Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Vaartocht 'Dempen van grachten in de Leidse binnenstad'

  • Genealogie
  • Hillegom
  • Gebouwen

Tekst voor vaartocht 16 oktober 2010 i.k.v. Week van de Geschiedenis/Land en Water.

Vaarroute op 16 oktober 2010
RAL i.s.m. Restaurant Babbels
M.M. Louwerse-Zimmerman
Regionaal Archief Leiden
Bijgewerkt 25 oktober 2010

1. Start Boisotkade (Witte Singel)
• Het Thema van de Week van de Geschiedenis voor dit jaar is: Land en Water. Dat thema zal centraal staan bij deze vaartocht die in samenwerking met Restaurant Babbels is georganiseerd. We passeren natuurlijk ook andere interessante locaties, maar beperken ons zoveel mogelijk tot ons thema.

• Leiden is een echte waterstad, maar in vroegere eeuwen - zie het plattegrondje - was er nog veel meer water in deze stad. Transport was (en is het eigenlijk nog steeds) de levensader van de economie; daarom was veel en goed vaarwater erg belangrijk voor een nederzetting. En dit geldt zeker voor het ontstaan van Leiden.

• Bijna alle sloten (later grachten) waren vóór de verstedelijking van Leiden al aanwezig. Deze werden tijdens de stadsuitbreiding uitgebaggerd en vaak verbreed, soms wat rechtgetrokken en van walkanten voorzien (en in de zeventiende eeuw vaak totaal nieuw gegraven) en langs deze sloten (grachten) werden staten aangelegd. Tussen de gracht en de voorgevels van de te bouwen huizen hield men daarvoor voldoende ruimte vrij.

• Maar enkele grachten in Leiden zijn in de 19e en 20e eeuw gedempt nadat ze eerder overwelfd zijn geweest.

2. Neksluisbrug (Jan van Goyenkade)

• Voor de Neksluisbrug zijn sluisdeuren bevestigd, zoals bij een schutsluis. Deze brug is de enige sluisbrug in de singels van Leiden. De deuren, en ook de keerdeuren onder alle andere bruggen en doorgangen in de Hoge Rijndijk van Katwijk tot Bodegraven, zijn bedoeld om de doorstroming van het water naar het zuidelijk deel van Rijnland tegen te gaan als het water in de Oude Rijn te hoog komt te staan.Tegenwoordig is de kans hierop minimaal. Tijdens de jaarlijkse schouw door het Hoogheemraadschap van Rijnland worden de sluisdeuren getest.

• Tussen Katwijk en Bodegraven bevinden zich nog zo'n 50 bruggen met sluisdeuren.

3. Vlietbrug (onderdoor)

• Boven de boog van de Vlietbrug zijn ophangpunten (zgn. duimen) bevestigd waaraan sinds de bouw van de brug in 1610 opengewerkte ijzeren hekken hingen. De hekken werden, afhankelijk van het seizoen maar meestal om 10.00 uur 's avonds, dichtgedraaid om smokkelarij tegen te gaan.

• In 1644 werden deze hekken vervangen door houten deuren, maar deze waren bedoeld om het water dat in de Witte Singel, dat als in een soort reservoir werd verzameld en opgestuwd, bij het opendraaien met kracht door de Vliet te laten stromen, om ten slotte in de Stinksloot (tussen de Maresingel en Slaaghsloot) uit te komen. Daar maalde een molen het met losgewoelde slik en bagger vervuilde water in de Slaagsloot, waar het via de Zijl of Warmonder Leede naar de Kagerplassen en Haarlemmermeer stroomde en door natuurlijke vertering gereinigd werd.

4. Vliet

• De Vliet is, historisch gezien, een zeer indrukwekkend stukje water. Het was de vaarroute vanuit de stad naar het zuiden.

• Vanaf november 1573 werd de stad Leiden belegerd door de Spaanse veldheer Valdez. Op 3 oktober 1574 voeren de Watergeuzen onder commando van admiraal Boisot de stad Leiden binnen. Nog altijd viert Leiden op 3 oktober het Leidens Ontzet.

• In 1620 was de Vliet het vertrekpunt van de Pilgrims (Engelse protestanten die van 1609 tot 1620 in Leiden woonden) om met een schip van Delfshaven via Engeland naar Amerika te vertrekken. Niet minder dan negen Amerikaanse presidenten zijn directe afstammelingen van de Leidse Pilgrims (vader en zoon Adams, Taylor, Grant, Garfield, Roosevelt, vader en zoon Bush en Obama).

