Verhaal: D' Heesterboom
- Leiden
- Geschiedenis 1601-1700
- Geschiedenis 1701-1800
- Geschiedenis 1801-1900
- Geschiedenis 1901-1950
- Geschiedenis 1951- heden
- Gebouwen
Gevelteken Haagweg 79 Leiden.
Gevelteken van molen d'Heesterboom ook wel bekend als de molen van Noordman.
Een door STIEL gemaakte foto van een schilderij, waar deze molen is te zien.
GT_1693. Foto: De Sterke.
Op deze prent is het verdwenen gevelteken van molen d'Heesterboom nog te zien.
Ook deze foto uit 1983 laat een boompje (nu zonder bladeren) zien.
Foto: Stiel
...
GT_1692. Foto: De Sterke.
Molenbaard van houtzaagmolen d'Heesterboom:
ANNO 1804
Houtzaagmolen de Heesterboom 1940
Foto: Kret, Willem Johannes (beeldmateriaal Erfgoed Leiden en Omstreken)
Houtzaagmolen 'd'Heesterboom is één van de meest gave achtkante houtzaagmolens die Nederland nog telt. Het is een rietgedekte stelling molen op de zaagschuur. De molen dateert uit 1804 en tot 1920 werd er op windkracht gezaagd, daarna, tot 1956, werd de zagerij elektrisch aangedreven. Na die tijd raakte de molen in verval totdat een restauratie in 1962 d' Heesterboom weer maalvaardig maakte.
Sinds 1993 is de molen eigendom van Stichting Houtzaagmolen De Heesterboom,
Geschiedenis
Al vóór 1663 stond er op deze plek een houtzaagmolen en werd hier in hout gehandeld. Het was een goede locatie want de aan- en afvoer van het hout kon hier direct over het brede water plaatsvinden.
Het was niet de enige molen in dit gebied van Leiden. Vlak bij de Boshuizersluis stond de paltrokmolen 'de Ruyter'. In 1629 werd, ongeveer op de hoogte van de huidige brug ten zuiden van de molen, de lakenvolmolen 'de Veenvos' gebouwd. Deze molen verbrandde vóór 1699, en werd kort daarna opgevolgd door een gerst-pelmolen. Deze achtkante molen werd in 1759 door Gerrit van der Meulen verbouwd tot zaagmolen. De molen kreeg de naam 'de Eendragt'.
De molen 'de Ruyter' werd in 1697 ongeveer 100 meter verplaatst naar de plek waar nu molen 'd' Heesterboom' staat. Korte tijd later werd 'de Ruyter' weer afgebroken en in 1701 opgevolgd door de achtkante zaagmolen 'de Valk'.
Op pal naast elkaar gelegen terreinen aan de Haagweg waren nu twee houtzaagmolens tegen elkaar aan het opmalen! Het zou nog erger worden, want in 1785 diende de toenmalige eigenaar van molen 'de Valk' bij de Raad der stad Leiden een protest in tegen het bouwen van een paltrokmolen, te bouwen door de eigenaar van 'de Eendragt', op een stuk grond precies tussen de al bestaande houtzaagmolens in. Na een lange briefwisseling kwamen beide partijen overeen dat de paltrokmolen op een terrein aan de overkant van het Galgewater, recht tegenover 'de Valk' mocht worden gebouwd. Deze molen, genaamd 'de Samson', kwam gereed in 1785, maar brandde af in 1796.
In 1796 kocht houtkoper Johannes van Hees molen 'de Valk' met erf, loods en huizen.
In de nacht van 25 op 26 augustus 1802 sloeg het noodlot toe en brandde de molen tot de grond toe af, vermoedelijk door een blikseminslag.
Op 27 januari 1803 werd Johannes van Hees door de Raad der stad Leiden vergunning verleend tot het bouwen van een nieuwe zaagmolen. Deze was in 1804 gereed en werd genaamd 'd' Heesterboom'.
