel hoog over, maar je vond het toch ook angstig voor die mensen omdat je zelf een bombardement had meegemaakt en...eh...twee zelfs, 's middags ook nog. Maar dat die mensen dat dan weer kregen, ja, dat was toch heel angstig.

Heer Perquin:
#00:07:27# Maar gek genoeg kan ik me herinneren, dat - het is ongepast misschien - maar dat de mensen blij waren met die vliegtuigen. Dat was natuurlijk een weg naar de bevrijding, althans zo werd het gezien. En de ellende zoals Riet net zei, die daar eigenlijk achter school die werd op dat moment niet door iedereen beseft. Als we het dan weer even over de hongerwinter hebben, ik heb het net al gezegd dat wij...dat mijn vader wel wat kon ruilen en wij hebben dus ook geen honger gehad. Absoluut niet. Maar d'r staat wel tegenover, dat wij toch tulpenbollen gegeten hebben. Op een gegeven moment - mijn moeder was zuunig, ze kwam wel niet uit Zeeland, maar ze was toch zuunig - en we hadden wel aardappelen, maar mijn moeder zei: hoe lang duurt de oorlog nog en hoe vaak kunnen wij nog aardappelen krijgen? Dus zij, niks met de aardappelen, met de tulpenbollen en ik moet zeggen dat wij dat toen eigenlijk heel acceptabel vonden. Dat was wel altijd gestampt, he, dus je at altijd stamp....

Mevrouw Perquin:
#00:08:25# Of met pulp...suikerbieten, dat hebben we ook wel gedaan.

Heer Perquin:
#00:08:27# Ja, maar niet door de aardappelen heen. Maar goed, in ieder geval..eh...wij hadden dan de gewoonte, wij hadden dan in de keuken hadden wij een kolenfornuis. Kwam ik een keer met die kolen terug, die hadden wij en daaróp gingen wij dan 's avonds gingen wij tulpenbollen pellen of eigenlijk uit elkaar halen met elkaar - zaten wij met de familie, met de kinderen, om de tafel - en dan moesten we 20, 30, 40 ik weet niet hoeveel, van die tulpen moesten er dus in stukjes gemaakt worden. En dan gingen wij met die partjes van die tulpen, gingen wij naar de keuken en dan póften wij op die warme plaat van die oven, van die kolenoven, poften wij dus - als een lekkernij - de partjes tulpen. Het is onvoorstelbaar, maar...

Mevrouw Perquin:
00:09:10 Ik heb ze nooit gegeten.

Heer Perquin:
00:09:11 Ja, we hebben wel...En toen oorlog over was, en misschien moet je zeggen gelukkig, toen lagen er nog twee mud aardappelen op zolder. Maar ja, dat was natuurlijk iets...dat kon je van tevoren niet weten! Wij hebben ook, inderdaad, pulp gegeten. Wij hadden in de buurt een veldje, daar stonden suikerbieten. Of die per ongeluk geplukt waren of geruild, dat is me ontgaan, maar mijn moeder maakte daar een stroop van en je kon daar ook iets van suiker van maken of zoetigheid uit halen en dan werd de rest - de pulp - die werd gemaakt tot taart. Pulptaart. Ja, wij vonden dat eigenlijk niet zo lekker, maar er waren altijd een aantal gasten aan tafel.

Wij ook. Regelmatig.

Heer Perquin:
00:09:55 Mijn vader had dus, mijn moeder had dus toch wel voldoende eten toch wel voldoende eten want tussen de middag kwamen d'r dus, om de beurt, buren die honger hadden, uit de buurt. Jongens of meisjes kwamen dan hun bordje bijschuiven en aten mee. 's Avonds kwamen een paar neven van ons. Dat waren kinderen van de broer van mijn moeder en die hadden zelf, die vader, had een banketbakkerij. Een grote bakkerij zelfs "Bijot" (Boisot?) een naam die vele Leidenaars nog kennen uit die tijd en ook van na de oorlog. En vreemd genoeg hadden die niks te doen, want koek was luxe. Het was geen broodbakker, het was alleen banket en gebak. En dan hadden wij nog een radio over en die hadden wij héél praktisch verstopt onder het bed. Ik bedoel, de plek waar je het eerste zoekt, maar goed, hij stond er. En dan kwamen 's avonds kwamen dus die neven die kwamen dan "zogenaamd" naar het nieuws luisteren, maar die vielen dan gelijk aan, daarna, op de pulptaart of wat er verder te eten was, he, dus we hadden dus inderdaad Radio Oranje. Diezelfde radio is naar boven verhuisd, omdat op een gegeven ogenblik - hoe was het mogelijk - wij toch in ons straatje, op een gegeven ogenblik, bezoek kregen van de Duitsers. Die kwamen dus in huis, kwamen ze dus, kennelijk zoeken naar iets. En zo kwamen ze ook bij mijn moeder binnen en wij hadden een voor- en een achterkamer - de salon en de huiskamer - de salon was heilig, daar mochten wij nooit komen natuurlijk, dat was de nette kamer. En in die voorkamer stond als een tafeltje gedrapeerd, de radio, kleedje erop en een vaasje d'r op. Toen komt een vrij jonge Duitser bij mijn moeder binnen, mijn moeder sprak redelijk goed Duits, want die had op een Duitse kostschool gezeten bij "de nonnen" - daar hebben we het net over gehad - en die ziet toch wel die radio staan - en ik wil maar aangeven dat niet alle Duitsers slecht waren, he - want hij gaf een knipoog naar mijn moeder en hij zei: ik heb het gezien, ik ga weg. En toen keek 'ie zo schuin naar die radio, dus die had het door! Maar toen dorst mijn moeder dat niet meer te doen en toen ging die naar de "veilige" plek onder het bed. Daar heeft die een jaar gestaan.

Heer Perquin:
#00:12:07# Nou jij weer.

Mevrouw Perquin:
00:12:11 Waarover?

Heer Perquin:
#00:12:12# Nou, bombardementen, laat ik het dan even overnemen nog. Hmmm.... Ja, jij mag ook.

Mevrouw Perquin:
#00:12:17# Nee, hoor!

Heer Perquin:
#00:12:18# Ik kan me weinig van de bombardementen herinneren in die zin, dat ik het niet aan den lijve heb meegemaakt. Ik weet wel dat het station gebombardeerd werd, althans, geprobeerd en dat ze daar vreselijk misgegooid hadden. He, dus ze raakten een stukje van de Stationsweg en de Haverzaklaan, meen ik dat het heette, die werd ook helemaal platgegooid.

Mevrouw Perquin:
#00:12:41# Maar dat kwam, omdat er een ziekenhuis aan de andere kant stond en die wilden ze niet raken, dus ze gingen té veel naar die ene kant toe en vandaar dat ze niet goed terecht kwamen.

Heer Perquin:
#00:12:50# Ja, dat zou de reden kúnnen zijn, maar ze hebben ook bij De Vink gemist en ze hebben ook op het kanaal gemist, dus het was natuurlijk moeilijk in die tijd om echt te raken. Tegenwoordig is dat natuurlijk veel makkelijker. Maar, in ieder geval...ik weet dat mijn vader toen, als vrijwilliger, ging helpen om op te ruimen, want dat was toen...dat werd gevraagd. Ik weet niet hoe dat toen ging, maar in ieder geval, mijn vader ging daar heen want het was natuurlijk een vreselijke puinhoop en die kwam 's avonds thuis en die zei: "Dat is ook wat!" En ik weet niet of jij dat ook nog weet, maar ze kwamen terúg om te bombarderen, dus ze waren aan het opruimen met een stel vrijwilligers, en toen kwamen ze om drie uur 's middags kwamen ze terug en toen moesten ze heel erg snel vluchten en toen heeft mijn vader dus de uitweg gevonden in het talud van de singel, tegenover het museum.

Mevrouw Perquin:
#00:13:34# Nou, er zijn er toen ook weer...eh....overleden ook die helpers.

Heer Perquin:
#00:13:38# Ja, hoor, dat was .. dat konden die Engelsen ook niet weten, maar dat was natuurlijk wel heel erg dat, ja, dat het gebeurde op dat moment. Ik heb ook het bombardement gezien - op afstand - op het Kanaalweg. Ik woonde dus, wat ik zei, in de Ridderstraat en dat is vrij dicht bij de Kanaalweg, ik was bij een vriend aan het spelen op de Lorentzkade en wij zagen dus daar inderdaad de bommenwerpers, bommenwerpertjes - het waren kleine vliegtuigen, naar beneden duiken en dan zag je zo die bommen d'r uitvallen. De scherven vlogen in de buurt en wij vonden later bij ons in de tuin toch wel een vrij grote scherf ván dat bombardement, dus het was best wel betrekkelijk dichtbij: drie-vierhonderd meter. Maar echt ellende hebben wij d'r niet van gehad. Als je praat over echt ellende, dan moet ik zeggen dat wij dat in de oorlog eigenlijk niet gehad hebben. Dat was niet een vreugdevolle tijd natuurlijk, de ouders hadden spanning, eh: je had spanning over het eten, je had spanning over de toekomst...