• In 1864 is de Koepoortsgracht gedempt (nu Doezastraat) en in 1875 de Cellebroersgracht (nu Kaiserstraat). De Vliet is als één van de andere evenwijdiglopende grachten toen niet gedempt, want daarvoor was zij (evenals het Levendaal, de Oude Vest en de Langegracht) een te belangrijke waterweg.

• Na 1866 zijn de meeste grachten in Leiden gedempt. In datzelfde jaar brak er een cholera-epidemie uit. Stadsarchitect Schaap schreef in een nota over de mogelijkheden tot verbetering van waterverversing en aanleg van riolering. Hij wilde niet alleen de kleine grachten (de door verdunde beer gevulde open riolen) dempen, maar had ook het Rapenburg op zijn lijstje staan.

• In het pand aan de Vliet 11 was tot ca. 1950 sajetfabriek Vervoort en Van Cranenburgh (later Van Cranenburgh en Heringa) gevestigd. De fabriek loosde z'n verfresten in de Vliet, waardoor die haast elke dag een andere kleur kreeg.

• Tot 1997 waren nog niet alle huizen aan de Vliet aangesloten op het riool. Het afvalwater werd door een pijp rechtstreeks in de Vliet geloosd.

5. Rapenburg/Steenschuur (onderdoor St. Jeroensbrug)

• Ook het Rapenburg is ontkomen aan de dempingsdrang; daarom kunnen we er nog heerlijk op varen en u de bezienswaardigheden van onze historische binnenstad laten zien.

• In de walkanten ziet u dichtgemetselde openingen van grachten.

• Op 12 januari 1807 voltrok zich in Leiden een enorme ramp: de Buskruitramp. Aan de zijde van het Kamerlingh Onnes Laboratorium, nu rechtenfaculteit, lag een schip met 37.000 pond buskruit, dat onderweg was van de kruitmolen in Ouderkerk (NH) naar het magazijn in Delft (ZH).
Het schip had hier aangelegd, maar had eigenlijk nooit binnen de singels mogen komen. Toen waren er nog geen ondubbelzinnige regels voor vervoer van gevaarlijke stoffen.
Adam van Schie, eigenaar en tevens schipper van het schip, was wegens ziekte niet aan boord, maar wel zijn twee zoons en een knecht. Die gingen op familiebezoek aan de Garenmarkt. Na terugkomst wilden ze eerst nog aardappelen met spek eten. Ze hadden daarom een pan met aardappelen op het vuur gezet. Binnen één seconde stond het schip in lichterlaaie, er was een witte wolk boven het Rapenburg zichtbaar en direct daarop klonk een doffe dreun. Dit stukje Leiden veranderde in één klap in een brandende puinhoop.

• Baggeraar Jan Overduin was getuige van deze ramp. Op dat moment was hij bezig de ondiepten in het Steenschuur met een beugel weg te baggeren, maar hij overleefde de ramp waarbij zo’n 160 mensen omkwamen.

• Ter hoogte van waar het schip lag is een gedenksteen ter nagedachtenis van de ramp in de walmuur gemetseld.

6. Langebrug

• Tot de overwulving vanaf het begin van de zeventiende eeuw werd de Langebrug Voldersgracht genoemd.

• Het 'vollen' van geweven stoffen was een proces in de lakennijverheid. De stof lag in grote kuipen met daarin een mengsel van urine, vette klei en ranzige boter. De vollers stampten urenlang op de wollen stof met hun blote voeten of vlakke schoeisel. Door vollen verviltte de stof en werd mooi egaal. De brei werd ten slotte in de gracht geloosd.

• In 1479 waren bijna alle vollerijen aan de Langebrug al weg, maar de doorspoeling van het grachtwater bleef problematisch. In 1591 wees stadssecretaris Jan van Hout de vollerijen aan als voornaamste oorzaak van 'het bederf der wateren'.

• In 1595 werd de eerste stenen overwelving over de Langebrug gebouwd (tussen Ketelboetersteeg en Boomgaardsteeg). De gracht werd als het ware 'overkluisd' om stankoverlast te voorkomen. In 1668 was er geen open water meer te zien. De gracht was één lange brug geworden, vandaar de naam Langebrug. In 1956 is de Langebrug definitief gedempt omdat er steeds meer gaten in de overkluizing vielen.

