Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Gevelstenen met Andreaskruis.

  • Leiden
  • Geschiedenis 1601-1700
  • Gebouwen

Gevelteken Lammermarkt 29 (gesloopt t.b.v. nieuwbouw Lakenhal)

...
GT_1699 Foto B. Veldstra
Geveltekens aan de bovenkant van de pui van het pand.

Drie gevelstenen waarop Andreaskruisen zijn afgebeeld, één in het midden en twee aan de zijkanten van de gevel boven de pui.
Aan beide zijkanten van de gevel steken twee consoles uit waarop Andreaskruisen met een passer zijn weergegeven.
Het is niet bekend of deze elementen dateren uit de tijd van de bouw van het pand of dat ze dateren uit het begin van de 20e eeuw.


GT_1699 Foto: H. de Sterke

De casco's van de panden Lammermarkt 29 en 31 dateren uit de bouwtijd van de stadsuitbreiding van 1611. Dat is onlangs gebleken uit bouwhistorisch onderzoek van Erfgoed Leiden. De panden werden onderzocht naar aanleiding van de plannen voor de uitbreiding van Museum De Lakenhal.

Het pand
Het betreft twee eenvoudige huisjes met beide een voorhuis bestaande uit een onverwarmde voorruimte, een verwarmde achterkamer en daartussen een bedstede en een spiltrap naar de verdieping. Dat de voorruimte onverwarmd was geeft aanleiding te denken dat hier een nering werd gevoerd.
Onder de bedstede zal een half verdiept keldertje hebben gelegen. De indeling van de verdieping was gelijkaardig met een verwarmde voor- en achterkamer, met daartussen een trap-bedstedezone.

Geschiedenis
In 1611 vond er in dit gedeelte van de stad een stadsuitbreiding plaats. Een groot aantal percelen in het bouwblok van het huidige Museum De Lakenhal werd gekocht door Anthonis Jorisz. Focker of Fokker. Deze 'projectontwikkelaar' herverkavelde de opgekochte percelen, onder meer door het aanleggen van de Fokkestraat en het Fokkeplein, en bouwde kleine en middelgrote huizen voor verhuur. De twee panden aan de Lammermarkt maakten deel uit van dit project.

Anthonis Florisz. Focker
Anthonis Florisz. Focker was de zoon van Joris Claesz. Focker, biertapper aan de Hogewoerd, op de hoek van het Gangetje. Hij huwde op 17 december 1583
als 'schoenmaker' met Emmetje Jans van Woerden. In 1610 werd Anthonis Jorisz Focker, steenbakker, burger van Leiden, als eigenaar van een pannenbakkerij genoemd. Anthonis wordt later ook met de namen Stoker of Augsburg aangeduid. Het is onduidelijk wanneer hij de pannenbakkerij kocht. Waarschijnlijk heeft hij de pannenbakkerij zelf gesticht. De pannenbakkerij lag aan de oostkant van de Heimanswetering en strekte zich uit vanaf de Rijndijk, later werd dit 'Dakpannen- en Kleiwarenfabrieken voorheen D. VAN OORDT & Co.' te Alphen aan den Rijn.

In 1617 of 1618 liet Focker een zeer aanzienlijk huis bouwen met aan weerskanten van de monumentale ingang twee ramen, waarboven een verdieping en een
topgevel op de middenpartij. Het dak van het pand was in de lengte van de straat geplaatst, iets dat niet gebruikelijk was in die tijd. Achter op het dak stond een torentje zoals blijkt uit de kaart van Hagen van 1670. Er was een zeer grote tuin met aan het einde een gebouwtje.
Drie of vier jaar na de bouw had Focker, die waarschijnlijk moeilijkheden voorzag, het grote huis verkocht aan de zwagers Claes Jacobsz. van Berckel, lakenkoper en Christiaen Porreth, apotheker. Opmerkelijk is het dat, hoewel Focker het huis in 1621 verkocht (misschien bleef hij er blijkens het register van de 1000e
penning nog enige jaren wonen), het in 1640 nog als Focker's huis werd aangeduid.
En vooral opmerkelijk is dat deze burgerman-huizenspeculant zijn nieuwe woning in deze nieuwe wijk nog tooide met een ouderwetse, aan de adellijke stadsresidenties van vroeger, herinnerende toren.

Het ging Anthonis blijkbaar voor de wind want hij werd in 1622 voor fl. 24.000,- en in 1624 voor fl. 30.000,- aangeslagen. Maar vlak daarna begon de afbrokkeling van het kapitaal. Hij moest op 11 september en 29 oktober 1623 de opbrengst van een zeer omvangrijk huizenbezit afstaan voor de inlossing van twee verschillende schulden.
Hij blijkt dan behalve het reeds eerder door hem verkochte woonhuis minstens nog de volgende huisjes in zijn bezit te hebben:
14 aan de Jan Vossensteeg in ,,twee distincte poortjens”,
24 in twee poortjes aan de Langegracht,
52 tussen Oude Singel en Lange Gracht tegenover de Bierkaai ( het eerste gedeelte
van de Oude Vest), derhalve zoals uit de beschrijving blijkt de huidige Fokkestraat, Fokkeplein en de daartussen gelegen huizen aan de Langegracht, tegenwoordig de Lammermarkt, en ten slotte
12 huizen aan de Cromme Elleboogsteeg uitkomende op de Nieuwe Beestenmarkt.
Dat zijn 102 huisjes in totaal!