Johannes van Hees verkocht in 1815 molen 'd' Heesterboom' aan Leendert Dorrepaal en Hendrik Meygaard, die de molen alweer in 1819 doorverkochten aan Cornelis Oudshoorn en Christiaan Jonathan Zaalberg. Deze laatste bouwde rond 1840 halverwege 'd' Heesterboom' en de Boshuizersluis een paltrok zaagmolen. De molen kreeg de naam van de jongste van zijn acht dochters, 'de Jonge Paulina'.
In 1848 kocht Johannes Hendrikus Meerburg de beide zaagmolens 'd' Heesterboom' en 'de Jonge Paulina'. Hij was toen al door vererving in het bezit gekomen van molen 'de Eendragt'. Aan negentig jaar concurrentie was nu een einde gekomen.
Komend vanuit de Witte Poort van Leiden zag men als eerste molen 'de Jonge Paulina', net na de brug over de Boshuizersluis. Honderd meter verder, en eveneens langs het Galgewater, stond 'd' Heesterboom' met daaromheen twee houtloodsen en een molenaarshuis. Na nog eens honderd meter stond als laatste molen 'de Eendragt', ook te midden van houtloodsen, woningen, koetshuis en schuitenhuis.
Dirk Dirksz. Noordman kocht in 1856 de houtzagerij met de twee molens, 'de Jonge Paulina' was toen al verdwenen. Houthandel D.D. Noordman, die twee van de drie molens in 1856 kocht, bleef nog lang met de houtzaagmolens werken, totdat de elektriciteit in 1920 de wind buiten spel zette.
Elektriciteit
Lange tijd heeft de houthandel D.D. Noordman met twee houtzaagmolens gewerkt, totdat in 1920 de elektriciteit de wind buiten spel zette. ‘De Heesterboom’ werd in dat jaar van een elektrische aandrijving en een nieuw type zagen voorzien. Dat voldeed zo goed, dat in november 1922 molen ‘de Eendracht’ werd gesloopt.
Hoewel het mogelijk bleef om met windkracht te zagen, gebeurde dat in de praktijk na 1924 niet meer. Met de motor bleef de molen nog tot 1953 bomen zagen, totdat een breuk van de krukas het hele binnenwerk stil legde. Herstel bleek niet meer lonend, zodat er voor de molen een roemloos einde in het verschiet leek te liggen.
Behoud
Gelukkig werd tijdig de noodzaak van het behoud van een toen al zeer zeldzaam geworden houtzaagmolen ingezien, vooral omdat het complete binnenwerk en alle originele gereedschappen nog aanwezig waren. Met provinciale en gemeentelijke subsidies werd de molen in 1962 uitwendig hersteld en onderhouden.
Door inzet van de familie Noordman en een enthousiaste groep vrijwillige molenaars bleef de molen regelmatig in bedrijf, en werd er op de aloude manier weer op de wind hout gezaagd.
Na 137 jaar in eigendom te zijn geweest van vijf generaties Noordman, werd de molen in januari 1993 overgedragen aan de “Stichting Houtzaagmolen de Heesterboom”.
Tussen 1992 en 1994 onderging de molen groot onderhoud en werden de stelling en de twee zaagschuren werden vernieuwd.
Van 2002 tot 2005 heeft de molen stilgestaan na een breuk in de krukas. De Stichting heeft een nieuwe krukas laten smeden die op 21 februari 2005 gestoken werd.
Nauwelijks twee jaar later moest de molen weer stil gezet worden omdat bouwwerkzaamheden in de omgeving de molen deden verzakken.
Sinds mei 2008 is 'd' Heesterboom' weer rechtgezet.
De molen is draaivaardig, maar door de nieuwbouw in de omgeving is de molenbiotoop behoorlijk achteruitgegaan.
Een verhaal over de restauratie (een verdwenen boom) vindt u in deze bijlage
Een impressie van de restauratie in Aprilen de onthulling op 8 juli 2018 ziet u hieronder;
Foto Kompier april 2018
..
Rechts; Voorzitter van de Werkgroep Geveltekens A. Geertsema onthult het schilderwerk.
...
foto de Sterke.
Bronnen:
D. Kompier 2017; Een verdwenen boom.
Website van molen d'Heesterboom: https://sites.google.com/site/houtzaagmolendeheesterboom/geschiedenis
Website Open Monumentendag
Wikipedia
www.molensinleiden.nl
Opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden. Als u contact wil opnemen; zie ons colofon. Eventuele aanvullingen voor dit verhaal worden doorgestuurd t.a.v. Dik Kompier.