7. Gangetje (onderdoor Karnemelksbrug)

• In 1928 is het Gangetje verbreed door de sloop van een paar huizen aan de kant van de Breestraat. Tien jaar later werd het overkluisd en de Karnemelksbrug verbreed i.v.m. het toenemende verkeer. Nu zijn de marktkooplui er blij mee, want er kunnen marktkramen staan.

8. Nieuwe Rijn - Gansoordbrug

• De Gansoordbrug (de eerste brug dateert van ongeveer 1355 en de huidige van 1960) is ontworpen als onderdeel van de City-ring. Deze brug werd zo laag mogelijk gebouwd en vastgemaakt, zodat grotere boten niet verder kunnen varen.


9. Huizen Nieuwe Rijn

• De huizen rechts staan met hun achtergevel in het water, of er is een klein terrasje aangebouwd als een soort achtertuin. Het zijn vaak grote en diepe (winkel)panden geweest die met hun voorgevel aan de Hogewoerd staan. Het was gemakkelijk om de bevoorrading van de winkels vanuit het schip in het pakhuis te takelen.

10. Nieuwe Rijn - Kraaierbrug

• Op de plaats van de Kraaierbrug was voorheen een gat in de stadsmuur. Drijfbomen zorgden er toen voor dat boten niet zomaar de stad in konden varen. De eerste brug is in 1659 gebouwd. De huidige Kraaierbrug is (weer) een ophaalbrug, maar wordt nooit meer opgehaald.

11. Hooigracht/Middelstegracht/ Uiterstegracht

• Links de gedempte Hooigracht, Middelstegracht en Uiterstegracht. In 1681 werd de Hooigracht gedempt en van een groot gemetseld riool voorzien en in de tweede helft van de jaren dertig van de vorige eeuw van een betonnen riool voorzien. De Middelstegracht werd in twee blokken gedempt, in 1931/1932 en 1957. De Uiterstegracht in 1959.

• Het Leidsch Dagblad van 6 september 1956 bericht daarover:
Met instemming lazen wij over de demping van de Middelstegracht, maar zou het niet eens tijd worden, dat ook aan de Uiterstegracht eens gedacht wordt? In 1938 werden de walkanten al afgezet met palen omdat zij op instorten stonden. Nu is er al een 15 meter ingestort (…).

12. Water voor bier

• Leiden had meer dan 30 bierbrouwerijen. Water was nodig voor de bereiding van het bier. Dat haalde men tot de 17e eeuw uit de putten en grachten. Rond 1630 was het water in de grachten zo sterk vervuild dat het niet meer geschikt was voor de bereiding van bier. Daarna werd water uit de Oude Rijn bij Valkenburg gehaald. Daar had men heerlijk schoon duinwater dat in de Kaswatering (naam van een brede sloot) kwelde en naar de Oude Rijn stroomde. Duinen zijn namelijk een reservoir van zoet water. Als er te veel water in komt, dan kwelt het aan de voet van de duinen naar boven. Met een waterschuit (in de bodem zat een gat en dat was afsluitbaar) werd het water ingelaten en/of in watertonnen gedaan en vervoerd naar Leiden.

13. Utrechtse Veer

• De straat rechts van ons heet Utrechtse Veer. Hier vertrokken veerschuiten in beurtveer naar en van hun bestemming Utrecht, Woerden, etc.

• Een beurtveer was een schuit die voer van Leiden naar (bijvoorbeeld) Utrecht; deze kon meteen leeg terug of moest in Utrecht op zijn beurt wachten op aanbod van nieuwe lading naar Leiden. In die tijd waren er vrachtschuiten, passagiersschuiten en schepen met gemengde ‘lading’.

• Vanaf 1662 vertrokken ook trekschuiten naar Utrecht. Een trekschuitveer is voor het vervoer van personen bedoeld. Dit vertrok volgens een strak schema en werd getrokken door één paard.

14. Herengracht (onderdoor Herenbrug)

• De Herengracht werd in de periode 1346-1351 gegraven als stadssingel. Dit was toen de rand van de stad. Aan de even kant stond een stadsmuur met torens die in 1659 werd afgebroken en onder huizen verdween (waar hij nog steeds ligt). De gracht werd toen iets verplaatst om ruimte te maken voor een straat en huizen die aanzienlijk moesten worden en daarom meer ruimte vroegen.