Mevrouw Perquin:
de razzia's, omdat je vader weggehaald werd of de broer...

Heer Perquin:
Ja, ik weet nog over razzia's - zo schiet je steeds weer wat te binnen - dat is de bedoeling ook misschien van dit verhaal. Ik ging met mijn broer naar opa op de Breestraat op de fiets. Mijn oudere broer, mijn broer Sjef die is vier jaar ouder, dus ik was toen zeg maar, zeven jaar en hij zal elf geweest zijn

Interview met de heer en mevrouw Perquin deel 2


Heer Perquin:
#00:00:01# allebei op de fiets mét luchtbanden nog - dat was toen ook al iets aparts natuurlijk, want je had op een moment had je alleen maar een rubberen tuinslang om je velgen heen en op een gegeven moment wij op de Breestraat, nét voorbij Kreymborg - ik zie het nog voor me, het was op de hoogte van bij de apotheek, dat heette toen Apotheek Boekweit, ik weet niet hoe die nu heet, maar in ieder geval, en daar staan een stel Duitsers, ik wil iedere keer Moffen zeggen maar ik zal proberen het bij Duitsers te houden, en een grote man met zo'n platte pet op, dus het zal een officier geweest kunnen zijn, die geeft een stopteken, en mijn broer moet afstappen, die is zijn fiets kwijt, en ik denk "verdomme, dat gaat niet goed", dus ik schiet gelijk dat steegje daar in - de Diefsteeg - en ik rijd achterom naar het Rapenburg toe en ik bel aan, aan de achterkant kan dat, van de Breestraat naar de Langebrug, het huis van opa dus en ik zeg: "Opa, opa, de fiets van Sjef gestolen!" En Sjef kwam inmiddels aan de voordeur, huilend, die was z'n fiets kwijt. Later is mijn vader naar de Ortskommandant toegegaan om te praten, met een fles jenever, en ik dacht aanvankelijk dat die die fiets meegenomen had - ik moet dat corrigeren - hij kon 'm niet meenemen maar hij heeft hem wel op slot gezet. Dus dat was zijn gram, dus hij had het wel gewild. Hij denkt "nou, ik niet, jullie ook niet!" Ik dacht aanvankelijk dat 'ie ..... maar ik heb dat later nagevraagd en toen bleek dat dat toch inderdaad niet zo was. Die jenever was kennelijk niet deftig genoeg.

00:01:29 Maar, eh, wat kan ik nog meer vertellen. Joden? We hadden natuurlijk....we woonden in...bij ons in de buurt vlak bij het Jodenweeshuis (red. Joodsweeshuis) en daar vandaan natuurlijk vrij veel jongere kinderen en ook oudere, die daar dus rondom het huis liepen, toen moest.... Die woonden daar ook, die kinderen en die hadden van die sterren op. Daar had je natuurlijk vreselijk veel medelijden mee. Nou, goed. Als kind ervaar je dat toch anders, eigenlijk als dat je dat later ervaart. Je voelt dan niet de smart en de pijn die die mensen gehad moeten hebben, maar goed, daar ben je kind voor. Jij nog wat?

Mevrouw Perquin
#00:02:05# Nee, over de (…) nee...

Heer Perquin
#00:02:07# Hongerwinter. Ik weet, dat er natuurlijk een hoop mensen waren, die het slecht hadden. Ik bedoel, dat is geen nieuws. Ik weet nog dat hier, vlakbij op de hoek bij de Fruinlaan, tegenover het gymnasium, er stond dan de uitgifte van de gaarkeuken. Daar stond dan een grote pot, kan ik me herinneren, een grote pan op tafel en dan kwamen de mensen met pannetjes kwamen het daar ophalen....

Mevrouw Perquin:
#00:02:30# ..die had je overal die tenten....

Heer Perquin:
#00:02:31# ...jaaa, ok, maar ik weet dat dit....

Mevrouw Perquin:
#00:02:32# ..ja, ja,ja, ja,ja...

Heer Perquin:
#00:17:33# ja, maar ik weet dat dit - in mijn herinnering dan - en daar was ik dus een keer niet of xxxxx, maar ik was daar toevallig in de buurt, denk ik, aan het spelen of wat en na afloop dan - of eigenlijk al tijdens het scheppen dan zag je mensen met de vinger ....het van de straat oplikken datgene wat gemorst was. Dus er was echt wel hónger. En dat konden wij ons natuurlijk niet zo voorstellen, maar dat beeld heb ik nog heel goed voor ogen, dat ik dacht: dan moet je toch wel echt honger hebben als je tot die actie overgaat.

Mevrouw Perquin:
#00:03:06# Ja, zo heb ik ook die hongerwinter ervaren. Wij hebben niet echt honger gehad, maar je zag wel kinderen om je heen die wel honger hadden en die stonden te huilen van de honger en we hadden ook altijd kinderen aan tafel. Inderdaad. Dat ging ook goed.

Heer Perquin:
#00:03:20# Een ander onderwerp: in de hongerwinter of misschien daarvoor al was het bomen zagen. D'r was dus vreselijk gebrek aan brandstof, ik bedoel, ja, nogmaals wij minder natuurlijk, maar d'r was weinig brandstof. Het wonderkacheltje. Ik weet niet of je die kreet kent...dat was een heel klein....dat was, ja zeg maar een grote pan....

Mevrouw Perquin:
#00:03:49# ...zo...in het rond...

Heer Perquin:
#00:03:50# ja, in het rond en die was zo ingenieus gemaakt, dat...je had met een heel klein beetje hout wat je d'r in stookte of...whatever je brandde...en door de circulatie van de lucht die ze er ingebouwd hadden, had je - nou, 100% is overdreven, maar een enorm hoog rendement van je brandstof. En die wonderkacheltjes, wie ze gemaakt heeft weet ik niet, ze waren er, nou die werden heel veel gebruikt. En de kreet wonderkacheltje, dat was natuurlijk een heel normale kreet.

Mevrouw Perquin:
#00:04:18# Ja, mensen tegenover ons in het huis, die hadden een slaapkamer klein gemaakt - ze hadden d'r een hokje van gemaakt, het was in de winter - en daar dat wonderkacheltje...en dan konden ze dat hokje warm houden. Want, zo kon je er geen kamer van warm houden. En in de zomer kookten ze op die ...nou, ik denk in de winter ook wel...maar er werd ook op gekookt toen er geen gas meer was.

Heer Perquin:
#00:04:41# En dan kon je met relatief weinig brandstof....Maar in ieder geval, ik begon met te zeggen bomen zagen en er werd natuurlijk heel veel bomen ook - clandestien - zelfs grote bomen op de Witte Singel...We hadden een kennis op de Witte Singel wonen en die had met een groep mensen in die buurt daar, hadden ze met z'n allen zo'n grote boom omver gehaald. Werden gesnapt door de Duitsers natuurlijk, maar kort en goed, ze hebben wel die boom omlaag gehaald. Maar bij ons in de buurt had je allemaal van die kleine boompjes op de stoepen staan. Nou, die waren echt allemaal weg. En ik kan me dat nog goed herinneren: ik was in die tijd was ik misdienaar en ik liep dan in het donker, want het was natuurlijk...het was écht stikkedonker in die winter, want iedereen moest verduisteren, lantaarnpalen brandden niet en..hè, dus het was écht in de wintertijd was het goed donker. En als ik dan 's ochtends vroeg naar de kerk (red. Petruskerk) moest om te helpen met mis dienen, dan moest ik in het donker mijn weg vinden en dan moest ik altijd goed opletten voor die gaten die als het ware in de stoep gemaakt waren, doordat die bomen er uitgerukt waren. En dat was écht opletten geblazen en je moest - bij wijze van spreken - bijna je stappen tellen en zeggen: let op, er komt weer zo'n gat.

Mevrouw Perquin:
#00:05:49# Ja, het was zo donker, dat een bekende van ons, van mijn vader, een Berger - Theo z'n oma - die op de Mare, is ze in het water gelopen. 's Nachts, 's avonds kwamen ze ergens vandaan en ze hadden dat hele water niet gezien. Gewoon een grote...grote plas daar op die Mare. En ze zijn d'r allebei in gevallen, maar hij is er nog uit kunnen komen en zij niet. Zij is verdronken. En....zó donker was het! Je kon écht geen hand voor je ogen zien.

Heer Perquin:
#00:06:19# Ik kan me ook herinneren, dat - in dit verband weer - mijn vader had....ook weer geruild, denk ik....een zogenaamde knijpkat. Daar kon je in knijpen en dan gaf dat licht....

