Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Villa Cornelia

  • Genealogie
  • Hillegom
  • Gebouwen

Zoeterwoudse Singel 54

...
GT_1315

Villa Cornelia is een gemeentelijk monument.

Een van de opvallendste panden aan de Zoeterwoudsesingel staat op de hoek van een van de slingers daarin en met grote letters is de naam boven de voordeur aangebracht. Maar naar welke Cornelia is die villa genoemd? Dat is eigenlijk een lastige vraag, want er zijn twee kandidaten. Maar misschien heeft de naamgever twee vliegen in één klap willen slaan. Zowel zijn vrouw Cornelia Kanbier als zijn dochter Cornelia Jacoba Botermans kunnen hierin geëerd zijn.
In de tweede helft van de negentiende eeuw waren er twee broers, Johannes (Jan) Botermans (geboren 3 september 1861) en Jacob Nicolaas Botermans (geboren 10 september 1864), zonen van Johannes Botermans, timmerman, en Cecilia van der Meij, die allebei als timmerman werkzaam waren en zich zouden ontwikkelen tot aannemer, projectontwikkelaar en makelaar. Hun relaties werden nog nauwer toen op 17 januari 1883 Jan trouwde met Cornelia Kanbier en Jacob Nicolaas op 2 december 1885 met Jacoba Catharina Kanbier. Zij waren dochters van Jan Kanbier, metselaar, en Jacoba Nieboer, met de aantekening dat Cornelia, geboren 27 maart 1857, pas Kanbier ging heten door het huwelijk van haar ouders op 3 februari 1858, waarbij Jan haar erkende en wettigde. Bovendien woonde J(an) op het adres Middelstegracht 26 en J(acob) N. Middelstegracht 28a. Maar ondanks al die nauwe relaties hielden zij uiteindelijk hun zaken strikt gescheiden. J.N. zou vooral actief zijn met bouwplannen in Vreewijk.
Het Leidsch Dagblad van 11 februari 1903 meldt: “Door den heer J. Botermans, bouwondernemer alhier, is plusminus 2 hectaren land aangekocht, liggende ten westen achter de villa van prof. De Groot [dat was de villa Kidoel, eigendom van de sinoloog prof. J.J.M. de Groot, gebouwd in 1896 en gesloopt in 1939] aan den Zoeterwoudschen Singel, bestemd voor bouwterrein. Reeds is een stratenplan bij B & W ingediend. Volgens dit plan zullen op dit terrein niet minder dan 70 heeren- en burgerhuizen kunnen worden gebouwd, ieder met een flinken tuin en met straten van 10 à 12 meter breed. Zodra de heer Botermans de goedkeuring op het stratenplan van den Raad heeft ontvangen, zal hij zelf met den bouw der huizen aanvangen”. Dit terrein was behoorlijk uitgestrekt; het besloeg de hele hoek tussen de Stadsmolensloot (thans Cronesteinkade) en waar nu de Thorbeckestraat loopt, en met het begin van de dwarsstraten Roodenburgerstraat (waarvan de vier witte huizen aan de noordkant nog in de periode Botermans gebouwd zijn) en Wasstraat. Al op 9 februari had Jan verzocht om de nodige sloten te mogen dempen, maar prof. De Groot protesteerde tegen een en ander. De Gemeenteraad stelde evenwel het stratenplan vast op 23 april 1903, waarbij bepaald werd dat hij wel sloten (met name degene die eigendom van de gemeente waren, dus de sloot langs de singelweg) mocht dempen, maar die grond niet kreeg (in eigendom of erfpacht); die grond moest gevoegd worden bij de openbare straat. Botermans liet er nu geen gras over groeien, want blijkens een bericht in het Leidsch Dagblad van 6 juni zou op 11 juni aanbesteed worden het verfwerk van vier Heerenhuizen aan den Zoeterwoudschen Singel. Als aannemer kon hij wellicht het timmer-, metsel- en loodgieterswerk en dergelijke zelf wel verrichten of had daar een vaste onderaannemer voor, maar dat gold kennelijk niet voor het schilderwerk. Kennelijk zijn de eerste woningen nog dat jaar en in 1904 gereedgekomen. Op 11 februari 1904 besloot de Raad om de door het bouwterrein lopende straat door de gemeente in eigendom en onderhoud over te nemen; dat was gebruikelijk zodra de bouwondernemer voor een voldoende bestrating (en soms verlichting) had zorggedragen. In dit geval ging het om de Wasstraat, genoemd naar de op 4 april 1903 overleden geliefde (oud-)burgemeester mr. François Was, ook wel Burgemeester Wasstraat.
Ook Villa Cornelia kwam in 1904 klaar. Het zal zeker de bedoeling geweest zijn van Botermans om hier zelf te gaan wonen. De Middelstegracht was toen een stinkgracht en zijn vrouw zou die toch wel graag verruild hebben voor Villa Cornelia. Ook zijn dochter Cornelia Jacoba, geboren 4 oktober 1883, zal er wellicht naar uitgekeken hebben. Dat zou pas wonen op stand zijn, en de huurders die rondom hem woonden konden gemakkelijk bij hem terecht, bijvoorbeeld voor het betalen van huur. Maar het zou niet zo lopen. Kennelijk had hij zich toch te snel rijk gerekend, want hij kon zelf maar een deel van zijn bouwplannen realiseren. Integendeel: te vrezen is dat hij langs de rand van een faillissement scheerde. Dat pakte hem fysiek en/of psychisch behoorlijk aan en zijn rol op het gebied van bouwplannen was uitgespeeld. Op 30 januari en ook in februari verscheen een advertentie in het Leidsch Dagblad: “Te huur: 1 februari of later: de nieuwgebouwde VILLA “Cornelia”, gelegen op een der mooiste gedeelten van den Zoeterw. Singel, bevattende: 12 Kamers, Keuken, 2 Closets, Serre en aangelegden Tuin. Te bevragen: J. Botermans, Middelstegracht 26, en Woninggids, Boommarkt”. Vanaf 18 juni 1904 adverteerde hij eindeloos met Villa Cornelia, maar de huurders stonden niet meteen te trappelen. Of dat aan de huurprijs lag, of eventueel zelfs de koopprijs, zal maar moeilijk vast te stellen zijn. Als eerste betrok op 12 augustus 1904 Maria Jacoba van Wageningen, weduwe Van der Linden, met een dochter, die uit Haarlem kwamen, het pand dat toen huisnummer 48G had. Zij bleven niet lang en op 19 november 1906 kwam Henderina Jacoba Schaap, weduwe van J. Biegel, er met vier kinderen vanuit Groningen wonen. Zij vertrok op 13 april 1916 met drie kinderen naar Zürich; de oudste zoon was in 1915 in Davos overleden. Al op 11 april 1916 adverteerde J. Botermans: Te huur tegen 1 mei of later: het Heerenhuis genaamd “Villa Cornelia”, zeer gunstig gelegen aan den Zoeterw. Singel 48G, hoek Wasstraat (lees: Thorbeckestraat), voor f 900,00 per jaar”. Deze advertentie werd nog herhaald op 18 en 25 april, een teken dat ook nu de gegadigden niet stonden te dringen. Pas vanaf 13 december 1916 woonde er de weduwe Anna Weijdung-Timmers met twee dochters, die kwamen uit Zoeterwoude. Hopelijk hebben zij veel woonplezier gehad in Villa Cornelia, het ietwat mislukte project van Jan Botermans. Hij overleed op 6 mei 1918, slechts 56 jaar oud; hoe het verder met zijn villa gegaan is, is minder interessant.

Auteur. P. de Baar

Opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden, zie verder ons colofon.
kaart