Hij kreeg hier een belangrijk deel van zijn inkomsten uit. Het ging waarschijnlijk om uiterst kleine woningen die bestemd waren voor de groeiende arbeidersbevolking.

Op 12 januari 1624 werd hij onder curatele gesteld en 15 juni ook nog gearresteerd blijkbaar wegens de in te vorderen 500e penning . In een notariële akte van 23 december 1626 staat hij als steenbikker genoemd.
Bij zijn overlijden in 1629 woonde Focker nog wel in de 'Nieuwe Stad', dat is het deel van de nieuwe stadsuitleg van 1611.

Melksalon Tegelaar
Uit een advertentie in de krant van 15 oktober 1879 blijkt dat het pand verkocht werd door notaris Dercksen van de Apothekersdijk 12. Het object werd als volgt omschreven: een winkelhuis, erf en tuintje groot 1 vierkante roede, 30 vierkante ellen, in bod gebracht op de som van 3000,-, verhoogd met 100,-.
Het blijft onverkocht.
In het voorjaar van 1897 woonde de familie Tegelaar al in het pand, het is niet bekend vanaf wanneer. Isaac Tegelaar werd winkelknecht genoemd bij zijn huwelijk met Hendrica Arnoldus in 1893. Later bij zijn tweede huwelijk -Hendrica was overleden in 1912- met Martje Aukes in 1913, werd hij melkverkoper genoemd. Waarschijnlijk voerde hij al langer een melksalon want in 1904 deed hij een aanvraag voor een vergunning voor de verkoop van sterke drank.
De melksalon uit die tijd is te vergelijken met een koffiebar uit de tegenwoordige tijd. In dat gedeelte van de stad hebben lange tijd de veemarkten plaatsgevonden en veel handelaren zullen in de melksalons en cafés die daar gevestigd waren even een drankje hebben genomen.
De familie Tegelaar heeft lang gewoond en gewerkt in het pand aan de Lammermarkt.
Toen Isaac in 1937 overleed bleef de melksalon bestaan onder leiding van zijn weduwe Martje.
In het Leidsch Dagblad van 23 oktober 1953 verscheen een artikel over het 40-jarig jubileum, o.a. georganiseer door de Ned. Bond van Varkenshandelaren, van mevrouw M. Tegelaar-Aukes met de koptekst; Mevr. M. Tegelaar-Aukes schonk 40 jaar kopjes koffie. Er wordt beschreven hoe uit alle luidsprekers van de Leidse Veemarkt het 'Lang zal ze leven' klonk als eerbetoon aan 'Moeder Tegelaar'. De adjunct-directeur van de Markt- en Havendienst, de heer Kooiman, voerde het woord en prees het zakelijk inzicht van mevrouw Tegelaar. Na sprekers van de vervoerders en de Bond van Varkenshandelaren volgde er een receptie waar, dankzij het College van B en W, iets 'hartigs' geschonken werd!

Sloop
De kunstenares Marjan Teeuwen heeft van 10 juli t/m 6 september 2015 een kunstproject uitgevoerd in de te slopen panden. Tijdens de expositie 'Verwoest Huis Leiden' werden de huisjes gestript van hun interieur.
Daarbij kwamen balklagen en metselwerk met aftekeningen van de oorspronkelijke indeling vrij en op basis daarvan kon de vroeg 17e eeuwse situatie worden gereconstrueerd. Een bijzonder detail was dat de vloerdelen van de verdieping doorliepen in de bouwmuur tussen Lammermarkt 29 en 31. Dit bewijst dat de pandjes gelijktijdig zijn gebouwd.

Ten behoeve van de nieuwbouw van de Lakenhal worden deze panden gesloopt. De pui van nummer 29 zal voorlopig bewaard worden en er zal naar een nieuwe bestemming gezocht worden.

.....
GT_1699 Foto's: H. de Sterke


Symboliek
Het Andreaskruis is een schuinkruis, dat wil zeggen twee gelijke armen kruisen elkaar in diagonale stand.
De apostel Andreas zou gekruisigd zijn aan een dergelijk kruis maar eigenlijk wordt de heilige pas vanaf de 12e eeuw afgebeeld met een dergelijk kruis.
Het schuinkruis is echter ook een veelvoorkomend motief in de oudere Germaanse traditie. Daar komt het voor als een krachtige beschermende rune: de Gebo-rune.
Het schuinkruis komt voor op vlaggen en wapens, verkeerstekens, objecten met irriterende stoffen, luiken op oude gebouwen (vaak een schuinkruis in de vorm van een zandloper), op muren als metselteken en op muurankers, als bescherming tegen blikseminslag.

Wanneer dit pand in de 17e eeuw als een winkel of werkplaats is gebouwd, en de gevelstenen zijn 17e eeuws, rijst het vermoeden dat de symboliek met het werk in verband staat dat in dit pand werd uitgeoefend.
Uiteraard kunnen de stenen ook later aangebracht zijn. Duidelijk is in ieder geval dat er geen samenhang is met een melksalon.


Bronnen:

Digitaal Krantenarchief Erfgoed Leiden en Omstreken
Erfgoed Leiden, Vondst van de Week, rubriek van de erfgoedexperts van Erfgoed Leiden; https://www.erfgoedleiden.nl/vondstvandeweek/652
Expositie Marjan Teeuwen 'Verwoest Huis Leiden', van 10 juli t/m 6 september 2015
Leids Jaarboekje 1955, E. Pelinck, Huizen met torens en hun bewoners, blz. 97 e.v.
Website www.bovenlichten.net
Wikipedia

Opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden. Voor meer informatie zie ons colofon.
kaart