Mevrouw Perquin:
#00:06:30# ...kan je nóg wel kopen...

Heer Perquin:
#00:06:31# ...nou, dat was toen natuurlijk een ding, die was...hij léék van goud, want zo kostbaar was die doordat die zo zeldzaam was én licht gaf zonder dat je daar eigenlijk veel voor nodig had. Dus ik, stiekem, die knijpkat gejat - nee, niet gejat, meegenomen toen ik naar de kerk toe ging en ik liep te knijpen met dat ding..ik denk: nou, het zal me niet gebeuren, dat ik weer val in zo'n gat. Da's niet gebeurd, maar in ieder geval. Kom ik bij de kerk en staat daar een grote kerel en die zegt: "Geef hier dat ding!". Dat, ik moest, ja, ik kón niet anders, ik moest dat ding afgeven. Nou, dat was natuurlijk een rámp, want hoe vertel ik het mijn vader? Nou, dat was van dik-hout-zaagt-men-planken! En die knijpkat was..eh...was finito. Ja. Goed.
Weten wij nog meer van de hongerwinter?

Mevrouw Perquin:
#00:07:21# Eh, nou, we hadden razzia's...

Heer Perquin:
#00:07:22# Razzia's, ja...

Mevrouw Perquin:
#00:07:24# ...dat was ook angstig.

Heer Perquin:
#00:07:27# Dat hebben wij eigenlijk , eigenlijk maar één keer gehad. Hebben jullie thuis wel eens een razzia gehad? Dat ze binnenkwamen...

Mevrouw Perquin:
#00:07:31# ...binnenkwamen! Ze hebben àlles onderzocht en....ik had een paar schoen, daar was de zool helemaal van los, had die Duitser stond zo met die schoen...nou, die hoefde die niet. Maar ook, dat de jongens en de mannen een goed heenkomen moesten zoeken, en dat hóórde je, dat werd gauw doorverteld dat er een razzia was. En wij woonden daar dan op die Marislaan en daar kon je - als je bij ons de voordeur en dan de keuken uit, dan kon je al die tuinen langs, dus zodra er razzia was, dan zetten wij die deur open en dan konden de mannen die daar langskwamen, die konden d'r zo door inschieten....verdween het wel ergens in die tuinen. Dat hadden die Duitsers of niet in de gaten of zijn er nooit achteraan gegaan. Maar dat was altijd wel angstig als je dat woord weer hoorde. Ja. Wie d'r dan weer opgepakt werden en dan dacht je als ze opgepakt werden, dat was een heel triest gezicht.

Heer Perquin:
#00:08:26# Als ik dan ook even terugdenk aan de oorlog als kind...eh...wat natuurlijk - als ik nu door mijn oude geboortestraatje rijd, dan kan ik er net aan met een fiets bij wijze van spreken doorheen moet. Ik bedoel, met een auto wordt het al moeilijk. Maar in die tijd was er in de hele buurt was er natuurlijk geen auto te bekennen, want die waren er gewoon niet, dus wij konden volop op straat spelen en dat was, ja, je zou haast zeggen één van de voordelen van de tijd. Wij konden voetballen op straat. Ja, en we hadden....en ja, we gooiden elke keer met keien...niet met keien, maar we hadden...dan maakten we een T van die keien en dan moest je proberen die om te gooien. Dat soort dingen waren natuurlijk allemaal mogelijk, want d'r was geen enkele belemmering op die straat. Iedereen kon daar natuurlijk vrij zijn gang gaan. En vliegeren! Dat deden we ook heel veel. En dan hadden we papiér-touw. Ik bedoel...normaal wordt touw, ja, van hennep gemaakt denk ik of weet ik veel wat, maar dat was papiertouw, dus dat was in elkaar gedraaid wel, maar dat was van dun papier. Nou, du moment dat er een beetje een rukwind was, hup, daar ging je weer natuurlijk. Dan moest je weer er achteraan hollen, want dat touw dat brak. Wat, wat...ik heb daarnet verteld over mijn neven, die 's avonds naar die radio kwamen luisteren...Ik weet nog goed dat, die hadden thuis geen elektra en die hadden in dat huis - en dat gebeurde meer, denk ik - een fiets staan: een soort hometrainer zou je nu zeggen en daar zat een dynamo op en dan moesten ze om de beurt trappen en dan brandden er in dat kamertje twee van die fietslampjes. En dan was het steeds vechten van joh, Jan, nou moet jij. Joh, Toon, nou moet jij. En dat was vechten om wie dan de beurt had: ja, hoor, ik heb net gefietst. Nee, hoor...Want ze zaten in het donker als er niet iemand fietste. Nou, die ellende hadden we ook weer niet. Ik bedoel, het lijkt wel alsof we het altíjd goed hadden, maar zo was het ook weer niet, maar...Mijn vader die was zo handig geweest om, ja wat ze tegenwoordig doen in de hennepkwekerijen om dus op een gegeven moment buiten de meter om stroom te pikken. We hadden in de straat iemand wonen, ene meneer van Rijkdom en die werkte bij de lichtfabriek, bij de...op de Langegracht. En die man die moést stroom hebben, omdat hij 's nachts opgeroepen kon worden omdat er dan stroom uit zou kunnen vallen en hij was dus in de technische dienst, zeg maar, oproepbaar. En, mijn vader had uitgevonden dat als dan op een gegeven ogenblik in de groepenkast...moest er dan één groep zijn, waar dan toch nog stroom op staat, hè, want wij waren allemaal afgesloten maar doordat die man aan de overkant stroom had, moest er ergens op die kabel nog stroom zitten. Dat wist hij dus te vinden, dus hij pakte die ene stroomkabel op, buiten de meter om en wij hadden dus licht in huis. 's Avonds zat mijn moeder...sokken te stoppen...ik noem maar wat of wat anders te doen bij een behoorlijk licht en dan ging de bel en dan riep mijn moeder: "Herman, Herman, het licht moet uit!" Zo hard, dat iemand aan de deur het bijna kon horen, maar - in ieder geval - het licht uit en dan kwam iemand binnen - vaak waren het gelukkig bekenden - en dan zat mijn moeder sokken te stoppen bij een kaarslicht! Ja, dan gaat het natuurlijk ook niet goed., dus...Nou, zodra het dan weer kennissen waren of buren, dan werd het licht weer aan gedaan. En dan: "goh, hebben jullie licht daar?" Dus dat verhaal ging heel snel de straat door. Kwam mijn vader's idee bij Pietje, bij Jantje, bij Keesje, bij Arentje. Op een gegeven ogenblik kwam het toch wel uit, want het bleek dat die meneer van Rijkdom in zijn eentje qua stroomvolume meer gebruikte als dat hij ooit in zijn hele leven kón gebruiken want we zaten allemaal aan die kabel te....Nou, toen hield dat op. Toen werd hij afgesloten en toen kreeg die een kabel uit de lantaarnpaal. Dat zag je wel meer in de stad: lantaarnpalen, die, vreemd genoeg, brandden in de oorlog maar dat was dan niet in de hongerwinter, denk ik. Maar hij kon...want hij kreeg een...want ik weet nog dat een kabel over de straat liep, want de lantaarn stond bij ons. En dan had hij dus via die kabel, stroom en wij dus niet meer. Toen hebben wij dus een carbid lamp, had mijn vader geregeld. Moest je dan....

Mevrouw Perquin:
#00:12:34# ...dat hebben wij ook gehad, ja...

Heer Perquin:
#00:12:35# ..dan moest je dan - ik meen met water en carbid - en dan ging dat gisten en dan kreeg je gas en dan, nou, dat stonk als de pieten natuurlijk. Dus toen hebben we later, dat was tóch weer niet de oplossing die ideaal was, toen hebben we weer butagas gehad. Butagas, een fles Butagas en mijn vader die scharrelde dat weer ergens bij elkaar, maar daar was het probleem weer: daar had je van die kousjes en als je dan maar heel even aan dat kousje kwam, dan was dat kousje stuk. Dat heette een kousje en het was een soort, ja een bolletje....

Mevrouw Perquin:
#00:13:03# dat was in een petroleum...

Heer Perquin:
#00:13:04# ...die bolletjes, nou ja, maar het enge was dus...maar het waren allemaal toch wel ellende. Electra was toch wel een stuk beter. Maar we hadden wel altijd behoorlijk licht. Niet op de slaapkamer natuurlijk, dus dat was.. ja, je vond je weg eigenlijk in het donker. Ja.

Mevrouw Perquin:
#00:13:18# En zo gingen we naar de voedseldroppings toe...

Heer Perquin:
#00:13:20# Oh, ja! Ja, dat hebben we ook gehad.

