Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Rijkszuivelstation

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden
  • Gebouwen

Gevelteken Vreewijkstraat 12

De wijk Vreewijk wordt begrensd door de spoorlijn Leiden-Utrecht in het westen, het Noordeinde in het noorden, het water van de Witte Singel in het oosten en het water van de Jan van Goyenkade in het zuiden. Oorspronkelijk hield de wijk Vreewijk op bij de Gerrit Doustraat. Sinds circa 1980 behoort ook het gedeelte tot en met de Rijn- en Schiekade en het Noordeindeplein tot de Vreewijk. Vreewijk is in 1881 de eerste planmatige uitbreiding van Leiden buiten de singels, toen nog op grondgebied van de gemeente Zoeterwoude. Het oorspronkelijke wijkje hield op bij de Gerrit Doustraat. Sinds circa 1980 behoort ook het gedeelte tot en met de Rijn- en Schiekade en het Noordeindeplein tot de wijk. Vreewijk maakt deel uit van het Bos- en Gasthuisdistrict. Per april 2011 is Vreewijk als onderdeel van de Zuidelijke Schil aangewezen tot beschermd stadsgezicht.

......
GT_1445
Boven de hoofdingang van het gebouw bevindt zich een cartouche die vastgehouden wordt door putti, daarop is de volgende tekst te lezen:
RIJKS
ZUIVEL-
STATION
De bovenrand van de cartouche heeft de vorm van de top van een koeienkop met hoorns.

Het Rijkszuivelstation was belast met de controle en het onderzoeken van zuivel en zuivelproducten. Tevens waren zij betrokken bij de uitvoering van de Boterwet omdat er in vroeger tijden nogal eens werd gefraudeerd met dit product. Er werd regelmatig vet aangetroffen in boter die niet van melk afkomstig was.
Ook de grondstoffen van margarine (oliën en vetten) werden onderzocht. Tot 1920, toen de vereniging 'Het Kaasmerk' werd opgericht, werden hier ook de kaasmerken uitgegeven.

In 1901 werd in de gemeenteraad besloten tot de aankoop van een "terrein op Vreewijk voor de oprichting van een Rijks-Zuivelstation" en datzelfde jaar werd er met de bouw begonnen. De toenmalige afdeling Landbouw van het Ministerie van Binnenlandse Zaken had besloten ook een station in Leiden te vestigen nadat al eerder in Groningen, Hoorn en Wageningen stations waren geopend.
Het nieuwgebouwde zuivelstation in Leiden werd op 1 maart 1903 officieel geopend en heeft dienst gedaan tot 1979.

De architect van het gebouw was de rijksbouwmeester Jacobus van Lokhorst. Hij koos voor een ontwerp in de Neogotische stijl.
Van Lokhorst was van 1878 tot zijn overlijden in 1906 rijksbouwmeester bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Zoals ook Pierre Cuypers en Cornelis Peters in die tijd, heeft hij veel rijksgebouwen in de Neorenaissancestijl gebouwd.
Deze drie architecten werkten ook samen bij de restauratie van het Leidse Academiegebouw, waarbij Cuypers de plannen maakte en Van Lokhorst de restauratie uitvoerde.
De architect heeft ook diverse scholen en laboratoria in Delft, Groningen, Leiden, Wageningen, Utrecht en Maastricht ontworpen. In zijn latere werk, zoals dit Zuivelstation, maakte hij meer gebruik van de Neogotische stijl in plaats van de Neorenaissance stijl.

In de Vreewijk stonden meerdere, door Lokhorst ontworpen laboratoria; het Laboratorium voor Organische Chemie en het Farmaceutisch Laboratorium.

Het gebouw bestaat uit een grote vleugel langs de Vreewijkstraat en een kleine dwarsvleugel richting het aangrenzende terrein van het Farmaceutisch laboratorium. Het gebouw heeft twee etages en een zolder.
Boven de nu dichtgezette ingang van de vroegere dienstwoning bevindt zich nog een gevelsteen met het jaartal van de voltooiing van de bouw: 1902.

Het Rijkszuivelstation bleek al snel te klein en op 5 maart 1909 werd het pand Vreewijkstraat 21 gehuurd om daar de administratie onder te brengen. Op 1 augustus 1910 volgde de huur van Vreewijkstraat 12, en in 1916 die van Vreewijkstraat 10. Op nummer 12 was de instrumentmakerij gevestigd. Vooral in de oorlog ontbrak het aan de juiste instrumenten voor in het laboratorium daarom besloot men ze zelf te gaan maken. De splitsing van de werkprocessen in de diverse afzonderlijke gebouwen maakte het werker niet eenvoudiger op maar het duurde tot 1952 voordat er een nieuw gebouw neergezet werd.
De nieuwbouw werd in zakelijke stijl opgetrokken op de plaats waar tot dan toe de tuin van het Rijkszuivelstation had gelegen. De nieuwbouw werd niet onderheid maar 'drijft'op het grondwater. Boven de ingang werd een gevelsteen met het jaartal 1952 aangebracht. De dienstwoning verloor in 1973 zijn functie en werd ook bij de werkruimte getrokken.

Na de opheffing van het Rijkszuivelstation in 1975, en vervolgens in 1979 de overheveling van de werkzaamheden naar het nieuwe laboratorium voor het RIKILT in Wageningen, werd het gebouw in 1980 geschikt gemaakt voor andere (overheids)gebruikers.
Op de begane grond werd in het oudste deel de 'Geneeskundige Inspectie Geestelijke Gezondheid Zuid-Holland en Zeeland' ondergebracht en in het nieuwere deel de 'Inspectie IIB Sassenheim voor kleuter- en het lager onderwijs'.
Op de etages kwamen opslag- en werkruimten voor het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie, nu het museum Naturalis.

Uiteindelijk verliet het Rijk de beide gebouwen en kreeg een projectontwikkelaar de mogelijkheid het in 2003 geheel te renoveren en om te bouwen tot een twaalftal appartementen. Een nieuwe hal met de gemeenschappelijke voordeur, een trappenhuis en glazen lift verbindt nu het oude en nieuwe deel.
Het gebouw uit 1952 werd voorzien van een moderne dakopbouw. Verder bleef de buitenkant van de gebouwen ongewijzigd.

Bronnen:

Digitaal Archief van de Leidse kranten
Wikipedia

Deze tekst is opgesteld door de commissie Geveltekens; zie ons Colofon.
kaart