Een door STIEL gemaakte foto van een schilderij, waar deze molen is te zien.
GT_1693. Foto: De Sterke.
Op deze prent is het verdwenen gevelteken van molen d'Heesterboom nog te zien.
Ook deze foto uit 1983 laat een boompje (nu zonder bladeren) zien.
Foto: Stiel
...
GT_1692. Foto: De Sterke.
Molenbaard van houtzaagmolen d'Heesterboom:
ANNO 1804
Houtzaagmolen de Heesterboom 1940
Foto: Kret, Willem Johannes (beeldmateriaal Erfgoed Leiden en Omstreken)
Houtzaagmolen 'd'Heesterboom is één van de meest gave achtkante houtzaagmolens die Nederland nog telt. Het is een rietgedekte stelling molen op de zaagschuur. De molen dateert uit 1804 en tot 1920 werd er op windkracht gezaagd, daarna, tot 1956, werd de zagerij elektrisch aangedreven. Na die tijd raakte de molen in verval totdat een restauratie in 1962 d' Heesterboom weer maalvaardig maakte.
Sinds 1993 is de molen eigendom van Stichting Houtzaagmolen De Heesterboom,
Geschiedenis
Al vóór 1663 stond er op deze plek een houtzaagmolen en werd hier in hout gehandeld. Het was een goede locatie want de aan- en afvoer van het hout kon hier direct over het brede water plaatsvinden.
Het was niet de enige molen in dit gebied van Leiden. Vlak bij de Boshuizersluis stond de paltrokmolen 'de Ruyter'. In 1629 werd, ongeveer op de hoogte van de huidige brug ten zuiden van de molen, de lakenvolmolen 'de Veenvos' gebouwd. Deze molen verbrandde vóór 1699, en werd kort daarna opgevolgd door een gerst-pelmolen. Deze achtkante molen werd in 1759 door Gerrit van der Meulen verbouwd tot zaagmolen. De molen kreeg de naam 'de Eendragt'.
De molen 'de Ruyter' werd in 1697 ongeveer 100 meter verplaatst naar de plek waar nu molen 'd' Heesterboom' staat. Korte tijd later werd 'de Ruyter' weer afgebroken en in 1701 opgevolgd door de achtkante zaagmolen 'de Valk'.
Op pal naast elkaar gelegen terreinen aan de Haagweg waren nu twee houtzaagmolens tegen elkaar aan het opmalen! Het zou nog erger worden, want in 1785 diende de toenmalige eigenaar van molen 'de Valk' bij de Raad der stad Leiden een protest in tegen het bouwen van een paltrokmolen, te bouwen door de eigenaar van 'de Eendragt', op een stuk grond precies tussen de al bestaande houtzaagmolens in. Na een lange briefwisseling kwamen beide partijen overeen dat de paltrokmolen op een terrein aan de overkant van het Galgewater, recht tegenover 'de Valk' mocht worden gebouwd. Deze molen, genaamd 'de Samson', kwam gereed in 1785, maar brandde af in 1796.
In 1796 kocht houtkoper Johannes van Hees molen 'de Valk' met erf, loods en huizen.
In de nacht van 25 op 26 augustus 1802 sloeg het noodlot toe en brandde de molen tot de grond toe af, vermoedelijk door een blikseminslag.
Op 27 januari 1803 werd Johannes van Hees door de Raad der stad Leiden vergunning verleend tot het bouwen van een nieuwe zaagmolen. Deze was in 1804 gereed en werd genaamd 'd' Heesterboom'.
Johannes van Hees verkocht in 1815 molen 'd' Heesterboom' aan Leendert Dorrepaal en Hendrik Meygaard, die de molen alweer in 1819 doorverkochten aan Cornelis Oudshoorn en Christiaan Jonathan Zaalberg. Deze laatste bouwde rond 1840 halverwege 'd' Heesterboom' en de Boshuizersluis een paltrok zaagmolen. De molen kreeg de naam van de jongste van zijn acht dochters, 'de Jonge Paulina'.