Mevrouw Perquin:
#00:00:18# Die heb ik ook zien vallen: de witte broden enne...dat was allemaal daar bij dat Schuttersveld. dus je zag al die....En ik verbaasde me...ik kan me herinneren, dat ik me erover verbaasde, dat we zo snel brood kregen daarvan. Er heeft nooit een lange tijd tussen gezeten. Ik weet niet hoe lang, maar ineens was er wit brood, dan kreeg je een half wit broodje daar moest je de hele week mee doen en mijn moeder zei: "En nou ieder krijgt z'n eigen broodje." En dan moest je zelf maar zien hoe lang je er mee deed, dus...heel zuinig...Een pakje roomboter kregen wij erbij, dacht ik.

Heer Perquin:
#00:13:53# Roomboter?

Mevrouw Perquin:
#00:13:54# Ja, ja, ik weet zeker dat er roomboter bij was. En nou, dat was een traktatie. Het was gewoon een enorme traktatie.

Interviewer:
#00:014:05# Weet u iets over Dolle Dinsdag?

Mevrouw Perquin:
#00:14:08# Ja. Dat was echt toen euforie. Dat woord kende ik toen nog niet, maar het was het wel. En, ja, je werd binnenkort - binnen 1 of 2 dagen zouden we bevrijd zijn - ze zaten al in België en toen zaten ze al in Brabant en toen op een gegeven moment zaten ze zelfs in Den Haag. En toen was het over. Toen was er helemaal niets aan de hand. Ik weet, er woonde een NSB-er - een echtpaar - bij ons met twee kinderen in de straat, die verdwenen wel die dag. Waar ze gebleven zijn ooit, dat weet ik niet meer, ze zijn gewoon gevlucht. En...maar verder, toen moest het ergste nog komen na die Dolle Dinsdag. Toen zakte iedereen een beetje in elkaar, dat dat niet....waar was...

Heer Perquin:
#00:14:50# Ja, en dat was in november of zo...

Mevrouw Perquin:
#00:14:52# Eh, nee, in september, dacht ik...

Heer Perquin:
#00:14:53# In september alweer? Moet je nagaan, dan heb je nog....ja, toen kwam het ergste nog. Ja, ik kan me dat....


Interview met de heer en mevrouw Perquin deel 3


Mevrouw Perquin:
#00:00:03# ...Ja, toen moest het ergste nog komen, eigenlijk.

Heer Perquin:
#00:00:05# Ja, ik kan me dat ook heel goed herinneren: de blijdschap die er toen was eigenlijk en de verwachting van nou is het over. Ik weet ook goed, dat ik in...op het Gangetje - hoe ik daar kwam, weet ik dan weer niet maar misschien omdat ik, ik zat op het Rapenburg op school dus ik denk dat ik daardoor in de buurt was - daar had je tegen een blinde geval had je van die ruit-etalages, dus dat waren van die kasten, zeg maar etalage-kasten, die daar dan tegen de muur hingen en ik weet nog, dat mensen die boos waren daar dus in hun boosheid al die ruiten aan gort sloegen. Als kind vond ik dat heel beangstigend, want dat was écht - buiten de vreugde - was er natuurlijk ook haat, want er liepen nog Duitsers door de stad en die liepen er nog rond. En ja, het heeft een dag geduurd, denk ik. Ik bedoel, het was diezelfde avond was het alweer over. Maar het was inderdaad toen even een vreugdestemming, maar - ten onrechte - helaas.

Mevrouw Perquin:
#00:00:57# Ja, dat was een hele domper toen dat niet doorging. Ja.

Heer Perquin:
#00:01:02# Ja, maar ik weet nog....

Mevrouw Perquin:
#00:01:03# Ze waren d'r nog helemaal niet, dat was...Ik denk, dat het toen was toen ze in Normandië geland zijn en dat ze toén dachten....

Heer Perquin:
#00:01:08# nee dat was daarna, ze zaten al in Brabant, want ik denk dat in die tijd....

Mevrouw Perquin:
#00:01:13# Ja, dat zuiden was al bevrijd. Ja.

Heer Perquin:
#00:01:04# ..het zuiden was al bevrijd, want wij hoorden...

Mevrouw Perquin:
#00:01:18# Ja, maar dat was na de landing in Normandië denk ik ....

Heer Perquin:
#00:01:20# Jaaaa...

Mevrouw Perquin:
#00:01:22# ....dat ze toen verder opgerukt zijn en toen dachten ze: ze komen wel verder ook, maar dat ging dus even niet....

Heer Perquin:
#00:01:24# ..maar ik geloof dat ze toen eerst richting Groningen gegaan zijn. Ik dacht dat ze...

Mevrouw Perquin:
#00:01:28# ..dat weet ik niet.

Heer Perquin:
#00:01:30# Ik dacht dat Groningen en Friesland eerder bevrijd waren als Zuid-Holland, maar dat weet ik niet zeker. Maar ik kan me dat nog goed herinneren. Ik weet, dat was weer na die radio, dat wij dus elke avond ook naar die radio luisterden, althans mijn ouders. En wij lagen er ook weleens bij, domdomdom dat geluid zit nog helemaal in mijn geheugen gegrift. Dat hoorde je iedere keer: je kent dat geluid.. En dan werden we op de hoogte gehouden met de vorderingen van de Duitsers maar op dát moment was er een ineens een rumour, een gerucht hè, dat er inderdaad zoals Riet zegt dat ze bijna voor de deur stonden. Nou, dat is helemaal niet waar geweest.
00:02:08 En die voedseldropping kan ik me ook nog herinneren, daar is mijn vader toen nog - ook weer als vrijwilliger - bij geweest om die....dat was op vliegveld Valkenburg. Ja, dat was.....

Mevrouw Perquin:
#00:02:18# Nou, ik zag die vliegtuigen en ik zag ze vallen, maar ik weet niet waar ze...

Heer Perquin:
#00:02:21# ...Nee, dat was op Valkenburg, dat was ook aangekondigd want het was met toestemming van de Duitsers...

Mevrouw Perquin:
#00:02:26# Het was niet zover weg, natuurlijk....

Heer Perquin:
#00:04:20#...he, ik bedoel, ze waren dus er wel van overtuigd dat wij dus toch wel heel erg veel honger hadden. Ik heb het over wij - in brede zin - en dan werden die voedseldroppings werden toegestaan. Inderdaad kwamen daar toen - ik weet niet of dat toen al die broden waren - ik weet wel die blikken met al die kaakjes...

Mevrouw Perquin:
#00:02:44# Ja, dat waren die kaakjes ook....

Heer Perquin:
#00:02:45# ..he, als kind vond je natuurlijk heerlijk....

Mevrouw Perquin:
#00:02:46# Ik dacht dat dat ná de Bevrijding was.

Heer Perquin:
#00:02:48# En die blikken daar hebben nog jaren mee gespeeld, he. Dat waren die vierkante blikken en daar kon je dus een vlot van maken en dan kon je er alle kanten mee op. Dat was leuk spul: van die hele dunne, ja, ....

Mevrouw Perquin:
#00:02:58# Ja, ik weet wel met, eh...

Heer Perquin:
#00:03:00# ...ja, aluminium of wat was het....

Mevrouw Perquin:
#00:03:03# ...een rond gat...

Heer Perquin:
#00:03:05# Ja, het was een rond gat van aluminium, dat was zo, ja. Ja. Goed, wat hebben we nog meer?

Mevrouw Perquin:
#00:03:09# Ja, en herinneringen, hè?

Heer Perquin:
#00:03:10# Hebt u nog vragen of iets?

Interviewer:
#00:03:11# Ja, weet u iets over de moord op Flu?

Heer Perquin:
#00:03:13# Oh! Ja! Die moord op Flu. Ja.

Mevrouw Perquin:
#00:03:17# Jaaa, hij kwam mij....wij kregen te horen, dat was gewoon in de straat van de kinderen en misschien van mijn ouders dat weet ik niet, dat er was een arts vermoord en dat maakte heel erg veel indruk. En hoe het gegaan was weten we niet en dat verhaal hebben wij nu pas, kort, helemaal gehoord hoe dat...

Heer Perquin:
#00:03:36# via de filmclub

Mevrouw Perquin:
#00:03:37# ....via de filmclub, uiteindelijk. Ja.

Heer Perquin:
#00:03:41# Nou ja, ik het me ook heel goed herinneren dat, inderdaad, je ouders er over spraken dat Flu vermoord was......

Mevrouw Perquin:
#00:03:47# Ja, het was toen echt verschrikkelijk!

Heer Perquin:
#00:03:49# temeer daar de meneer Flu, of die dokter Flu, betrekkelijk kort bij ons woonde natuurlijk, die woonde op de Lammeschansweg in hetzelfde buurtje, dus die mare kwam wel over. Mijn ouders kenden hem persoonlijk niet, ik bedoel dat kan ook niet natuurlijk, want je hebt heel veel artsen, maar het was wel een inslag. Ja, het was wel heel erg.

Mevrouw Perquin:
#00:04:07# Ja.