• De gevels van de huizen werden ook wel eens in een andere kleur dan het meest gebruikelijke wit geverfd, bijv. ossenbloedrood. Dit deed men om een egale mooie gevel te krijgen, zodat de slechte plekken van de gevel minder of niet zichtbaar werden.


15. Herengracht 35 - Oudeliedenhuis

• Rechts het Oudeliedenhuis uit 1885. Op deze plek stond voorheen ook al een Oudeliedenhuis en daarvoor een lakenfabriek van Krantz. Tegenwoordig is het studentenhuisvesting.

16. Herengracht 38 - Wolpakhuis

• Als een soort contrast staat links het betonnen wolpakhuis van Van Wijk & Co. uit jaren ‘30 van de vorige eeuw.

17. Lourisbrug

• De driebogige stenen (Louris)brug dateert uit 1659. Omdat het water hier breed was, zou een brug van één boog te zwak zijn, vandaar dat men één grote boog met aan weerszijden een kleine boog bouwde over het water.

• De meeste huizen aan weerszijden dateren uit 1660 en volgende jaren, maar veel huizen zijn verbouwd of totaal vervangen. Dat geldt ook voor de kerk die we aan stuurboord zien (Herengracht 68-70). Deze werd in 1878 voor de Christelijk Afgescheidenen (Kerk onder het Kruis) nieuw gebouwd en doet nu dienst als kerkgebouw voor de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt (art. 31 K.O.).

18. Haven

• Sinds 1595 had Leiden een haven buiten de Zijlpoort (buitenhaven). De Oude Rijn werd daarvoor plaatselijk verbreed zodat daar schepen konden liggen. Door de stadsuitbreiding van 1644 kwam de oude haven binnen de veste te liggen (binnenhaven) en heeft men buiten de stad weer een nieuwe haven gegraven.

19. Boomsluitershuisje

• Het boomsluitershuisje staat aan het eind van het rijtje met huizen aan de linkerzijde van dit stukje water. Daar woonde een man die iedere avond de drijvende boom over het water draaide en met een hangslot afsloot, zodat er geen boten in de haven konden varen of komen. Het huisje is zo'n 10 jaar geleden met fondsen van een stichting gerestaureerd.

20. Stadspoorten

• In de 17e eeuw was Leiden omsingeld door stadswallen met acht poorten die toegang gaven tot de stad. Soms wordt wel gezegd dat er tien poorten waren, maar de Hogewoerdsbinnen en -buitenpoort en Wittepoortsbinnen en -buitenpoort hoorden bij elkaar en moeten elk voor één gerekend worden. De buitenpoort werd gebouwd als extra verdediging. Twee poorten zijn door de eeuwen heen behouden, te weten de Zijlpoort (gebouwd in 1667-1669) en Morspoort (gebouwd in 1668-1669).

• De Zijlpoort is ontworpen door stadsarchitect Willem van der Helm met beeldhouwwerk van Rombout Verhulst. Deze poort is gebouwd als een klassieke Romeinse triomfpoort en voorzien van decoraties die verwijzen naar overwinningen, macht en aanzien van de keizer. Twee leeuwen, symbool van de kracht, houden het wapen van stad Leiden vast. De leeuwen worden geflankeerd door kanonslopen en een Romeins harnas. Te zien is de Romeinse oorlogsgod Mars en aan de andere zijde Medusa, een figuur uit de klassieke mythologie.

• Bij de laatste restauratie van de Zijlpoort is een stukje aarden wal aangebracht als herinnering aan de situatie in de zeventiende eeuw, toen stadspoorten de enige onderbrekingen vormden van de wallen en bolwerken om de stad. De Zijlpoort doet tegenwoordig dienst als restaurant.

21. Ankerpark

• Het Ankerpark dankt z'n naam aan de ankers die voor de Marine en andere scheepvaart door de Grofsmederij werden gemaakt. De Koninklijke Nederlandsche Grofsmederij had veel octrooien o.a. voor scheepsankers en scheepskettingen.