In 1848 kocht Johannes Hendrikus Meerburg de beide zaagmolens 'd' Heesterboom' en 'de Jonge Paulina'. Hij was toen al door vererving in het bezit gekomen van molen 'de Eendragt'. Aan negentig jaar concurrentie was nu een einde gekomen.
Komend vanuit de Witte Poort van Leiden zag men als eerste molen 'de Jonge Paulina', net na de brug over de Boshuizersluis. Honderd meter verder, en eveneens langs het Galgewater, stond 'd' Heesterboom' met daaromheen twee houtloodsen en een molenaarshuis. Na nog eens honderd meter stond als laatste molen 'de Eendragt', ook te midden van houtloodsen, woningen, koetshuis en schuitenhuis.
Dirk Dirksz. Noordman kocht in 1856 de houtzagerij met de twee molens, 'de Jonge Paulina' was toen al verdwenen. Houthandel D.D. Noordman, die twee van de drie molens in 1856 kocht, bleef nog lang met de houtzaagmolens werken, totdat de elektriciteit in 1920 de wind buiten spel zette.
Elektriciteit
Lange tijd heeft de houthandel D.D. Noordman met twee houtzaagmolens gewerkt, totdat in 1920 de elektriciteit de wind buiten spel zette. ‘De Heesterboom’ werd in dat jaar van een elektrische aandrijving en een nieuw type zagen voorzien. Dat voldeed zo goed, dat in november 1922 molen ‘de Eendracht’ werd gesloopt.
Hoewel het mogelijk bleef om met windkracht te zagen, gebeurde dat in de praktijk na 1924 niet meer. Met de motor bleef de molen nog tot 1953 bomen zagen, totdat een breuk van de krukas het hele binnenwerk stil legde. Herstel bleek niet meer lonend, zodat er voor de molen een roemloos einde in het verschiet leek te liggen.
Behoud
Gelukkig werd tijdig de noodzaak van het behoud van een toen al zeer zeldzaam geworden houtzaagmolen ingezien, vooral omdat het complete binnenwerk en alle originele gereedschappen nog aanwezig waren. Met provinciale en gemeentelijke subsidies werd de molen in 1962 uitwendig hersteld en onderhouden.
Door inzet van de familie Noordman en een enthousiaste groep vrijwillige molenaars bleef de molen regelmatig in bedrijf, en werd er op de aloude manier weer op de wind hout gezaagd.
Na 137 jaar in eigendom te zijn geweest van vijf generaties Noordman, werd de molen in januari 1993 overgedragen aan de “Stichting Houtzaagmolen de Heesterboom”.
Tussen 1992 en 1994 onderging de molen groot onderhoud en werden de stelling en de twee zaagschuren werden vernieuwd.
Van 2002 tot 2005 heeft de molen stilgestaan na een breuk in de krukas. De Stichting heeft een nieuwe krukas laten smeden die op 21 februari 2005 gestoken werd.
Nauwelijks twee jaar later moest de molen weer stil gezet worden omdat bouwwerkzaamheden in de omgeving de molen deden verzakken.
Sinds mei 2008 is 'd' Heesterboom' weer rechtgezet.
De molen is draaivaardig, maar door de nieuwbouw in de omgeving is de molenbiotoop behoorlijk achteruitgegaan.
Een verhaal over de restauratie (een verdwenen boom) vindt u in deze bijlage
Een impressie van de restauratie in Aprilen de onthulling op 8 juli 2018 ziet u hieronder;
Foto Kompier april 2018
..
Rechts; Voorzitter van de Werkgroep Geveltekens A. Geertsema onthult het schilderwerk.
...
foto de Sterke.
Bronnen:
D. Kompier 2017; Een verdwenen boom.
Website van molen d'Heesterboom: https://sites.google.com/site/houtzaagmolendeheesterboom/geschiedenis
Website Open Monumentendag
Wikipedia
www.molensinleiden.nl
Opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden. Als u contact wil opnemen; zie ons colofon. Eventuele aanvullingen voor dit verhaal worden doorgestuurd t.a.v. Dik Kompier.