Heer Perquin:
#00:04:08# Wat ik me ook heel goed kan herinneren is dat - wie was het nou, die naam ontschiet me nou ineens - die naar Engeland vluchtte. Seyss Inquart (red. Arthur Seyss Inquart was Rijkscommissaris van Nederland)?

Mevrouw Perquin:
#00:04:18# Is Seyss Inquart gevlucht naar Engeland?

Heer Perquin:
#00:04:20# Ja, precies en toen één....

Mevrouw Perquin:
#00:04:20# Die zat in Leiden?

Heer Perquin:
#00:04:24# Of was het nou Hess. Ja. Hess was 't! Dat één van die Duitsers gevlucht was naar Engeland, dat was ook een hele...ja....dat was ook hoopgevend....Ja, ik weet dat die man - hoe die man daar gekomen is weet ik niet - maar ik weet dat er een vrij hoogstaande, althans, echt, ja, Rudolf Hess! Ja, Rudolf Hess. dat schiet me te binnen. Seyss Inquart, dat is verkeerd, dat was de Ortskommandant toen, geloof ik, hè?

Mevrouw Perquin:
#00:04:53# Ja, hier in de buurt.

Person 1: de heer Perquin
#00:04:54# Ja, hier in de buurt, geloof ik. In de Boerhaavelaan, dacht ik. Nee, maar die Hess dat kan ik me nog herinneren.....

Mevrouw Perquin:
#00:04:59# Zes-en-een-kwart noemden we hem altijd, want we konden die naam helemaal niet zeggen, dus we noemden hem Zes-en-een-kwart.

Heer Perquin:
#00:05:06# Ik weet nog dat...op de Korevaarstraat had je een bakkerij, de Coöperatie heette dat, nu geloof ik Coöperatie Vooruit. Daar werd dat Duitse brood gebakken en dan kwam dus - ik zie het weer zo voor me, waarom weet ik niet - maar dan stond er een grote vrachtauto onder, langs de stoep zeg maar of op de stoep en dan werden van boven - waarom weet ik niet - maar van boven werden dan die broden naar beneden gegooid en die dingen werden dan, hop, en die werden dan in de vrachtauto geladen. En af en toe viel er wel eens een brood en dan was er altijd wel weer een klein jongetje of een meisje die aan kwam rennen, het broodje pikte en wegrende en dat was dat zure Duitse brood. Ik vond het niet om te eten, maar ik heb het kennelijk ook wel eens een keer gegeten maar ik vond het niet lekker. Maar dat was inderdaad, ja, honger, honger....

Mevrouw Perquin:
#00:05:53# Over schaarste gesproken: vroeger werd natuurlijk ook veel gerookt en ik weet wel dat .....ik heb ze ook wel eens gezocht maar niet voor mijn eigen vader, want dat vond ik te vies, maar mijn buurkinderen dat je peukjes ging rapen in de straat en dat ze daar dan weer nieuwe sigaretten van gingen maken. En dan in het spoor om kooltjes te zoeken....

Heer Perquin:
#00:06:13# Ja, dat heeft mijn vader zelfs nog gedaan. Die oude sintels van de locomotieven, maar...eh....Er waren ook mensen die zelf tabaksplanten in de tuin hadden staan en dat droogden en sneden en dan ja, dus...ja, soort sigaretten van maakten.

Mevrouw Perquin:
#00:06:30# Nou, het waren echte tabaksplanten....

Heer Perquin:
#00:06:32# Hoe heette Duitse...,dat sigarettenmerk nou?

Mevrouw Perquin
#00:06:34# Consi (red. surrugaatkoffie)

Heer Perquin:
#00:06:35# Consi! Consi!Consi!! Ja....

Mevrouw Perquin:
#00:06:37# ik weet niet of dat van na de oorlog was...

Heer Perquin:
#00:06:38# ja, dat was van na de oorlog, rond die tijd in ieder geval. Ja, roken....maar mijn vader, ik weet niet of die rookte, maar....dat kan ik...ja, volgens mij wel....maar ik heb nooit, nooit eigenlijk dat als een probleem gezien in het gezin. Van: hoe kom ik nou aan rookwaar? Dat...

Mevrouw Perquin:
#00:06:52# Nee, dat weet ik ook niet.

Heer Perquin:
#00:06:54# Nee, dat kan ik me niet herinneren. Ook niet uit de kennissenkring. Er werd eigenlijk altijd maar over eten gesproken, maar nooit over roken.

Mevrouw Perquin:
#00:07:00# Dat was niet zo belangrijk eigenlijk natuurlijk. Dat had je niet nodig.

Heer Perquin:
#00:07:02# Nou ja, kennelijk wel, maar ze...

Mevrouw Perquin:
#00:07:05# Ja, peukjes rapen, maar dat deden we niet....

Heer Perquin:
#00:07:07# Ja, nee, maar daar was iemand die daar behoefte aan had. Had u nog iets op het lijstje staan?

Interviewer:
#00:07:15# Kunt u iets herinneren over de bevrijding?

Mevrouw Perquin:
#00:07:18# Ja, dat was een sfeer van euforie. Toén waren we zo blij! Tenminste, ik, ja...de hele straat...alles was...iedereen was buiten en er werd gedanst en gehost en naderhand kreeg je die bevrijdingsfeesten. In iedere buurt apart. Maar.... ja, dat was echt...toen was het echt...Ja, dat...eh...

Heer Perquin:
#00:07:39# Ik weet nog, dat ik hier op de Hoge Rijndijk, tenminste, vlakbij hebben we...stonden we dus in, ja, rijen van tien zou ik haast zeggen en daar kwamen dus de Canadezen binnen en dan...nou ja, ik heb ook de films gezien, hè, dus je moet opletten dat je het niet verward, hè? Want daar heb je natuurlijk heel veel herinneringen aan, omdat je de films gezien hebt. Maar ik weet wel, dat ze daar op de Hoge Rijndijk binnenkwamen, dat kan ik me nog goed herinneren...Ik weet ook, dat mijn oudste zus, die is dus zes jaar ouder als dat ik was, dus die was zeventien die is ook op zo'n kar gekropen - dat deden al die vrouwen, al die meiden deden dat toen - en die is ook meegereden helemaal tot aan Oud Poelgeest!

Mevrouw Perquin:
#00:08:14# Ja, maar daar heb ik ook op gezeten: ik ben op de Breestraat opgestapt. Je werd gewoon op die jeep...allemaal, al die meisjes - en jongens ook - toen tot aan...

Interviewer:
#00:08:24# (...) natuurlijk.

Mevrouw Perquin:
#00:08:24# Ja, we waren elf!

Heer Perquin:
#00:08:26# De jongens die werden zo, eh, die werden er gewoon van afgeschoven.

Mevrouw Perquin:
#00:08:30# Ja, maar we kregen chocola en snoepjes...

Heer Perquin:
#00:08:32# Oh, ja, jullie wel! Ja. Ja. En sigaretten kon ook! Ja, die bevrijding dat was natuurlijk ...

Mevrouw Perquin:
#00:08:38# Ja, dat was natuurlijk weer een paar dagen na die dag, na de tiende...na de vijfde mei.

Heer Perquin:
#00:08:44# Ja. En dan daarna, wat Riet ook zegt: de bevrijdingsfeesten, hè? Ik weet nog dat was op de Beestenmarkt, hoe ik daar dan weer kwam weet ik dus niet, maar daar stond een radio ín het kozijn en dan...die stond dan hard aan en de mensen op straat allemaal dansen en doen. Hier in de buurt, op het plein hier, in de buurt is een groot plein daar was een groot podium opgericht, dat was...ja, naar mijn gevoel, wekenlang feest. Het zal wel niet zo lang geweest zijn...

Mevrouw Perquin:
#00:09:09# Nee, want het was...het ging om de buurt! Ik denk dat ze dat met elkaar afspraken.

Heer Perquin:
#00:09:12# Ja, maar dan kwam er een muziekkorps en dat...en inééns herleefde dat ook allemaal weer! Dat is ook zo heel raar. Ik bedoel, ja, ik weet ook dat hier in de buurt, daar heb ik zelfs nog een filmpje van, niet zelf maar gekregen van iemand, had je een optocht en verkleedpartijen. Mijn vader die was ....

Mevrouw Perquin:
#00:09:20# ..ik was kozak.