22. Oude Rijn - Schrijversbrug

• In de zeventiende eeuw noteerden schrijvers in enkele accijnshuisjes welke goederen de stad binnenkwamen en hoeveel belasting daarover betaald moest worden. De afschaffing van de laatste gemeentelijke accijnzen vond pas plaats in 1865.
• Tegenwoordig schrijven brugwachters hier nog steeds op hoeveel schepen Leiden binnenkomen en innen zij haven- of liggeld. Diezelfde brugwachters houden ook de andere bruggen in Leiden in de gaten voor het openen en sluiten vanaf dit centrale punt. Als de brug niet op afstand te bedienen valt, wordt er een brugwachter naar toe gestuurd. Uiteraard moet voor deze diensten betaald worden.
23. Ververs Pieter en Johan de la Court

• In 1645 verleende het Gerecht van Leiden vergunning aan de ververs Pieter en Johan de la Court om voor hunne ververij een houten pijp door de straat te leggen om het water uit den Ouden Rijn te trekken.


24. Samenkomen Oude en Nieuwe Rijn (na Visbrug)

• We arriveren op een van de belangrijkste plekken van Leiden, daar waar Oude en Nieuwe Rijn samenkomen. Deze locatie was van strategisch belang.
• In de negende of tiende eeuw werd een heuvel gebouwd op de westelijke punt van het Waardeiland. De heuvel werd aangelegd vanwege defensie en in geval van overstroming konden de bewoners hier naar toe vluchten. De Burcht werd wel drie keer verhoogd met zoden en klei. Ergens na 1225 kreeg de Burcht een tufstenen ringmuur. Tufsteen is natuursteen uit de Eifel dat al door de Romeinen naar Roomburg (Matilo) werd gebracht en vermoedelijk is het tufsteen voor de verhoging van de Burcht uit Roomburg gehaald. Tussen de tufsteen zaten ook bakstenen. De Burcht was goed beschermd door de Rijnarmen. Aan de oostzijde werd de Burchtgracht gegraven (nu Van der Sterrepad). Het zuidelijke gedeelte van Burchtgracht werd in 1670 overwelfd; het noordelijke deel in 1917 gedempt en van riolering voorzien.
25. Hoogstraat

• Vanaf de vroegste tijden werd de Hoogstraat als grote stenen brug gebouwd waarbij een aantal bogen als kelders dienst deden. Het gaat hier dan om zgn. droge bogen, die op het land werden gebouwd. De St. Jansbrug (aan de zijde van Miss Etam) heeft twee kleine en een grote boog en de Visbrug aan de kant van de V&D heeft twee bogen. In 1637 werd de Hoogstraat verbreed.

• De kelders doen nu onder meer dienst als café-restaurant (Annies) met sinds een tiental jaren ook terrasboten.

26. Waaghoofd

• Het Waaggebouw aan de Aalmarkt dateert van 1657 en is een ontwerp van Pieter Post. Voor het gebouw ligt het Waaghoofd, dat is de plaats/kade waar een kraan stond, zodat schepen hun zware lading daar konden lossen (en meteen laten wegen).

27. Kippenbrug

• De Kippenbrug dankt zijn naam aan het pluimvee (ook honden en vinken) dat hier op marktdagen werd verhandeld.

28. Apothekersdijk

• Rechts is de Apothekersdijk waar onder meer bloemen, planten en geneeskundige kruiden uit Noordwijk gekocht kon worden. Noordwijk was een plaats bij uitstek op het gebied van de teelt van (geneeskundige) kruiden (venkel, karweizaad, basilicum, bieslook, etc.). vanwege de vruchtbare grond.
29. Stadsgehoorzaal

• Links zien we de nieuwbouw op de plek van de Lucas van Leyden-school. Dit gebouw hoort tegenwoordig bij het complex van de Stadsgehoorzaal. Op deze plek heeft altijd vrij grote en hoge bebouwing gestaan, want van oudsher stond hier het Sint Catharinagasthuis.


30. Boommarkt

• Links de Boommarkt, waar in vroeger eeuwen vooral hout te koop was en veel aannemers woonden.

31. Apothekersdijk - Leidse Volkshuis

• In 1899 is het Leidse Volkshuis gebouwd naar een ontwerp van W.C. Mulder. Deze heeft de neo-renessancestijl vervangen door een modernere bouwstijl, die veel weg heeft van die van architect H.P. Berlage, bekend van de Beurs van Berlage in Amsterdam. De beide ingangen van het Leidse Volkshuis zijn door Mulder voorzien van licht vooruitspringende delen in de gevels en hij heeft gemeend dat natuursteen de grootste constructieve belastingen moest aangeven.