Heer Perquin:
#00:09:30# Oh, ik was konijn. Nou, verschil moet er zijn. Maar, konijntje. Maar mijn vader was gèk van Charly Chaplin, waarom weet ik niet, ja, ik heb het een beetje van hem over....want er staat hier in de gang staat een Charly Chaplin, maar...eh....die verkleedde zich als Charly Chaplin en dan ook zo met dat stokje zo draaien, dus..Er werd een voetbalwedstrijd, waar wij nu wonen hier, dat was toen weiland en er was toen een verklede voetbalpartij, dat kan je op die film allemaal zien en dat heb ik allemaal direct uit herinnering...Ik zei al, je moet een beetje opletten met die dingen dat je dat niet verwart, hè, je weet natuurlijk een hoop dingen omdat je ze gezien hebt, veel later. Dat is overigens niet wat betreft de oorlog, want toen waren die materialen er niet natuurlijk. Maar dat is het zo'n beetje, denk ik. Hmmmm...resumerend heb ik het dus wel als een angstige tijd gezien, althans de angst bij mijn ouders gezien, ik...maar ik heb toch ook heel veel léuke herinneringen aan de oorlog, gek genoeg. Ik heb u verteld over het spelen op straat, de gezelligheid in de straat, hè, de saamhorigheid bij de mensen, dat waren toch wel pluspunten...

Mevrouw Perquin:
#00:10:48# Dat had je vroeger wat meer, natuurlijk.

Heer Perquin:
#00:10:50# Ja, en al met al: geen honger gehad, dus...

Mevrouw Perquin:
#00:10:56# Toch ook de angsten. Ik weet wel, dat een vader van een vriendinnetje was opgepakt en we wisten dat ze ergens in een school zaten die allemaal opgepakt zijn en dan ging je met d'r mee: kijken of ze d'r vader kon zien voor de ramen ergens. En dat soort dingen, dan was je altijd bang voor je eigen vader dat 'ie opgepakt werd. Of je broers. Ja, of ja...een beetje angst. Ik vind dat ik altijd angst gehad heb in de oorlog.

Heer Perquin:
#00:11:17# Ja, als kind ervaarde je dat niet zo. En voelde je dat niet zo. Ik..ik weet bijvoorbeeld wel, nou je dit hebt over oppakken, dat één van die twee neven - die pulpeters, zeg maar - die was ook een keer opgepakt en dat gebeurde toendertijd heel veel kennelijk en die is onderweg ergens uit de trein gesprongen. Dat hoorde je wel meer, hoor, dus dat was geen unicum, maar...en dan terug lopen natuurlijk. En die kwam dan toch gewoon weer thuis. Ik bedoel, dat was dus...hij werd gewoon opgepakt in de massa, niet omdat hij hij was, maar gewoon, omdat, ja, hij was een jongen die nog in staat was om te werken - hij was een jaar of 17-18 - dus dat waren de mensen die ze nodig hadden, die werden op een trein gezet, niet zozeer om naar kampen te brengen, maar meer om dan in Duitsland te werk gesteld te worden. Overigens, ook dat weer, he? Je had natuurlijk....mijn vader was volgens het paspoort tien jaar ouder als dat 'ie was. Er was natuurlijk een levendige handel in clandestiene paspoorten, valse paspoorten..Mijn vader die was, eh, nou ja ik weet niet hoe oud, maar hij viel in ieder geval buiten de norm om opgepakt te worden en dat was natuurlijk een bepaalde leeftijd. Ik weet ook, dat mijn vader - wij hadden in de oorlog vrij lang telefoon - dan waren er altijd in de buurt was er maar één die telefoon mocht hebben. Dat was de zgn. blokhoofd en dan werd er op de muur, naast de deur, werd een T geschilderd, een witte T en dan wisten de buren dus, hè, want ja als die dus iemand of iets nodig hadden in tijd van nood: ziekenhuis.... vul maar in, dan konden ze bij dat blokhoofd konden ze bellen.

Mevrouw Perquin:
#00:12:52# Was dat niet ná de oorlog?

Heer Perquin:
#00:12:53# Nou ja, dat was ín de oorlog ook. Ik zie die T nog zo op de muur. Ik bedoel, na de oorlog was alles weer vrij snel hersteld natuurlijk. Nou ja, blokhoofd.

Mevrouw Perquin:
#00:13:04# Blokhoofd....en van die BS-ers? Nee...daarna, die vrijwilligers!

Heer Perquin:
#00:13:14# Ja, dat was BS, ja.

Mevrouw Perquin:
#00:13:16# Nee, maar dan nog iets anders: ik heb....er werden blokhoofden aangesteld in de wijk, pas na de oorlog. Maar ja, goed, dat.....dit gaat over de oorlog.

Heer Perquin:
#00:13:24# Daar kunnen we niet aan beginnen. Ik wil ook...NSB, hebben we het natuurlijk over gehad..In de oorlog, ja we weten natuurlijk niet precies wie er wel en niet van de verkeerde kant waren, zoals men dat toen noemde. Ik kan me wel herinneren, dat ná de oorlog die BS dus, die Binnenlandse Strijdkrachten en dat waren al die jongens die waren niet altijd makkelijk, dat 'ie dus die NSB-ers weer op kwamen halen en dat ging ook niet altijd zachtzinnig...

Mevrouw Perquin:
#00:13:48# Nee, dat was afschúwelijk ook, hoor!

Heer Perquin:
#00:13:50# Ik heb dat gezien op de Lammeschansweg, ik zal de naam niet noemen, maar ik weet de naam nog wel, daar werd ook iemand zo uit zijn gezin weggerukt, hè, en vrouw en kinderen ook huilend en aan de arm trekken, maar er was geen pardon, hoor! Er werd echt rücksichtslos om nou maar eens in de Duitse term te blijven, werd 'ie dus ook weggehaald, dus...ook weggehaald, dus...

Mevrouw Perquin:
#00:14:11# En dan die vrouwen, die kaal geschoren werden vlak na de oorlog. Ja, dat was ook vreselijk!

Heer Perquin:
#00:14:17# Ja, ja, die moffenhoeren noemden wij dat.

Mevrouw Perquin:
#00:14:18# Ja, ik heb er eentje...ik heb, denk ik, ook nog bij staan lachen ook daarbij. Nou, ja, dat gebeurde...

Heer Perquin:
#00:14:26# Ja, terwijl het eigenlijk, ja...liefde is blind, dat is niet altijd om gewin gedaan. Dat geloof ik niet. Ik denk dat ze best wel eens een keer - net als later met Canadezen is - he, ik bedoel, dat was dan wel goed, zeg maar...En dat is veel kortstondiger vaak, want die Canadezen waren drie weken hier en dan waren ze weer weg. En dan waren er al kindjes. Nou, die Duitsers....

Mevrouw Perquin:
#00:14:48# Ja, maar dat waren de bevrijders en die Duitsers waren natuurlijk de vijand. Dat wás het!

Heer Perquin:
#00:15:52# Jaaa, maar dat is de onenigheid, de onenigheid in het verhaal.


Interview met de heer en mevrouw Perquin deel 4


Heer Perquin:
#00:00:02# Ja...oorlog...

Interviewer:
#00:00:03# In hoeverre heeft de oorlog uw verdere leven getekend?

Mevrouw Perquin:
#00:00:08# Bij mij niet. Ik geloof niet, dat het echt....ja...misschien waardeer je het wat meer dat er geen oorlog meer is geweest, hier, maar toch...nee, het heeft niet echt mijn leven getekend. Ik denk dat ik daar te jong voor was en ook niet in de directe nabijheid geen broer of zus of verwanten, naaste verwanten die opgepakt zijn en dat heb ik dus niet meegemaakt. Weer wel een vriendje, die omgekomen is bij een bombardement, maar ja, daar was je....dat vergeet je dan toch wel weer. Ja...als je...nee, het heeft niet mijn leven beïnvloed.

Heer Perquin:
#00:00:50# Nee, bij mij ook niet. Het is natuurlijk de aard van, ik denk de aard van iedereen, gelukkig, dat je vaak de leuke dingen wat meer onthoudt als de niet-leuke dingen. Er zijn natuurlijk genoeg momenten geweest dat het misschien niet leuk was, niet zozeer van onszelf, voor ons dan op onze leeftijd maar wel voor onze ouders, hè? Spertijd (Sperrzeit), ik bedoel, na achten mocht je niet naar buiten. D'r waren natuurlijk enorm veel beperkingen ook, maar...eh....zelf als kind, van zes...van vijf tot twaalf, elf-twaalf, ja, zie je al die dingen niet zo scherp natuurlijk.

Mevrouw Perquin:
#00:01:24# Misschien ben je wat zuiniger op de spullen nou. Dat hebben mensen die misschien na de oorlog geboren zijn ook wel, toen is er ook een moeilijke tijd geweest natuurlijk. Nu wordt alles maar weggegooid, hoewel ze daar - gelukkig - weer van terugkomen, maar daar ben je wel wat....

Interviewer:
#00:01:43# En het leven van uw ouders?

Mevrouw Perquin:
#00:01:46# Onze ouders? Hoe die dat beleefd.....

Interviewer:
#00:01:48# Ja, in hoeverre heeft de oorlog het leven van uw ouders beïnvloed?

Mevrouw Perquin:
#00:01:55# Nou...ook niet zo....veel, dacht ik. Ze moeten wel heel vaak in angst gezeten hebben, dat was toen ik kinderen had en als je dan die oorlog moet meemaken dan is het erger dan als je het als kind zelf meemaakt, denk ik.

Heer Perquin:
#00:02:09# Ik denk niet, dat...

Mevrouw Perquin:
#00:02:10# ...maar niet dat ze écht daardoor....

Heer Perquin:
#00:02:12# ...Ik denk niet, dat ze....

Mevrouw Perquin:
#00:02:13# ....geen ander leven daardoor gekregen. Nee.

Heer Perquin:
#00:02:15# ....Niet over blijvende schade kunnen spreken.

Interviewer
#00:02:17# Dat bedoel ik. Nee.

Heer Perquin:
#00:02:18# Ik weet wel, dat ná de oorlog er natuurlijk een enorme (...) was en er dus behoorlijk wat, ja, feesten gehouden werden. Ik bedoel, "men" kwam los. Soms wel té los, he? Ik bedoel, grote feesten en buren, kennissen, vrienden en dat was natuurlijk eigenlijk de, ja, de explosie na de ingehouden tijd natuurlijk, maar ook dat ging weer over. Ik bedoel, dat was eventjes en dan was het even uit de band springen want ja, "men" was vrij maar, nee, ik geloof niet mijn ouders daar nou echt...eh...trauma's van overgehouden hebben. Gelúkkig niet, hè? Ik bedoel....

Mevrouw Perquin:
#00:02:54# Nee, als kind heb je het niet zo beleefd in ieder geval. Nee.

Heer Perquin:
#00:02:57# Nee. Nee. Nee en dat komt dan, precies wat Riet zegt, we hebben natuurlijk éigenlijk in onze eigen familie geen echte ellende meegemaakt: geen, geen, ja, geen razzia's, nee, geen mensen overleden of wat. Ik bedoel, wel in de buurt, maar niet in de directe omgeving, dus. Nee, we zijn er eigenlijk als gezin zijn wij er erg goed doorheen gekomen. Mede door de gelukkige omstandigheid dat mijn vader natuurlijk over een ruilmiddel kon beschikken en d'r waren natuurlijk meer die dat konden, maar d'r waren er véél meer die dat niet konden natuurlijk. En die hebben écht natuurlijk wel ellende gehad en die is er ook geweest. Ik bedoel, dat heb ik ook wel gezien, maar, ja, ja, als kind...ja...je ervaart het...je slaat het ook wel op: ik heb u daarnet verteld over dat gaarkeuken-verhaal, dat weet je dus nog heel goed, ik zie het gewoon nog voor me gebeuren maar dat is maar een moment van vijf minuten op vijf jaar, dus...D'r moet veel meer gebeurd zijn, maar dat verdring je toch. Dat gaat weg en ...ja...echt veel ellende hebben we niet gehad. Gelúkkig! Nee.

Mevrouw Perquin:
#00:04:04# ...nee....

Heer Perquin:
#00:04:06# Wel veel gezien, maar weinig...

Mevrouw Perquin:
#00:04:08# ...althans, geen momenten die je....die blijven je wel bij, maar niet dat je daar dan...eh...beschadigd door raakt. Nee, dat geloof ik niet. Nee, dat is niet gebeurd.

Heer Perquin:
#00:04:21# Ik zit te denken of ik wel wat kan verzinnen, maar..eh...

Mevrouw Perquin:
#00:04:27# Maar op een gegeven moment moesten we, dat weet ik wel, moest je allerlei....

Interviewer:
#00:04:30# Ik, eh...

Heer Perquin:
#00:04:31# Heb jij nog iets besproken wat er niet was..

Interviewer
#00:04:33# Ja, weet u nog iets over onderduikers of over verzetsactiviteiten? Kunt u zich daar nog iets van herinneren?

Heer Perquin:
#00:04:41# Nou, wat ik daarnet al gezegd heb - voor zover je het verzet kunt noémen - de buurman waar ik het over gehad heb, die dus duidelijk in het verzet..had 'ie ook wapens in huis had, heb ik later begrepen, die zogenaamde stenguns die had 'ie, denk ik, niet bij ons liggen. Ik geloof niet...ik heb mijn moeder ooit wel eens horen zeggen: "Herman, ik wil geen wapens in huis." En mijn moeder had een vrij schelle stem, dus, dat hoorden wij dan ook ondanks dat wij het dan niet mochten horen dus ik dat dát niet gebeurd is. Dus wel die aanwijsborden waar ik het daarnet over had, maar ik denk dat de wapens niet bij ons gelegen hebben, maar... ...ik weet niet wie de baas was in huis in dit geval . Dat weet ik niet, maar ík mocht de kelder niet in. Althans, de kruipruimte niet.

Mevrouw Perquin:
#00:05:25# Maar ik weet: ik had een oom die zat...die was militair. Hij was adjudant, voor de oorlog al, en in de oorlog was dat natuurlijk.. Ik weet niet wat die toén gedaan heeft, maar die woonde op de Morsweg en naast, bijna naast de ...kazerne die je daar had. Ik bedoel de kazerne.

Heer Perquin:
#00:05:43# Nee, dat was de Morspoort.

Mevrouw Perquin:
#00:05:44# De Morspoortkazerne, ja, dat is waar. En, dan kwamen we daar bij hem thuis en dan hingen d'r wapens ..zó..en dan ja, wat was het...een zwaard, een degen, ik weet niet, dat hing boven de trap en hij zat héél erg in het verzet. Hij zat zwaar in het verzet. Hij is, nou ja, hij heeft heel veel gedaan. Maar, er waren Duitsers ingekwartierd bij hun. Mensen in de buurt moesten als er even plek was, dan moesten ze daar....Toen zei 'ie: "Ik kan nóóit veiliger zitten, dan hier!" Hij zegt: "Want die Duitsers zullen me nooit verraden. Ze krijgen te eten, te drinken." Ze waren...ik kwam er ook vaak dat er Duitsers waren en die waren, ja, die waren ook voor hun nummer in dienst. Maar, eh, ja dat is dan iets wat ik weet dat hij...die echt heel zwaar in het verzet heeft gezeten en dat 'ie nooit is opgepakt of....nee, dat...omdat er Duitsers in huis waren....Durfde die dat helemaal aan.

Heer Perquin:
#00:06:41# Ja, en dat werd je ook als kind niet verteld natuurlijk, he? Ik zeg, die tante van mij die zat ook in het verzet. Het enige wat ik weet is, dat ze blaadjes drukte maar ze heeft veel meer gedaan. Dat weet ik zeker, maar dat werd natuurlijk aan kinderen niet verteld, want ja, als je dat per ongeluk op straat gaat roepen en....

Mevrouw Perquin:
#00:06:59# Nee, dat kan niet. Nee.

Heer Perquin:
#00:07:00# Dus je moest een beetje...

Mevrouw Perquin:
#00:07:01# Dat hoorden we allemaal daarná!

Heer Perquin:
#00:07:03# Ik denk, dat je dan toch oudere mensen moet spreken die daar misschien zelf aan deelgenomen hebben. Voor zover die er nog zijn dan op dit moment.

Mevrouw Perquin:
#00:07:10# Wij zijn ook niet op pad geweest voor voedsel. Een vriend van ons wel, die ging dus naar het oosten van het land... met een fietsje....

Heer Perquin:
#00:07:16# Ja, of een handkar...

Mevrouw Perquin:
#00:07:18# ...paar weken weg en, eh....

Heer Perquin:
#00:07:20# ..die verhalen hebt u ongetwijfeld gehoord: over mensen die naar Friesland gingen...

Mevrouw Perquin:
#00:07:25# jaaaa, daar waren wij te jong voor!

Heer Perquin:
#00:07:27# .....met een ouwe fiets of met een oude handkar....

Interviewer:
#00:07:28# ...mijn moeder heeft..(...)

Mevrouw Perquin:
#00:07:29# Ja?! Ja?!

Heer Perquin:
#00:07:31# Oh!? Oh!? Ja, He? Dus...maar dat hebben wij gelukkig allemaal niet mee hoeven maken.

Mevrouw Perquin:
#00:07:33# Nee.

Heer Perquin:
#00:07:35# Nee, maar eigenlijk zijn wij gelukkig...

Mevrouw Perquin:
#00:07:37# ...mijn broer is weet ik nog, mijn broer voor ons aardappelen gaan halen. Ik weet niet hoe ver weg, dat heb ik nooit gehoord, en toen wij hij op de Rijnsburgersingel en toen werd het afgepakt.

Heer Perquin:
#00:07:45# Nou, dat schiet niet op.

Mevrouw Perquin:
#00:07:46# Vlak bij huis! Ongeveer 200 meter van huis vandaan of 100 meter.