• Het gebouw was gebouwd voor de activiteiten van de Stichting Het Leidsche Volkshuis. Deze stichting werd opgericht door drie hoogleraren van de Leidse juridische faculteit. De bedoeling was om aan de mindere bevolkingsklassen in Leiden cursussen te geven ter ontwikkeling, beschaving en geluk. Het Leids Volkshuis was één van de eerste instellingen die het clubhuiswerk invoerde. Het Leids Volkshuis is samen met de Leidse Openbare Bibliotheek en Streekmuziekschool Leiden e.o. in 2008 opgegaan in BplusC.

32. Boommarkt 23 - Hotel Nieuw Minerva

• Hotel Nieuw Minerva is gehuisvest in zes grachtenpanden uit in principe de zestiende eeuw. De inrichting van het hotel is Oud-Hollands te noemen. Dit hotel bezit 39 eenvoudige tot zeer luxe kamers, themakamers genaamd, en is goed voor 90 slaapplaatsen.

Zo kun je de 'romantische' Rozenkamer met in de badkamer gouden kranen boeken, een 'Deftige' kamer met een bed waarin koning Lodewijk Napoleon nog heeft geslapen, een 'Art Deco'-stijlkamer met Delftsblauwe decoratie en een kamer in 'Jachtstijl', met als hoogtepunt de bruidssuite.

• Eén van die panden werd in 1830 (slechts een half jaar) bewoond door J.R. Thorbecke, de schrijver van de Nederlandse grondwet van 1848.

33. Galgewater

• Vanaf de Bostelbrug (tussen Prinsessekade en Kort Rapenburg), waar in de Middeleeuwen bostel (een afvalproduct van de bierbrouwerij) als veevoer werd verhandeld, begint het Galgewater. Deze naam is ontleend aan de galg die vroeger langs dit water stond, waar de lichamen van veroordeelde misdadigers, of delen daarvan, werden tentoongesteld.
• Bostel is de vacht van tarwe of gerstekorrel (harde delen) die niet in moutbeslag te verwerken zijn en dus eruit werden gehaald.


34. Stadstimmerwerf

• Eind zestiende eeuw nam het stadsbestuur door de groei van stad Leiden de zorg voor openbare werken over (zorg voor bruggen, walmuren, straten en stadsreiniging). In 1612 werd in deze uitbreidingswijk gestart met de bouw van een werk- en opslagplaats voor Openbare Werken. Deze plek was ideaal omdat hij grensde aan diep vaarwater voor het transport (aan- en afvoer van hout, etc.) en er was voldoende ruimte; omwonenden hadden geen last van het lawaai.
• Bij de stadstimmerwerf werd ook een woonhuis voor de toenmalige stadstimmerman (Jan Ottenz. van Seyst) gebouwd. De hoge trapgevel in renaissancestijl is opgetrokken uit rode baksteen, natuurstenen ‘speklagen’ en kruiskozijnen met rood-witte luiken. Bovenop de gevel staat een leeuw met het Leidse stadswapen. In 1614 werd een stadssteenhouwers-werkplaats en een woonhuis voor de stadssteenhouwer Willem Claesz. van Es aan het complex toegevoegd. Dit gedeelte, waar ook het woonhuis voor de stadsmetselaar werd ingericht, bevindt zich aan de kant van de 1e Binnenvestgracht. Helaas moest in 1824 deze vleugel wijken voor de bouw van de Morspoortkazerne.
• Tot 1986 was de stadstimmerwerf het onderkomen (werkplaats) van de dienst Gemeentewerken. In de jaren 1989-1991 werd het complex gerestaureerd in opdracht van de nieuwe eigenaar, de Stichting tot Exploitatie van Bejaardenwoningen Leiden e.o. In de grote werkruimten en zolders kwamen 33 wooneenheden voor ouderen.

35. Molen De Put

• Molen de Put dankt zijn naam aan Jan Jansz. Put, die de molen liet bouwen op het bastion aan het Galgewater. Dit is een standerdmolen met de functie van korenmolen met één koppel maalstenen.

• Deze molen is geen originele molen uit 1619 maar een replica uit 1987. In 1640 brandde de molen af en werd snel daarna herbouwd. Na een actie onder de Leidse bevolking werd in 1987 gestart met de herbouw van molen naar het oorspronkelijke model van 1640.

36. Morspoort

• Morsch betekent moeras en dat was dit gebied zeker. Het was oorspronkelijk een drassig, moerasachtig gebied met kleiafzettingen, waar de dijk langs het Galgewater toegang gaf tot de stadswijk die in 1611 tot stand kwam. De Morsstraat heette vroeger niet voor niets de Kleiweg.