Heer Perquin:
#00:07:50# Goed, maar dat verklaart dus eigenlijk niet - ik wéét dat het er was - en ook héél dichtbij, he, mijn buren, maar in welke mate....Ik weet wel, ná de oorlog gelijk natuurlijk, een helm op en dan zo'n mooie overal aan, he? Dat was toen de BS, ik weet nog dat waren stoere jongens, althans er waren d'r een hoop die stoer deden en dan met een grote stengun op de buik, he, dat waren dan de BS-ers. Dat waren d'r ineens honderden. Ik bedoel, dus ja, of die daar verderop in de oorlog écht... ..ik weet niet meer. En de BS, dat was natuurlijk....

Mevrouw Perquin:
#00:08:21# Nee, ik weet niet waar die vandaan kwamen. Die BS-ers.

Heer Perquin:
#00:08:23# Nou ja, eh, dat was toen wel een georganiseerde organisatie, maar of die mensen...die hadden natuurlijk niet allemaal dat wapen....

Mevrouw Perquin:
#00:08:31# Nee, maar ik heb nooit geweten waar die vandaag kwamen eigenlijk...

Heer Perquin:
#00:08:33# Nou ja, de buurman was d'r een, dus.. waar komen ze vandaan?

Mevrouw Perquin:
#00:08:38# Ja, maar hoe ze bij elkaar kwamen? Hoe dat....eh....georganiseerd was.

Heer Perquin:
#00:08:41# Ja, hoe dat ontstáán is? Ja, dat weet ik ook niet. Hebt u dat ooit een keer....

Interviewer:
#00:08:43# Nee, nee...

Heer Perquin:
#00:08:44# ...Ik bedoel, d'r moet natuurlijk een soort organisatie wezen, want nog geen twee dagen na de bevrijding is daar....-op de bevrijdingsdag zelf ook - ....hingen die borden al in de stad! He? Want die mensen moesten weten hoe ze naar het station moesten, die, die vanuit...eh.... En vrij snel had je al, via de fílms....op die jeeps zie je mensen met helmen op zitten en met zo'n ding op d'r buik. Ik bedoel tíjdens de intocht van de Canadezen of van Amerikanen. En dan denk ik, ja, daar moet dan inderdaad toch een soort....

Interviewer:
#00:09:16# ...organisatie zijn...

Heer Perquin:
#00:09:17# ...geweest, maar...daar weet ik niets van, maar het moet wel want anders dan, he, kan dat niet zo ineens ontstaan. Ik weet alleen dat ze een helm op hadden en een overal. Althans, daar ze leken er op....Goed! Nog meer vragen?

Interviewer:
#00:09:31# Weet u nog iets over de houding van de Duitsers? Kunt u zich daar nog iets over herinneren?

Mevrouw Perquin:
#00:09:37# In welk opzicht? Tegenover de burgers?

Interviewer :
#00:09:41# Tegenover de búrgers!

Heer Perquin:
#00:09:42# Nou ja, heel verschillend, he, ik bedoel: ik heb daarnet verteld, dat verhaal van die jonge Duitser die bij mijn moeder kwam en écht wel die radio gezien had en z'n ogen dicht deed en "Grüß Gott" zei, he? Dat was dan een goeie Duitser. En ik weet ook weer die lange Duitser, die officier op de Breestraat, die zonder enig mededogen die fiets van mijn broer afpakte. Dus dat zijn twee beelden, die mij dan eventjes zo voor de geest staan, die zijn zó verschillend dat je denkt: Ja, je had goeie en je had slechte!

Mevrouw Perquin:
#00:10:12# Bij ons op de hoek stond - ik dacht dat dat aan het begin van de oorlog was - altijd een jonge militair. Ik heb hem een keer gezien en...eh...Carl Müller, heette 'ie...Ja, maar mijn broers gingen altijd naar hem toe en dan kregen ze chocola van 'm. En mijn moeder had dan zo'n medelijden, omdat zo'n jong 18 of 19 jaar en die wist ook met zijn ziel geen raad en die stond daar en dan kregen ze snoep. Enne...ja...

Heer Perquin:
#00:10:37# Er moeten ongetwijfeld ook goeie geweest zijn.

Mevrouw Perquin:
#00:10:40# ...ja, repen chocola kwamen ze wel eens mee binnen. Ik denk niet dat ze allemaal slecht waren. De meesten waren natuurlijk voor hun nummer in dienst.

Heer Perquin:
#00:10:47# Kijk, een beeld wat je natuurlijk....

Mevrouw Perquin:
#00:10:48# ...maar d'r waren dus slechten bij.

Heer Perquin:
#00:10:50# Ja, natuurlijk, als je de beelden ziet van die, die kampen, dan is dat natuurlijk vreselijk. Ik bedoel en dan was natuurlijk....die Sicherheitsdienst en SA en de Waffen SS, ja...Ik moet zeggen, dat ik niemand uit onze omgeving gekend heb, die daar aan heeft deelgenomen. Ik kende wel een aantal NSB-ers, maar... ja...

Mevrouw Perquin:
#00:11:13# ...en de Duitsers. Nee, maar nu ging het over de Duitsers.

Heer Perquin:
#00:11:15# Ja, maar ja, over het verzet...

Mevrouw Perquin:
#00:11:17# Ik weet wel, we moesten een keer kleren inleveren bij ons op het Schuttersveld in die school....

Heer Perquin:
#00:11:22# Ja, ja, je koper inleveren!

Mevrouw Perquin:
#00:11:23# Ja, maar ik...ze moesten kleren hebben en dekens en....ze hadden tekort natuurlijk ook. En, mijn moeder had een slipover en ook een deken en nou ja, wat je dan....heb je...,want anders werd het leeggehaald, je huis. Anders kwamen ze het wel halen. Nou, dat risico wilde ze ook niet lopen, dus...Maar toen moest ze toch terug, want ze moest d'r toch weer wat bijhalen. Enne, ja!

Heer Perquin:
#00:11:44# Goed, dat soort dingen ben ik kwijt....

Mevrouw Perquin:
#00:11:46# Ja...ik weet niet of dat....misschien was dat alleen in onze wijk daar hoor! Dat kan.

Heer Perquin:
#00:11:50# Geen idee. Maar ik weet wel, wij - dat heb ik al even aangegeven - is dus het innemen van koper. Mensen werden verplicht om koper in te leveren, wat je dan had aan kandelaars of wat dat probeerde je natuurlijk weg te smokkelen. Klókken uit de torens! Ik kan me nog herinneren, dat uit de kerken - de Petruskerk - de klokken uit de klokkentoren...

Mevrouw Perquin:
#00:12:10# Ze zijn d'r allemáál uitgehaald, denk ik.

Heer Perquin:
#00:12:12# ...het brons dat werd uitgehaald en dat werd gejat dat heb ik ook zien gebeuren: met grote touwen dat ze die klok lieten zakken uit de Petruskerk. Dat was ónze kerk, zeg maar, en dan werden die klokken weggehaald. Ja, dat gebéurde. Ik bedoel, maar d'r was niemand die daar pal voor stond en zei "die klok gaat er niet uit", althans dat heb ik nooit gezien. Ja....NSB-ers....ja, ik denk dat er ook goeie NSB-ers waren ...

Mevrouw Perquin:
#00:12:36# Nou, NSB-ers.... goeie Duitsers wél of d'r goeie NSB-ers waren?!....

Heer Perquin:
#00:12:39# Nou, ja, je moet je afvragen, waarom je....kijk, als je natuurlijk een gezin hebt en je hebt een bedrijf en.....Laat ik een voorbeeld noemen: de mensen die bijvoorbeeld bunkers gebouwd hebben, die een aannemersbedrijf hebben. Ja....

Mevrouw Perquin:
#00:12:51# Ja, maar dat waren collaborateurs heet dat geloof ik, maar dat is ánders dan NSB-er, dat heeft...

Heer Perquin:
#00:12:57# Ja, maar die werden ook wel veroordeeld, he? Ze hadden gewerkt voor de Moffen of wat ook dan ook, maar dan denk ik dat (...)

Mevrouw Perquin:
#00:13:02# ..Jawel, dat wel. Ja, maar d'r zijn uiteindelijk ook een hoop ten onrechte veroordeeld .

Heer Perquin:
#00:13:04# He? Ik bedoel, als je een gezin hebt en je kunt op die manier de boel draaiende houden en je hebt tien of vijftien mensen in dienst en je kunt ze dan aan het werk houden door dan toevallig een bunker te bouwen. Ja.... ben je dan een verrader? Ik heb daar mijn vraagtekens bij.

Mevrouw Perquin:
#00:13:19# Ja, maar dat zag je toch anders dan NSB-ers. Maar toén werd dat ook gestraft.

Heer Perquin:
#00:13:22# Ja, maar ja, die werden ook met de nek aangekeken, dus dat....ja...die hadden voor de Moffen gewerkt . Ja, alles heeft z'n...elke medaille heeft twee kanten. Mmmm?
kaart