• Aan de Kleiweg stond het geboortehuis van Willem van der Helm, architect van onder meer de Morschpoort in 1669, voorheen een houten poort uit 1640. Zijn opdrachtgever was het Leidse stadsbestuur, dat koos voor een achtkantige koepel. Er zijn maar vier van de acht geplande vensters gerealiseerd. Stadsmeester-steenhouwer Jan de Melander gaf leiding aan het steenhouwerswerk: het stadswapen, het kwabornament, de kopjes boven de vensters, het jaartal en de bewerkte steentjes onder de kroonlijst. De bouwstijl was voor die tijd ouderwets te noemen. Van der Helm gebruikte de Hollandse renaissancestijl. Kenmerkend is de afwisseling van natuur- en baksteen en veel beeldhouwwerk. De koepel was wel weer modern. Het is mogelijk dat Van der Helm koos voor een ouderwets ontwerp omdat dat beter aansloot bij de andere gebouwen in deze wijk, zoals de Stadstimmerwerf (1612) en de Rijnsburgerpoort uit 1632.


37. Noordeinde 2a - Kweekschool voor Zeevaart

• Eerst was hier een opvangplaats voor Leidse straatschoffies. In 1855 begonnen 24 jongens aan de opleiding tot matroos in een kil en vochtig gebouw. In 1858 werd het internaat te klein bevonden en gesloopt. Het huidige gebouw is in 1878/1879 gebouwd en geschikt voor 300 jongens.
• De inrichting van het internaat lijkt op de indeling van een schip: de kap heeft de vorm van een omgekeerde kiel, het trappenhuis had een commandobrug, de jongens sliepen in hangmatten en de ruimtes konden worden omgebouwd van eetzaal tot slaapzaal tot recreatiezaal. Boven de hoofdentree is een borstbeeld van Prins Hendrik 'de Zeevaarder', erevoorzitter van de school, te zien.
• In de periode 1914-1922 was het een opleidingsinstituut voor leerling-officieren van de Koninklijke Marine, daarna tot 1932 een opleidingscentrum voor kustwachtsoldaten. Het pand bood vervolgens ook nog onderdak aan de Rijksuniversiteit, de Wehrmacht en de Mijnenopruimingsdienst.

38. Witte Singel - Blauwe Bolwerk Sterrewacht

• De Witte Singel is gegraven tussen 1390 en 1400.

• De singel ligt aan de buitenkant van de stad en heeft aan de binnenkant een muur, wallen of bolwerken en aan de buitenkant (landzijde) een weg met sloot.

• Op het plattegrondje zijn de resten van bolwerken uit de middeleeuwen en gouden eeuw te zien. Bolwerken vormden samen met wallen en singels de verdedigingswerken van de stad. Het Grote Bolwerk (of Blauwe Bolwerk) is één van de oudste bolwerken. Vanaf 1635 is men daarop gaan begraven vanwege de pest en men is blijven doorgaan met begraven tot 1816. In dat jaar is het bolwerk bij de Hortus getrokken en in 1860 is daarop de Sterrewacht gebouwd.

• Enkele bolwerken in Leiden zijn nog steeds ingericht als begraafplaats (Groenesteeg en Zijlpoort), andere hebben een parkfunctie gekregen (Sterrenwacht, Plantsoen, Katoenpark, Ankerpark, Huigpark).

39. Slot

• Grachten waren nuttig voor de doorvaart (transportwegen van vroeger), vuilafvoer en brandbluswater.

• Mensen dronken hemelwater dat werd opgevangen in regenbakken en tonnen. Kinderen en volwassenen dronken vanaf de diepste middeleeuwen tot rond 1800 veel bier omdat dit gekookt water was.

• In Leiden kon je uitwerpselen ook met een schip of kar laten afvoeren, maar meestal werden ze in een beerput opgevangen, waarbij het verteerde restant door een pijp onder de gang van het huis in de gracht geloosd werd. In de stadsgrachten lagen dus veel fecaliën.

• Het zware materiaal zakte naar beneden en moest uitgebaggerd worden. In Amsterdam en elders had je het tonnenstelsel; met een ‘boldootkar’ werden daar de poeptonnen opgehaald.

• De grachten in Leiden werden vooral gedempt om stankoverlast tegen te gaan, maar we zijn blij dat er nog ruim 28 kilometer grachten en singels en 68 bruggen in onze historische stad zijn overgebleven.


Geraadpleegde bronnen:
Tekst vaartocht Leiden 2003/2004 door MLZ
Regionaal Archief Leiden: www.erfgoedleiden.nl
Leidse Canon: www.deleidsecanon.nl
Bruggen van Leiden: www.bruggenvanleiden.nl
Leidse Jaartallen: www.hollebeek.nl
Leiden Stad van ontdekkingen: portal.leiden.nl/ontdekken/historie/geschiedenis
Geschiedenis van Zuid-Holland: www.geschiedenisvanzuidholland.nl/verhalen/geografischelocatie/39/geschiedenis-van-leiden
Lijst dempingen van grachten in binnenstad van Leiden: P.J.M. de Baar
Wikipedia De vrije encyclopedie: nl.wikipedia.org/wiki/Leiden
e.a.


Noot:
De tekst voor deze vaartocht is samengesteld in het kader van De week van de Geschiedenis met als thema voor het jaar 2010: Land en Water. Door het RAL is hiervoor het dempen van grachten in de Leidse binnenstad belicht.
Deze tekst beoogt niet een volledige opsomming te zijn van de bezienswaardigheden en andere historische feiten langs de vaarroute van 16 oktober 2010.
Op deze dag was de Oude Rijn bij de Kerkbrug richting Dullebrug e.v. afgesloten vanwege baggerwerkzaamheden waardoor een andere vaarroute moest worden gekozen (Oude Vest, Galgewater, De Rijn en terug naar Galgewater) om bij de Waaghoofdbrug e.v. te komen.


Citaten uit kranten

Ingezonden brief LD 1870
Mijnheer de Redacteur!
Onder de menigvuldige verfraaijingen en verbeteringen welke in de laatste jaren in deze Gemeente zijn tot stand gebracht, behoort in de eerste plaats het amoveeren der oude poorten. In de tweede plaats heeft onze Gemeente groote verbeteringen ondergaan door het vervangen van de oude, ondoelmatige ophaalbruggen, maar in de derde plaats mag volstrekt niet over het hoofd worden gezien het dempen van eenige stinkpoelen bijgenaamd grachten (…), welke tot niets dienstig zijn dan om vuilnis en onreinheden in te verzamelen. (…) wel is waar is men nu weder begonnen met een dier grootste stinkpoelen in een aangename wandeling te herscheppen, maar waarom niet verder gegaan? Waartoe toch dienen de Zijdgracht, de Geeregracht, al de binnenvestgrachten, Kijfgracht, Uiterstegracht en Middelstegracht anders dan om vuilnis, puin, asch en rioolvuil te verzamelen? (…)
Welk nut heeft de demping van de ijzeren gracht niet te weeg gebracht? Daardoor toch heeft onze wijdberoemde veemarkt (…) eene belangrijke uitbreiding gekregen (…) ja zelfs is het te voorzien, dat als men eenmaal de Kortelangegracht dempt, hetgeen noodzakelijk zal worden als de binnenvestgracht bij het nieuwe ziekenhuis gedempt is, doordien de Kortelangegracht haar doorspoeling zal missen, en het nu reeds zoo stinkende water in een stinkende poel zal veranderen, het daardoor verkregen terrein mede dienstbaar wordt gemaakt voor de schapenmarkt, de uitbreiding hoe langer zoo meer zou toenemen.

LC 1940 (8 mei)
Aan de Langegracht groeit roet en het vettige water walmt en dampt. Er zal wel niemand bezwaar tegen hebben deze gore gracht te dempen en tot een verkeersweg vol te plempen. Met een gedeelte is dit reeds geschied: het water begon eertijds op de Nieuwe Beestenmarkt (toen IJzerengracht geheten), liep langs de Lammermarkt en kruiste de Mare. (…)

Leidsch Dagblad 14-03-1972 - p.25
(…) ik zeg: de gehele Nieuwe Rijn van begraafplaats (Groenesteeg) t/m Visbrug kan dicht. Precies hetzelfde is mogelijk voor de Oude Rijn van Herengrachtsbrug t/m Donkersteegbrug (= St Jansbrug. T.). Voeg daar nog bij de Oude Vest van Havenplein t/m Turfmarktbrug, wat een ruimte krijgt men dan voor het parkeren van auto's en voor het verkeer. Ds Kret: daar komen de parkeerplaatsen! (Jac. Laman, Leiden).


kaart